1 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Dagblad Tubantia Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


November 11, 2005


SECTION: AL4 (alle edities pagina 4)


LENGTH: 643 words


HEADLINE: Korte berichten


BODY:

Gehandicapte

student is in

Twente goed af

ENSCHEDE - Gehandicapte studenten zijn het beste af op de Universiteit Twente, de Universiteit Maastricht en Wageningen Universiteit. De Saxion Hogeschool in Enschede, de Haagse Hogeschool en Windesheim Zwolle doen het op dat gebied goed. Dat blijkt uit een onderzoek van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (Choice). Veel andere onderwijsinstellingen zijn onvoldoende berekend op de gehandicapte student.

Staatssecretaris Rutte riep universiteiten en hogescholen op een actieplan te maken voor hun gehandicapte studenten. Dan kunnen ze in aanmerking komen voor subsidie. Rutte wil dat de instellingen een top 3 maken van problemen. Hij benadrukte dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor de faciliteiten.

Uit onderzoek blijkt dat dyslexie en dyscalculie (rekenstoornis) het meest voorkomen (53 procent) als handicap, op afstand gevolgd door psychische problemen (11 procent) en bewegingsbeperkingen (10 procent).

Oplossing geeist

voor ESF-subsidies

ZWOLLE - Provinciale Staten van Overijssel zijn hevig verontwaardigd over de sluiting van het ESF-subsidieloket. Ze eisen van kabinet en Tweede Kamer creatieve en adequate oplossingen voor het probleem.

Eerder werd bekend dat staatssecretaris Van Hoof het loket van het Europees Sociaal Fonds (voor de bestrijding van werkloosheid en bevordering van sociale integratie) met onmiddellijke ingang sloot. De subsidiepot was leeg. Ook voor deze regio heeft het plotselinge besluit vervelende consequenties. Zo lopen bijna zeventig zorginstellingen in Twente en de Achterhoek samen 25 miljoen aan opleidingssubsidies voor het personeel mis.

Ook de Saxion Hogeschool in Enschede is daarvan de dupe. Dat zou een deel van de cursussen voor het zorgpersoneel verzorgen en er was al rekening gehouden met dik twee miljoen euro aan omzet. 'We hadden er in de begroting van volgend jaar op gerekend. Er waren mensen voor vrijgemaakt. We hebben al het nodige werk verzet', aldus directeur F. Pol van de Saxion-academie Gezondheidszorg. 'Wij zijn zeer ontevreden over de gang van zaken bij het ministerie.'

Dat gevoel wordt gedeeld door Provinciale Staten, blijkt uit een motie die statenbreed werd aangenomen. 'Van een betrouwbare overheid mag verwacht worden dat partijen correct en op tijd worden voorgelicht. Dit draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van politiek en overheid.'

Wellness op

het platteland

DENEKAMP - Landgoed Singraven bij Denekamp is maandag het decor van het werkgeversseminar 'Wellness op het platteland'. Wellness, een samenvoeging van welzijn en fitness, is een branche in ontwikkeling.

Hengelo biedt als eerste gemeente in Nederland, samen met Duitse partners, uitkeringsgerechtigden en herintreders een opleiding aan in de branche. Dit om gezondheidstoerisme op het platteland te bevorderen. Het gaat om veertig mensen, van wie twintig herintredende vrouwen uit Twente. Zij volgen een eenjarige opleiding aan het ROC van Twente.

Tijdens het seminar, georganiseerd door de gemeente Hengelo, het ROC van Twente en Stimuland Overijssel, worden deelnemers in contact gebracht met werkgevers en ondernemers op het platteland.

Sportclubs praten

over lastige vragen

ENSCHEDE - Prangende vragen. Dat is het thema van een groot sportcongres, dinsdag in het Dish hotel in Enschede, voor vrijwilligers van alle Twentse sportverenigingen. Volgens de organisator, het Sportloket Enschede in samenwerking met de Sportraad Overijssel, kampen veel vrijwilligers van sportclubs met vragen over bijvoorbeeld de arbowet, sponsoring en seksuele intimidatie.

Het congres bestaat uit diverse workshops en rondetafelgesprekken. Diverse specialisten zijn bij de gesprekken betrokken. Het congres heeft plaats van 19.30 tot 22.30 uur. Voor meer informatie: www.loket.enschede.nl

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: November 11, 2005



2 of 87 DOCUMENTS



Copyright 2005 Noordelijke Dagblad Combinatie / Leeuwarder Courant
All rights reserved
Leeuwarder Courant


November 11, 2005
noord ; west ; zuid ; stad


LENGTH: 60 woorden


HEADLINE: Beloning voor hulp gehandicapte student


BODY:

DEN HAAG (ANP) [Universiteiten en hogescholen die hindernissen uit de weg ruimen voor studenten met beperkingen, kunnen daarvoor subsidie krijgen van het ministerie van onderwijs. Het gaat om vijftig- tot zestigduizend studenten. Dyslexie en dyscalculie (rekenstoornis) komen het meest voor, op afstand gevolgd door psychische problemen en fysieke handicaps.


LOAD-DATE: November 11, 2005



3 of 87 DOCUMENTS



Copyright 2005 PCM Uitgevers B.V.
All rights reserved
Trouw


November 11, 2005
nieuws11vrijdag


SECTION: 7; Pg. 201


LENGTH: 217 woorden


HEADLINE: Meer geld hoger onderwijs voor steun gehandicapte student


BYLINE: Van onze redactie onderwijs


BODY:

den haag - Universiteiten en hogescholen die een actieplan maken voor hun gehandicapte studenten, kunnen de komende jaren in aanmerking komen voor subsidie om problemen uit de weg te ruimen. Dit maakte staatssecretaris Rutte (Onderwijs) gisteren bekend.

Rutte heeft de komende drie jaar telkens 2 miljoen euro beschikbaar gesteld om de instellingen toegankelijker te maken. De hogescholen en universiteiten moeten daarvoor zelf een inventarisatie maken van knelpunten. Rutte benadrukte dat ze zelf ook verantwoordelijk zijn voor de faciliteiten.

In het hoger onderwijs studeren circa 50000 gehandicapten, van wie tweederde een chronische handicap heeft. Dyslexie en dyscalculie (rekenstoornis) komen het meest voor als handicap (53 procent), op afstand gevolgd door psychische problemen (11 procent) en bewegingsbeperkingen (10 procent).

Uit onderzoek van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie blijkt, dat de meeste gehandicapte studenten niet erg te spreken zijn over hun instelling. Zij hebben kritiek op de intake en begeleiding, maar vooral op de voorlichting over de regelingen die er zijn. Gemiddeld geven ze hun opleiding een 6,3 voor hoe deze omgaat met hun handicap. Studenten met bewegings- en gezichtsbeperking blijken meer begrip te ontmoeten dan dyslectici of studenten met concentratieproblemen.


LOAD-DATE: November 11, 2005



4 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2005 De Telegraaf
 
De Telegraaf


November 5, 2005


SECTION: Pg. 10


LENGTH: 379 words


HEADLINE: NLD: kind met praatjes en toch leerprobleem


BODY:
AMSTERDAM - Van een kind dat zich meer dan uitstekend in woorden kan uitdrukken, verwacht je niet zo snel dat het een leerprobleem heeft. Toch vindt vijf procent van de kinderen het lastig om nieuwe informatie op te nemen, ook al zijn ze verbaal sterk. Ze hebben met name moeite met rekenen en begrijpend lezen. Ze zijn bovendien meestal onhandig en hebben sociale problemen, bijvoorbeeld bij het omgaan met vriendjes.

De problematiek wordt met de Engelse naam 'Non-verbal Learning Disability' (NLD) aangeduid, ofwel non-verbale leerstoornis. Hoewel het syndroom al dertig jaar geleden voor het eerst is beschreven, is er nog steeds relatief weinig bekend over NLD en staan leerkrachten en ouders voor een enorme opgave als het aankomt op de begeleiding van kinderen. De nieuwe publicatie 'Mijn kind heeft NLD' van de hand van pedagoog en tevens inspecteur in het onderwijs, Karl Baert, kan hier verandering in brengen.

Al op de eerste bladzijden komt een belangrijk probleem aan de orde: de symptomatische overlap bij NLD met andere leer- en ontwikkelingsstoornissen. "NLD kan een aantal overlappingen vertonen met diagnoses die afkomstig zijn uit andere disciplines, zoals de kinderpsychiatrie, de neurologie of de medische erfelijkheidsleer", zo staat te lezen. Voorbeelden van diagnoses zijn dyscalculie, de concentratiestoornis adhd, taalproblemen, autisme of het aanverwante syndroom van Asperger, depressie en angst. Baert pleit nadrukkelijk voor meer onderzoek naar het verband tussen NLD en de reeks van dergelijke stoornissen.

Karl Baert leert de lezer NLD te herkennen waarna handzame tips worden gegeven voor de begeleiding van het kind in de klas en thuis. Het boekje wordt verluchtigd met korte beschrijvingen van situaties waarin kinderen met NLD ongewild kunnen belanden. Juist deze beschrijvingen maken het boekje leesbaar. Hoewel de auteur er alles aan gedaan lijkt te hebben om de ingewikkelde materie grijpbaar te maken voor zowel leerkrachten, hulpverleners als ouders, blijft het ingewikkelde kost, zeker voor de leek. Dat is wellicht juist ook de kern. NLD is een complex syndroom dat niet eenvoudig te doorgronden is.

'Mijn kind heeft NLD' van Karl Baert is uitgegeven bij Lannoo Uitgeverij; verkoopprijs 17,95 euro; ISBN 90-209-6180-2.


LOAD-DATE: November 5, 2005



5 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 De Stentor B.V.  
Gelders Dagblad


October 29, 2005


SECTION: LB4REG


LENGTH: 750 words


HEADLINE: Huiswerkinstituut neemt rol ouder over


HIGHLIGHT:
ZUTPHEN - Steeds meer tweeverdieneners sturen hun kind naar een huiswerkinstituut omdat zij geen tijd en zin hebben om 's avonds nog te controleren of zoon- of dochterlief hun huiswerk wel gedaan hebben. 'Ze geven liever aandacht aan het gezin dan aan het huiswerk van hun kinderen', constateert Marja Jaspers Focks, die sinds kort het Zutphense huiswerkinstituut Atlant College leidt.


BODY:

Werkende ouders hebben geen tijd en zin om studerend kind te controleren

door HENK BRUMMELMAN

Bij het Atlant College wordt veertig procent van de leerlingen om deze reden na schooltijd opgevangen. Jaspers Focks verwacht dat dit percentage groter zal worden doordat er steeds meer tweeverdieners komen. Het huiswerkbegeleidingsinstituut Berkel B, dat vestigingen in Zutphen, Lochem en Holten heeft, merkt ook dat dit een steeds belangrijker argument wordt. Directeur Jan Wilgenhof van Berkel B constateert wel dat door de economische dip de groei nu wat afneemt.

Een andere reden om een huiswerkinstituut in te schakelen is dat de leerkrachten van de middelbare scholen steeds minder tijd beschikbaar hebben om achterblijvende leerlingen bij te spijkeren. Ook wordt er steeds meer bekend over de gevolgen van leerstoornissen, zoals dyslexie (woordblindheid) en dyscalculie (cijferblindheid). Leerlingen met deze handicaps kunnen met begeleiding op de scholen vaak toch goed functioneren.

Ervaring

Jaspers Focks heeft heet Atlant College per 1 okotober overgenomen van Christiaan Karelse. Ze huurt daarvoor een ruimte in de vroege Mariaschool aan de Tengnagelshoek, pal naast drie middelbare scholen. Na de kerstvakantie kan ze daar vijf dagen per week huiswerkbegeleiding en bijles aanbieden.

Ze heeft al vele jaren ervaring in professionele huiswerkbegeleiding. Begonnen als lerares op een basisschool, maakte ze de overstap naar het middelbaar onderwijs. Daar heeft ze ook als onderwijsassistent gefungeerd.

Ze merkt dat met name de derdeklassers in het middelbaar onderwijs problemen krijgen met de studie. 'In de eerste klas teren ze nog op de kennis van de basisschool. De tweede klas halen ze met de hakken over de sloot. Maar in de derde lopen ze vast, doordat ze niet goed kunnen plannen.'

Goede planning

Jaspers Focks ervaart steeds weer dat de leerlingen niet goed weten hoe ze hun studie moeten plannen. Ze wil volgend schooljaar dan ook starten met een cursus, die speciaal gericht is op het leren plannen door brugklassers. 'Met als motto 'Een goed begin is het halve schoolwerk' gaan we brugklassers ondersteunen. In die cursus staat het plannen van het huiswerk en het 'leren leren' centraal', zegt Jaspers Focks.

Ze merkt bijvoorbeeld dat leerlingen in het begin moeite hebben om een werkstuk te maken. 'Wij helpen ze dan met het verzamelen van de stof.' Ze kan zich goed voorstellen dat leerlingen die pas op een middelbare school zitten soms door de bomen het bos niet meer zien. 'In korte tijd komt er heel veel op hun pad. Leerlingen dreigen dan vast te lopen.'

Jaspers Focks begeleidt doordeweek nu maximaal twaalf leerlingen. Midden op de middag komt er een extra leerkracht voor de exacte vakken. Nu is het instituut op vrijdag nog gesloten, maar na de kerst wil ze die dag ook open gaan.

Ze merkt dat de meeste kinderen huiswerkbegeleiding geen straf vinden. 'Soms zitten ze ook tegen dat huiswerk aan te hikken. Door bij ons een paar uurtjes te werken zijn ze er dan vanaf. Dat lucht ze enorm op. Wij doen meestal meteen het huiswerk dat ze die dag hebben opgekregen. Hoeven ze ook niet met zoveel boeken te slepen.'

Schema's

Bij een proefwerk begint ze drie dagen van te voren met overhoren. 'Daarvoor moet je een schema maken. Bij tentamens werk je met blokken. Je hakt de stof dan in stukken. Ook dat moet je leren', legt Jaspers Focks uit. Ze merkt dat veel leerlingen met zelfstudie niet uit de voeten kunnen. Behalve huiswerkbegeleiding geeft het personeel van het Atlant College ook bijles voor het wegwerken van leerachterstanden. Dat gaat vooral in de tweede helft van het leerjaar spelen als leerlingen dreigen te blijven zitten of overgeplaatst te worden van bijvoorbeeld 3 havo naar 4 mavo. Zowel ouders als leerlingen willen dit het liefst zien te voorkomen.

In de ogen van Jan Wilgenhof van Berkel B speelt hier ook in mee dat ouders hun kinderen steeds meer op een voetstuk zetten. 'Ze hebben er alles voor over dat de leerlingen hun studie voltooien.' Volgens hem verklaart dat ook de terugloop van de leerlingen in het vmbo.

Behalve het Atlant College en Berkel B is er ook nog een huiswerkklas voor allochtone vmbo-scholieren in het gebouw naast de Zutphense moskee. Dit is een intitiatief van stichting Welzijnswerk, de Turkse vrouwenvereniging Elele en het Stedelijk Dalton College. Leerlingen van andere scholen zijn daar ook bij welkom.

'Studeren

moet je

leren'

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: October 29, 2005



6 of 87 DOCUMENTS



Copyright 2005 Noordelijke Dagblad Combinatie / Leeuwarder Courant
All rights reserved
Leeuwarder Courant


October 8, 2005
noord ; west ; zuid ; stad


LENGTH: 1449 woorden


HEADLINE: Lastig gedrag


BODY:

Agressie, geweld, pesten, brutaliteit, ordeverstoring. Hoe moet je als school en ouder omgaan met negatief en storend gedrag van kinderen en pubers? De Leeuwarder Courant, onderwijsbegeleidingsdienst Cedin en Bureau Dullemond houden er een symposium over met als titel: 'Kliergedrag - doe er wat aan!'

Het symposium vindt plaats op woensdagmiddag 9 november van 14.00 tot 16.00 uur in Leeuwarden in de vestiging van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden aan de Rengerslaan. Het symposium is bedoeld voor leerkrachten, schooldirecties, ouders en anderen die in hun professie met jongeren te maken hebben. In het forum zit onder anderen inspecteur-generaal Kete Kervezee van de Inspectie van het Onderwijs.

Wie het symposium wil bijwonen, kan zich aanmelden op het volgende e-mailadres: lc-debat@cedin.nl

Waar komen al die kinderen met probleemgedrag toch vandaan? Honderden jongeren zijn de afgelopen jaren toegestroomd naar de noordelijke onderwijsgroep voor leerlingen met een gedrags- of psychiatrische stoornis. ,,En we zijn er nog lang niet.''

Er liggen nog een paar honderd dossiers te wachten. De aanmelding van kinderen met een psychiatrische stoornis of ernstige gedragsproblemen gaat maar door. ,,Niemand had dit verwacht'', zegt Trees Galama, afdelingsleider ambulante begeleiding van Renn4.

Renn4 is de noordelijke organisatie voor onderwijs aan kinderen met gedragsstoornissen. Het gaat om zeer moeilijk opvoedbare kinderen. De organisatie heeft in Friesland, Groningen en Drenthe eigen scholen, zoals De Witakker in Rijs en de Prof. Grewelschool in Leeuwarden. Ook is er een afdeling voor ambulante begeleiding voor kinderen met een stoornis, die ondanks die handicap op hun eigen school voor basis- of voortgezet onderwijs willen blijven. Verder is er een afdeling expertise.

De ambulante begeleiding groeit stormachtig. Op 1 oktober 2003 waren er 199 leerlingen, een jaar later 499 en intussen zijn het er meer dan 1200. Zonder dat het einde in zicht is. Het aantal medewerkers in de vestigingsplaatsen in Grou en Groningen groeide navenant mee. De afdeling moet in korte tijd vanaf de grond worden opgebouwd.

De kinderen blijven op hun vertrouwde school, maar worden in de klas vaak als lastig ervaren. Het zijn leerlingen met problematisch gedrag. ,,Alleen is hier dan geen sprake van opzet of onwil, maar van onmacht'', zegt Trynke Mulder, gedragsdeskundige van de afdeling ambulante begeleiding in Friesland.

Ambulant begeleiders van Renn4 komen naar school om te observeren hoe het er in de klas aan toegaat. De hulp richt zich vervolgens niet in eerste instantie op het kind. ,,We sluiten altijd aan bij vragen van de docenten'', zegt Mulder. Zo wordt de leraar het beste geholpen de situatie te begrijpen en te beheersen.

Het belangrijkste is dat er voor het kind structuur wordt gecreëerd. Het moet weten waar het aan toe is. ,,Structuur, voorspelbaarheid en overzicht, daar gaat het om'', zegt Galama. Zo'n leerling zal het lang volhouden als de omgeving - school en ouders - hem met begrip omringen.

,,Succes is zeker mogelijk, maar het gaat in kleine stapjes'', zegt Mulder. Een kind dat elke pauze 'ruziemaakt' - het lijkt ruzie maar het gaat bij deze scholieren meestal om communicatieproblemen - kun je proberen te leren om dat de eerste vijf minuten niet te doen. En daarna nog minder. Steeds weer moet je zeggen hoe het moet. Dan is er absoluut wat te bereiken, stelt Mulder.

,,Negatief gedrag van deze kinderen komt altijd voort uit onmacht. Het is geen onwil'', herhaalt Galama. Leerlingen met een stoornis moeten daarom onderscheiden worden van 'gewone' etterbakken, die hun gedrag wel kunnen corrigeren maar dat niet willen of dat thuis nooit hebben geleerd. Oorzaken groei

De snelle groei van het aantal leerlingen heeft te maken met wettelijke veranderingen, zegt Galama. Sinds 1 augustus 2003 kunnen kinderen met een stoornis op de 'gewone' school blijven. Mogelijk zijn ouders sindsdien sneller geneigd te onderzoeken of er sprake is van een stoornis. Hun kind hoeft immers niet meteen naar het speciaal onderwijs.

Ook speelt mee dat de diagnostiek verbeterd is. De wetenschap kan veel meer stoornissen onderscheiden dan een jaar of tien terug.

Galama denkt niet dat er tegenwoordig meer kinderen met een stoornis zijn dan vroeger, toen er veel minder aandacht voor was. Wel worden deze leerlingen in onze drukke tijd veel meer geprikkeld, waardoor ze sneller extreem gedrag kunnen vertonen. ,,Wij hebben vroeger vast allemaal wel iemand in de klas gehad die met de kennis van nu gediagnosticeerd zou worden.''

Friesland telt bijna vijfhonderd basisscholen. Gemiddeld tellen zij minder dan één leerling met een gediagnosticeerde gedragsstoornis. Toch vind je hier en daar in Friesland op scholen lichte concentraties van leerlingen met gedragsproblemen. Galama: ,,Dat zijn dan vaak scholen die alert zijn op dit soort leerlingen. Op andere scholen moet dat nog beginnen. Ook daarom zijn we er nog lang niet.''

ATZE JAN DE VRIES

Van adhd tot odd en ppd-nos

Tot voor een jaar of tien, twintig heetten kinderen met een gedragsstoornis mbd'ers - kinderen met een 'minimal brain disorder'. Sindsdien is de wetenschap voorwaarts gegaan en inmiddels worden er binnen 'mbd' verschillende stoornissen onderscheiden. Trynke Mulder van Renn4 noemt vier hoofdgroepen: 1. Stoornissen in het autistisch spectrum, zoals pdd-nos, autisme en het asperger syndroom (as). Dit betreft 80 procent van de kinderen in de ambulante begeleiding. Een kind met pdd-nos heeft een stoornis in het 'sociale snapvermogen', stelt Mulder. De communicatie verloopt moeizaam. Soms hebben deze kinderen veel fantasie en worden fantasie en werkelijkheid door elkaar gehaald.

Autisme lijkt op pdd-nos; bij deze kinderen is er zeer weinig tot geen wederkerigheid in contacten. Vaak komen ouders daar snel achter, bijvoorbeeld omdat de baby nooit reageert. Kinderen met asperger zijn vaak erg begaafd en hebben bijvoorbeeld al jong een grote woordenschat.

Ook mcdd (meervoudige complexe ontwikkelingsstoornissen) valt onder het autistisch spectrum. Kinderen met deze stoornis hebben een probleem in de verwerking van informatie. Dat probleem vertoont kenmerken zoals je die aantreft bij pdd-nos en autisme, maar ook kenmerken die je tegenkomt bij schizofrenie en angststoornissen.

2. Aandachtsregulatiestoornissen, zoals adhd en add. Dit gaat om 15 procent van de leerlingen in de ambulante begeleiding. Een kind met adhd is hyperactief. ,,Een stuiterbal'', zegt Mulder. Een kind met add uit de stoornis juist door dromerig gedrag.

3. Angst- en depressiestoornissen. Het gaat om een paar procent van de leerlingen.

4. Antisociaal en agressief gedrag. Ook hier gaat het maar om een paar procent van de kinderen. Erkende stoornissen in deze groep zijn odd (antisociaal gedrag) en cd (crimineel gedrag). Dit wil uiteraard niet zeggen dat elke cd'er een crimineel is en evenmin dat elke crimineel een cd'er is.

Leerproblemen zoals dyslexie, dyscalculie en dyspraxie of nld (non-verbale leerstoornissen) vallen niet onder gedragsstoornissen. Over de meeste stoornissen is veel goede informatie te vinden op de website www.balansdigitaal.nl.

Speciale scholen

Het speciaal onderwijs is opgedeeld in vier hoofdgroepen, clusters genoemd. Cluster 1 is voor kinderen met een visuele handicap, cluster 2 voor kinderen met spraak- en taalstoornissen, cluster 3 voor kinderen met meervoudige handicaps en cluster 4 voor kinderen met gedrags- en psychiatrische aandoeningen. Renn4 verzorgt het cluster 4-onderwijs in Noord-Nederland.

Jongens en meiden

81,4 procent van de 436 kinderen in de ambulante hulp in Friesland is jongen. Een afdoende verklaring daarvoor is er niet. In elk geval speelt een rol dat jongens vaak drukker zijn. Mogelijk valt de stoornis daardoor eerder op. Tegelijk bestaat het risico dat stoornissen bij - rustige - meiden soms laat worden ontdekt. Angst- en depressieklachten komen meer voor bij meisjes, zegt Trynke Mulder van Renn4. ,,Vaak gaat het om ernstige problematiek.''

Veel bureaucratie bij aanmelding

De aanmelding van een kind voor de ambulante begeleiding gaat met veel bureaucratie gepaard. De leerling komt eerst terecht bij het 'bureau aanmelding'. Dat stuurt ouders en scholen een stapel paperassen die ingevuld moeten worden. De aanmelding moet worden onderbouwd met een psychologisch of psychiatrisch onderzoek.

Vervolgens bepaalt deze commissie of het kind aan een aantal criteria voldoet. In totaal mag deze procedure niet langer dan acht weken duren. Als een stoornis wordt vastgesteld, komt de school in aanmerking voor een extra vergoeding. Die mag hooguit zes weken op zich laten wachten. Pas daarna kan de begeleiding werkelijk beginnen.


LOAD-DATE: October 8, 2005



7 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2005 VUM Groep  
De Standaard


August 5, 2005


EDITION: Vlaams-Brabant/Brussel, Antwerpen, West-Vlaanderen, Limburg, Oost-Vlaanderen


SECTION: FRO; Pg. 3


LENGTH: 279 words


HEADLINE: Minder behandeling voor stotteraars


(gn, g.teg.)


BODY:

BRUSSEL Stotteraars moeten het voortaan doen met minder of kortere behandelingen door de logopedist. Dyslexie-patienten ook. De minister van Volksgezondheid, Rudy Demotte (PS), ziet daarin de enige manier om de sterk stijgende uitgaven voor hun behandelingen af te remmen.

Gert Reunes, logopedist en zelf stotteraar: "Vanaf augustus is het nog slechts een uur stottertherapie per week in plaats van 2,5 uur. Nochtans tonen studies aan dat een uur echt niet volstaat. Dat laatste wordt betwist door de experts die ook op basis van studies de minister adviseerden dat twee sessies van een half uur per week volstaan. Het budget voor die behandelingen explodeert volgens Demotte omdat de logopedisten de vroegere sessies van dertig minuten hebben omgezet in sessies van een uur zonder dat het aantal sessies verminderde. In 2004 gingen de logopedisten het budget met 630.000 euro te boven, voor 2005 wordt dat 1,3 miljoen euro, zegt minister Demotte.

Hij zit overal met sterk stijgende uitgaven en heeft van de regering de absolute opdracht gekregen binnen zijn begroting te blijven.

De logopedisten vinden de overschrijding gering: "In 2004 maar 600.000 euro, dat is een peulschil als je de totale gezondheidsuitgaven bekijkt", zegt Pol De Meyere, voorzitter van de Vereniging voor Vlaamse Logopedisten (VVL).

Het zijn overigens niet alleen de stotteraars en hun logopedisten die getroffen worden. Ook de behandelingen voor leerstoornissen als dyslexie en dyscalculie worden teruggeschroefd. Al die groepen hebben nu nog recht op 104 sessies van dertig minuten per jaar; de stotteraars konden er tot nu 240 krijgen, de anderen 144. (gn, g.teg.)


LOAD-DATE: August 6, 2005



8 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Dagblad Tubantia Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


June 15, 2005


SECTION: AM1 (Stadspagina Almelo)


LENGTH: 267 words


HEADLINE: Netwerk succes voor kinderen met lees- en rekenproblemen


BODY:

ALMELO - Hulp dichtbij huis, individuele aandacht en begeleiding onder een dak zijn belangrijke kenmerken van het Dyslexie-Dyscalculie Netwerk Twente. De instituten Nijenkamp uit Almelo, met onder meer een dependance in Tubbergen, Educent uit Delden en Studiecentrum Hengelo werken inmiddels met succes op dit gebied samen, aldus wordt gemeld.

De drie instituten willen door hun krachten te bundelen het betrokken kind meer en betere begeleiding geven. Die hulp bestaat uit het dichtbij huis aanbieden van directe hulp. Daardoor behoren onder meer de lange reistijden tot de verleden tijd. Ook de wachtlijsten vallen door deze vorm van samenwerking weg, aldus wordt gemeld. Bijkomend punt is, aldus de drie instituten, dat een snelle behandeling van het kind wordt gegarandeerd. Het kind is daarmee gebaat: het voelt zich prettiger en komt vaak weer 'sneller' mee in het ritme van de klas.

De problemen met lezen, spelling en rekenen bij de schoolgaande jeugd wordt de laatste jaren steeds vaker en ook eerder erkend. Gemiddeld genomen kampt een kind per klas met dyslexie (lees-, spellingsproblemen) of dyscalculie (problemen met het leren van vaardigheden die te maken hebben met rekenen). Op advies van school, fysiotherapeut, huisarts of psycholoog wordt het kind doorverwezen naar het Dyslexie-Dyscalculie Netwerk. Ouders kunnen ook zelfstandig contact leggen met de instituten.

De kinderen krijgen na de geboden hulp een verklaring mee die hem of haar recht geeft op faciliteiten binnen het onderwijs, bijvoorbeeld extra tijd bij proefwerken en examens.

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: June 16, 2005



9 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Dagblad Tubantia Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


June 15, 2005


SECTION: HE3 (Hengelo)


LENGTH: 246 words


HEADLINE: Dyslexie Netwerk succes


BODY:

ALMELO - Hulp dichtbij huis, individuele aandacht en begeleiding onder een dak zijn belangrijke kenmerken van het Dyslexie-Dyscalculie Netwerk Twente. De instituten Nijenkamp uit Almelo, met onder meer een dependance in Tubbergen, Educent uit Delden en Studiecentrum Hengelo werken met succes samen. De instituten willen door hun krachten te bundelen kinderen meer en betere begeleiding geven. Die hulp bestaat uit het dichtbij huis aanbieden van directe hulp. Daardoor behoren onder meer de lange reistijden tot het verleden. Ook de wachtlijsten vallen door de samenwerking weg. Ook is, aldus de drie instituten, een snelle behandeling van het kind gegarandeerd. Het kind is daarmee gebaat: het voelt zich prettiger en komt vaak weer 'sneller' mee in het ritme van de klas. De problemen met lezen, spelling en rekenen bij de schoolgaande jeugd wordt de laatste jaren steeds vaker en eerder erkend. Gemiddeld genomen kampt een kind per klas met dyslexie (lees-, spellingsproblemen) of dyscalculie (problemen met het leren van vaardigheden die te maken hebben met rekenen). Op advies van school, fysiotherapeut, huisarts of psycholoog wordt het kind doorverwezen naar het Dyslexie-Dyscalculie Netwerk. Ouders kunnen ook zelfstandig contact leggen met de instituten. De kinderen krijgen na de geboden hulp een verklaring mee die hem of haar recht geeft op faciliteiten binnen het onderwijs, bijvoorbeeld extra tijd bij proefwerken en examens.

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: June 16, 2005



10 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


April 28, 2005


SECTION: Regio


LENGTH: 787 words


HEADLINE: Handen over elkaar, recht gaan zitten en luisteren


door Ton Wagenaars


HIGHLIGHT:
Het aanzicht van Vught is de afgelopen decennia sterk veranderd. Oude ansichten uit Vught geven veelal een prachtig beeld van hoe het ooit was.


BODY:

Geen gebouw ditmaal, maar het interieur van een klaslokaal uit een van de Vughtse scholen waarschijnlijk Regina Coelli. Je kende de scholen nog: Sint-Aloysiusschool, Theresiaschool, Willibrordusschool, Lidwinaschool, Petrusschool, Mariaschool en Sint-Annaschool. Je wist derhalve met Allerheiligen al een groot deel van deze begenadigden op te sommen. Nauwelijks leken voor het bord, maar broeders of zusters die het stoffige krijt hanteerden. Het leesplankje was de basis voor het aanvankelijk lezen. Lees nog een keer mee, maar wel allemaal gelijk: aap, roos, zeef, muur, voet, neus,lam, gijs, riem, muis, ei, juk, jet, wip, does, hok, bok, kous. De eigennamen Gijs, Jet en Does (de hond) werden nog niet met een hoofdletter geschreven.

Het rook er naar eikenhout en puntenslijpsel. De jongste leerlingen droegen nog sloffen over de schoenen en als de bel ging, stond je keurig in de rij op de speelplaats de kleinste voorop. De houten vloer kraakte en de schoolbanken, later kastjes (zie oude ansicht) dienden gelijktijdig geopend te worden. In het kastje lagen de boeken, stevig gekaft in bruin papier. Voorin lag de kroontjespen, het vaak afgekloven potlood van Bruynzeel, een vlakgom (stuf) en een houten liniaal. Moeder had een inktlap gemaakt van oude lapjes stof. Het geheel was in het midden vastgezet met een knoop van vaders overhemd. Om netjes en schuin te kunnen schrijven hadden enkele leerlingen een transparant onder hun blad die de schrijfrichting aangaf. Ook het zachtroze vloeipapier om de volle pagina af te vloeien ontbrak niet. Voor in de bank zat het ronde gat voor het inktpotje. Eens per week werd het potje gevuld uit een immens grote fles met gitzwarte galnoteninkt die niet uit je kleren ging.

Op de vensterbanken stonden de planten. Een 'strooplikker' mocht na afloop van de lessen de planten water geven. Eikenhouten kasten bevatten een schat aan informatie: stapels atlassen, leesboekjes, groene schriftjes, tekenpapier en dozen kleurpotloden.

In vitrinekasten stond het aanschouwelijk materiaal voor de biologieles: geprepareerde zoogdieren zoals de eekhoorn, de bunzing of hermelijn maar ook talloze vogels. Naast de zeldzame kiekendief waren Vlaamse gaai, ekster en zwarte kraai favoriet. Op sterk water blikten kikkers, salamanders en hagedissen je glazig en meewarig aan en heel soms werd de biologiecollectie gecompleteerd door talloze eieren van vogels "uyt den directe leefomgeving".

Aan de wanden hingen de imponerende wandkaarten. Bij geschiedenis waren het de kaarten van J.H. Isings die leerlingen in gedachten meevoerden naar roemruchte perioden uit het verleden: Noormannen voor Dorestad en Kruisridders voor de poorten van Jeruzalem waren het spectaculairst. ook De overwintering op Nova Zembla of Een stad in de middeleeuwen deden menigeen zwijmelen. Bij biologie waren het de onvolprezen wandkaarten van Koekkoek die de kinderen meetroonden naar buitengewone tuinen, heidevelden, bosschages en moerassen. Zelden waren zoveel dieren verzameld geweest als op de wandkaarten van Koekkoek. Naast de serie van Nederland met platen als Het Naardermeer en Bij de ruine was er de wereldreeks met thema's als In de rimboe en Op de Siberische toendra.

De pastoor gaf een keer per week godsdienstles en eens per jaar kwam de tandarts. Op je verjaardag mocht je trakteren: sigaretten voor de leraar, zoethout of jodenvet voor de klas. In de lente nam je kwakbollen, stekelbaarsjes en de toen nog ordinaire kamsalamanders mee naar school die werden tentoongesteld.

Leerkrachten zaten achter een katheder, psychologisch sterk, daar zij altijd hoger gezeten waren. Broodtrommeltjes waren inklapbaar en van blik. De schooljeugd had naast kennis der natuur en redactie-rekenen ook een cijfer voor godsdienst en in de hoogste klas kon je als extra vak les krijgen in de Franse taal. De cijfers op het rapport waren nog duidelijk: een klinkende 9 of een treurige 3. Geen cijfers achter de komma. Herkansingen waren er wel: het jaar daarop? en in dezelfde klas. Dagelijks bezoek aan de ochtendmis werd op prijs gesteld.

Ook op zaterdagochtend was het school. Een fijne schooldag, want daarna had je een lang weekeinde om te knikkeren of verstoppertje te spelen. Om twaalf uur nog een hoogtepunt, want dan werd, als je abonnee was, de Engelbewaarder, een uiterst stichtelijk weekblad uitgedeeld. Niemand was dyslectisch of ging gebukt onder dyscalculie. Je kon gewoon niet rekenen of was slecht in taal. ADHD bestond niet: men was druk, lastig of vervelend. Alles was voorbij als de broeder zei: 'Handen over elkaar, rechtzitten en luisteren'. Links bovenaan in de hoek van het bord stond bij iedere overhoring de afkorting: G.z. J.C.: Geloofd zij Jezus Christus.


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: April 28, 2005



11 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Dagblad Tubantia Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


April 22, 2005


SECTION: LE1 (bijlage leven)


LENGTH: 1918 words


HEADLINE: EL-30 Door MARJON KOK Achteraf, zegt moeder Nelleke van der Zee (46), deed Julia....


BODY:

EL-30

Door MARJON

KOK

Achteraf, zegt moeder Nelleke van der Zee (46), deed Julia (nu 16) er wel heel erg lang over om te leren lezen en schrijven. 'Het duurde en het duurde en op een gegeven moment kwam ze toch nog op gang. Maar rekenen, dat bleef moeilijk. Daar snapte ze niks van.' Toen Julia in groep 6 zat, trok de leerkracht aan de bel. "Nu hebben we alles geprobeerd', kregen we te horen, 'en nu weten we het niet meer'. Bleek ze qua rekenen nog steeds op het niveau van groep 3 te zitten!'

Julia was negen jaar en kwam niet verder dan wat plus- en minsommen. 'Voor de rest - taal en andere vakken - liep het gemiddeld. Bovendien kon Julia prachtig tekenen. Maar rekenen, dat ging er gewoon niet in.'

Via school kwam de dochter van Nelleke terecht bij Ola Edens, specialist op het gebied van beelddenken. 'En al in een sessie was duidelijk dat de leerproblemen van Julia voortkwamen uit het feit dat ze een echte beelddenker is. In een van de eerste testjes moest Julia een berg knikkers tellen. En tellen, nou dat kon ze wel. Er was dus geen sprake van dyscalculie. Toen moest ze de knikkers in groepjes leggen. Het makkelijkst is het natuurlijk om ze in groepjes van vijf te leggen. Maar Julia koos voor groepjes van drie. Niet erg logisch dus.'

Ola Edens nam Julia onder haar hoede. 'In een maand of zeven zat ze weer op het niveau van groep zes. Voor ons was dat een wonder', vertelt moeder Nelleke. 'Maar het ging beter.'

'Nog steeds is ze geen held in rekenen. Het gaat langzaam, Julia heeft meer tijd nodig dan een ander. Maar uiteindelijk komt ze er wel uit. Dat is nog wel eens lastig, nu ze op het vmbo zit. Laatst had ze een proefwerk wiskunde en daar haalde ze een onvoldoende voor. Toen ze thuis kwam zei ze: mam, ik wist het allemaal wel, maar ik had er geen tijd voor. Dat is moeilijk uit te leggen aan zo'n leraar. Als je dyscalculie hebt, is het duidelijk. Maar bij beelddenken wordt het anders. Dit is iets wat ze continu bij zich draagt.'

Beelddenkers, zegt Ola Edens, intern begeleider van de Europaschool uit Hengelo, verwerken de informatie die ze krijgen visueel. 'Ze vormen zich direct een beeld van iets dat iemand tegen ze zegt of van iets dat ze lezen en dat beeld is allesomvattend. Daar zit geen volgorde in. Als je een beelddenker bijvoorbeeld vraagt om de zin 'buiten schijnt de zon' op te schrijven, kan het zijn dat een kind opschrijft: 'Wij gaan naar het strand'. Beelddenkers associeren door op hetgeen ze horen of zien. Ze hebben vaak aan een half woord al genoeg en overzien de situatie in een oogopslag. Ze hebben hun eigen beelden en daar geloven ze heilig in.'

In feite wordt iedereen geboren als beelddenker. Baby's denken in beelden omdat zij geen taal kennen. Maar als kinderen leren praten, worden de beelden langzaam maar zeker vervangen door taal en gaan kinderen over op een volgordelijke manier van denken. De informatie wordt dan abstracter verwerkt. Zo gaat dat tenminste bij de meeste kinderen. Sommigen blijven echter lang een voorkeur houden voor visueel denken. Volgens Ola Edens heeft ongeveer twintig procent van de kinderen van rond de 6 jaar nog steeds een voorkeur voor beelddenken. Als deze kinderen 8 of 9 jaar zijn, zijn de meesten alsnog overgestapt op 'taalanalytisch denken'. Wie op zijn 11e nog steeds beelddenker is, zal dat waarschijnlijk ook blijven. Ola Edens denkt dat zo'n tien procent van de mensen een definitieve voorkeur houdt voor beelddenken.

Beelddenken is niet per definitie een probleem. Veel kinderen die visueel denken, doorlopen hun schoolcarriere zonder dat ook maar iemand merkt dat ze anders informatie verwerken dan de meeste kinderen. Orthopedagoog Onno Toxopeus van onderwijsadviesbureau Expertis in Enschede heeft het dan ook niet graag over beelddenken; hij spreekt liever van 'visueel' of 'holistisch' denken. 'Visueel denken zegt alleen maar iets over de manier waarop mensen informatie verwerken. Er zijn in totaal vier stijlen te onderscheiden in het denken: de holistische (visuele), de serialistische (volgordelijke, taalanalytische), de flexibele (een combinatie van visueel en serieel) en de ondefinieerbare. Wie serialistisch of flexibel denkt heeft in feite geen probleem. Het wordt pas lastig als je alleen maar in beelden denkt. Stel je voor: ons hele onderwijssysteem is gericht op mensen die volgordelijk denken. Dat is best lastig voor mensen die op een totaal andere manier denken.'

Nelleke van der Zee uit Hengelo heeft vier kinderen, waarvan de jongste twee uitgesproken beelddenkers zijn. 'En achteraf stellen wij vast dat ook de oudste beelddenker is. Zij heeft daar alleen nooit last van gehad. Op de basisschool liep het als een trein en ook de havo heeft Linda vlot doorlopen. Pas bij Julia, onze derde dochter, werden we op het spoor van beelddenken gezet.' Toen Nelleke zich daarin ging verdiepen - er boeken over las en van alles opzocht op internet - ging er een wereld voor haar open. 'Ik dacht altijd dat denken in beelden normaal was', lacht ze. 'Ik bleek zelf ook een beelddenker te zijn. Ik herkende mezelf helemaal.'

Ook Matthijs, het vierde kind van de familie Van der Zee, bleek een beelddenker bij uitstek. 'Hij is misschien wel de ergste', zegt moeder Nelleke. Bij de nu 14-jarige Matthijs begon het al op kleuterleeftijd. 'Hij was emotioneel erg jong. Speels en beweeglijk. Hij kon gewoon niet stilzitten, wilde niet plakken, knippen en knutselen. Hij tekende alleen wat hij zelf wilde, en dat waren auto's, auto's en nog eens auto's.' In groep 3 ging werd het duidelijker. 'Hij was moeilijk te disciplineren, wat heel lastig was voor zijn leerkracht. Niet dat hij ondeugend was, maar hij was een flierefluiter. Keek de andere kant op als de juf instructies gaf. Leek weg te dromen, maar pikte ondertussen best het een en ander op. Helaas werd dat niet gezien. Op school dachten ze dat hij ongeinteresseerd was.'

Ook het lezen en schrijven ging niet van een leien dakje. 'Matthijs schreef erg fonetisch, maakte veel taalfouten. En ook mondeling kwam het er vaak niet uit. Hij struikelde nogal eens over zijn woorden, omdat zijn gedachten sneller gaan dan hij het onder woorden kan brengen. Wij hadden sterk het vermoeden dat hij een beelddenker was, net als zijn zus.'

Omstreeks die tijd werd Matthijs onderzocht door een schoolbegeleidingsdienst. 'Dat werd een grote teleurstelling', vertelt moeder Nelleke. 'Kort voordat hij werd getest werd een nichtje van mij vermoord in Denemarken. Matthijs vertelde dat daar, en hij vulde dat verhaal op zijn eigen manier aan, zoals beelddenkers dat doen. In het uiteindelijke rapport werd hij afgedaan als een fantast. Een weinig intelligent jongetje dat van alles verzon. Als ze ons hadden betrokken bij het onderzoek, hadden wij het in een context kunnen plaatsen. Maar die gelegenheid kregen we niet. Dat rapport is Matthijs zijn hele schoolcarriere blijven achtervolgen. Terwijl hij absoluut niet dom is. Ook niet superslim hoor, maar gewoon, normaal: in sommige dingen heel goed, in de meeste dingen gemiddeld.'

Kinderen die denken in beelden, kunnen volgens orthopedagoog Onno Toxopeus makkelijk worden versleten voor dom. 'Ik krijg hier vaker mensen die altijd hebben gehoord dat ze dom zijn', vertelt hij. 'Terwijl ze alleen maar op een andere manier leren dan de meeste mensen. Vroeger werd niet snel onderkend dat er mensen zijn die op een visuele manier denken. Die kregen op de lagere school te horen dat ze gewoon niet slim genoeg waren. Denk je eens in wat dat met de persoonlijke ontwikkeling van zo'n kind doet. Als je maar vaak genoeg hoort dat je ergens te dom voor bent, ga je er vanzelf in geloven. Veel beelddenkers hebben daardoor een negatief zelfbeeld. Terwijl de meeste mensen die visueel denken het later uitstekend doen!'

Beelddenkers zijn over het algemeen laatbloeiers. Ze hebben wat meer tijd nodig dan anderen. 'In biologische zin zijn deze kinderen wat onrijp', zegt Toxopeus. 'Ze zijn kinderlijk, speels. Vaak doet het hen dan ook goed om een jaar te doubleren.' Naarmate kinderen die in beelden denken ouder worden, worden de problemen die zij op school ondervinden minder. De meeste problemen doen zich voor op de basisschool. 'Als deze kinderen zich eenmaal bewust zijn van hun leerstrategie, kunnen ze er beter mee omgaan. Maar het kost wel veel doorzettingsvermogen. Hebben zij hun problemen eenmaal overwonnen, dan doen ze het over het algemeen heel goed. Ze moeten leren om hun eigen weg te vinden.'

Nelleke van der Zee herkent dit helemaal. 'Toen ik meer wist over beelddenken, vielen bij mij de puzzelstukjes helemaal op hun plek.Ook ik was een typische laatbloeier. Via allerlei omwegen heb ik de havo gehaald. Ik had veel last met taal. Maar dat werd afgedaan omdat ik tweetalig ben opgevoed: ik heb een Deense moeder. Als je doorzet kom je een heel eind, maar nog steeds heb ik moeite om iets nieuws te leren. Het gaat niet met stoom en kokend water, maar met kleine beetjes kom ik er wel er. Dat is heel duidelijk, daar hou ik rekening mee.'

Als ze weet dat ze een moeilijk gesprek heeft, oefent ze vooraf alle invalshoeken. 'Ik bedenk welke kant het gesprek uit kan gaan, en zoek daar de argumenten bij. Ik doe ook veel vrijwilligerswerk. En ook daar heb ik vaak goede invallen. Ik ben heel creatief. Maar als het er op aan komt, vind ik het lastig om het onder woorden te brengen. Ik zie het wel, maar hoe zorg ik ervoor dat anderen het ook duidelijk wordt? Daar stokt het vaak.'

Nelleke heeft er veel voordeel van, vindt ze, dat ze zelf ook een beelddenker is. Ze kan haar kinderen daardoor beter helpen. 'Ik snap hoe ze denken. Weet dat ik ze een beeld moet aanreiken. Ik heb eindeloos veel voorgelezen, dat heeft ze geholpen in hun taalgebruik. En ook met rekenen. Als een kind na vijf keer uitleggen nog niet snapt dat vijf keer vijf vijfentwintig is, word je kriegel. Maar dat is niet goed, je moet in feite redeneren vanuit het kind. Je moet er een verhaal bij verzinnen, moet het ze laten zien! Ik heb eindeloos stoeptegels getekend. Een rijtje van vijf, en daar weer vijf onder. En tellen met geld: ze snapten er niets van! Totdat ik ze op de middelbare school zakgeld gaf. Toen zagen ze er het nut van in. Als je iets afrekent in een winkel, moet je er namelijk wel op toezien dat je genoeg geld terug krijgt. Ik had ze veel eerder zakgeld moeten geven.'

Het zijn de dingen waarin Nelleke door schade en schande wijs is geworden. 'Je moet niet teveel opdrachten tegelijk geven. Poets je tanden, kam je haar, trek je jas aan en pak je tas; dat is veel te veel in een keer. Je kunt er donder op zeggen dat zo'n kind halverwege de eerste opdracht blijft steken. Of hij komt beneden en zegt dat hij zijn tanden heeft gepoetst terwijl dat helemaal niet waar is. Dan blijkt dat hij in gedachten de opdracht al lang heeft uitgevoerd. En daarmee is het dan klaar.'

Op de school waar Ola Edens werkt, wordt inmiddels rekening gehouden met kinderen die visueel denken.En als de problemen zijn overwonnen, heeft beelddenken veel voordelen, ziet de intern begeleider. 'Het zijn snelle, flexibele denkers. Ze kiezen oplossingen die niet voor de hand liggen, zijn enorm vindingrijk. Je ziet ook vaak dat deze mensen creatieve en handige beroepen kiezen. Onder bijvoorbeeld de chirurgen, klussers en kunstenaars zit een hoog beelddenk-gehalte.'

Voor meer informatie: beelddenken.pagina.nl, of de Maria Krabbe Stichting: mariakrabbe@planet.nl (0573-45 11 98, tussen 16- 20.00 uur).

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: April 22, 2005



12 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 De Stentor B.V.  
Nieuw Kamper Dagblad


April 14, 2005


SECTION: KP2REG (regio)


LENGTH: 140 words


HEADLINE: Informatiemarkt over gedrags- en leerstoornissen


BODY:

KAMPEN - Op zaterdag 16 april wordt in de bibliotheek een informatiemarkt gehouden voor ouders van kinderen (0-23 jaar) met ADHD, PDD- nos, dyslexie en dyscalculie.

De informatiemarkt begint om 10.00 uur en duurt tot 13.00 uur.

Tijdens de informatiemarkt zullen aanwezig zijn: Balans, Bibliotheek, MEE, RIAGG Preventie, LOK, NVA, BEMA, kinderfysiotherapeute, Trimaran en De Reeve. Ouders kunnen informatie krijgen en spreken met de aanwezige organisaties over de beperkingen en mogelijkheden. Voor veel ouders is het zoeken naar het onbekende, daarom zijn tijdens de informatiemarkt vrijwel alle vrij toegankelijke organisaties aanwezig om ouders te informeren, te ondersteunen en herkenning te bieden.

Er is een viertal sprekers over de stoornissen ADHD, PDD-nos, dyslexie en dyscalculie.

-

© Wegener.NV2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: April 14, 2005



13 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 De Stentor B.V.  
Veluws Dagblad


April 2, 2005


SECTION: WV3REG (regio)


LENGTH: 726 words


HEADLINE: ERMELO; Patientenvereniging; l De afdeling Ermelo van de Nederlandse Patienten Vereniging houdt dinsdag 5 april haar jaarvergadering in het Hervormd Kerkelijk Centrum, aan de Jeugdkant 14.


BODY:

ERMELO

Patientenvereniging

l De afdeling Ermelo van de Nederlandse Patienten Vereniging houdt dinsdag 5 april haar jaarvergadering in het Hervormd Kerkelijk Centrum, aan de Jeugdkant 14. De aanvang is om 20.00 uur, de zaal is open vanaf 19.30 uur. Landelijk voorzitter van de Nederlandse Patienten Vereniging dr. P. Seldenrijk spreekt op deze avond opver zal spreken over: 'De toekomst van de nederlandse gezondheidszorg.' Alle belangstellenden zijn uitgenodigd deze avond bij te wonen.

Moeilijk lezen

l De Bibliotheek Ermelo houdt dinsdag 12 april de laatste van vier lezingen rondom het thema Ieder kind lezen, maar wat als het moeilijk gaat?. De informatieve lezingen zijn bedoeld voor ouders, begeleiders en belangstellenden van moeilijk lezende kinderen. De vierde lezing begint om 20.00 uur in de bieb aan de Burgemeester Langmanstraat 4 en wordt gehouden door Ans Speelziek. Zij is lerares en contactpersoon bij de vereniging Balans. Speelziek geeft een inleiding over het leesprobleem dyslexie en het rekenprobleem dyscalculie. Verder geeft ze informatie over wat de oudervereniging Balans kan betekenen voor ouders en opvoeders. Wie wil reageren op de eerdere lezingen of de aankomende kan bellen met Andre Kuijpers, 0341-552856. E-mailen kan ook: andre.kuijpers@bibliotheekermelo.nl

HARDERWIJK

1 April

l Veel leerlingen van openbare basisschool De Bogen in Harderwijk zijn gisterochtend vol in een 1 april-grap getuind. Na heel veel pogingen en telefoontjes was het de schoolleiding gelukt om rapper Ali B. te boeken voor een spoedoptreden op school. Maar bijna niemand had rekening gehouden met de gevreesde datum. Door de boxen van de school klonk de muziek van Ali B., iedereen had een pet op en kinderen stonden al klaar met papiertjes voor een handtekening. Maar toen iedereen in de aula verzameld was, kwam onder luid applaus meester Jaap, de gymleerkracht, als Ali B. tevoorschijn. En eerlijk is eerlijk: dat was voor sommige leerlingen best een tegenvaller.

Gegen die Wand

l Het Filmhuis Harderwijk vertoont donderdag 14 april de film Gegen die Wand in kunstencentrum Catharinakapel aan het Klooster 1. Na de bloeitijd in de jaren zeventig zijn er weinig succesvolle films uit Duitsland gekomen. Nu is er echter weer een die veel aandacht trekt. Niet voor niets kreeg Gegen die Wand een Gouden Beer op het Festival van Berlijn en ook nog de prijs van de internationale filmkritiek. In deze film portretteert Akin een liefdespaar uit de tweede generatie Turken in Duitsland. Cahit is een veertiger, een glazenophaler in een Hamburgse bar. Stinkend naar alcohol en nicotine voelt hij zich een echte loser. Hij ziet dan ook maar een oplossing: zich te pletter rijden tegen een blinde muur. Hij sterft echter niet en belandt in een kliniek, waar een psychiater hem vertelt dat hij niet hoeft te sterven om een nieuw leven te beginnen... Dat resulteert in een film vol dramatische gebeurtenissen. De film begint om 20.15 uur. Kaarten reserveren kan bij de VVV Harderwijk, 0341-426666. Voor meer informatie via internet: www.filmhuisharderwijk.nl

PUTTEN

Jubileum

l De Stichting Welzijn Ouderen Putten bestaat in april vijfentwintig jaar. Dat wordt gevierd tijdens een bijeenkomst op vrijdag 22 april tussen vier uur en half zes in de locatie van de stichting in cultureel centrum Stroud aan de Brinkstraat in Putten. Hiervoor worden alle oud-vrijwilligers en bestuursleden uitgenodigd. Het gaat in totaal om enkele honderden personen. Het bestuur ziet geen kans hen allemaal persoonlijk uit te nodigen, ook al omdat niet alle huidige adressen bekend zijn.

ZEEWOLDE

Vogelexursie

l Natuurmonumenten organiseert een vogelexursie onder begeleiding van een boswachter op zaterdag 16 april en woensdag 20 april. De start van de excursie is om 18.30 uur vanaf de ingang aan de Knardijk en duurt twee uur. Aanmelden is noodzakelijk en kan alleen bij de Ledenservice van Natuurmonumenten, telefoon 035- 6559911 (tijdens kantooruren). Deelname kost voor leden van Natuurmonumenten vier euro, niet-leden zeven euro en voor kinderen t/m 12 jaar twee euro.

zxRegio Journaalxz

Berichten voor Regio Journaal kunnen worden verzonden naar het Veluws Dagblad, postbus 316, 3840 AH Harderwijk. Telefoon: 0341-369040, fax: 0341-369050. E-mail: redactieveluwe@destentor.wegener.nl

© Wegener.NV2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: April 2, 2005



14 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 De Stentor B.V.  
Nieuw Kamper Dagblad


April 1, 2005


SECTION: KP1REG (regio)


LENGTH: 544 words


HEADLINE: Drankrijder; aangehouden; IJSSELMUIDEN - De politie heeft in de nacht van woensdag op donderdag een 22-jarige automobilist uit IJsselmuiden aangehouden.


BODY:

Drankrijder

aangehouden

IJSSELMUIDEN - De politie heeft in de nacht van woensdag op donderdag een 22-jarige automobilist uit IJsselmuiden aangehouden. Bij controle bleek de man alcohol te hebben gedronken. De ademanalyse gaf als uitslag 430 ug/l. De IJsselmuidenaar kreeg een procesverbaal en een rijverbod van vier uur opgelegd.

Politie pakt

wegpiraat

IJSSELMUIDEN - De politie heeft woensdagavond proces verbaal opgemaakt tegen een 28-jarige automobilist uit IJsselmuiden, die het niet zo nauw nam met de verkeersregels. Hij reed veel te hard en, passeerde aan de verkeerde kant een wegversmalling en pakte en passant ook nog even een trottoir mee.

Hij werd uiteindelijk staande gehouden en kan een boete via justitie verwachten. Bovendien werd zijn rijbewijs is beslag genomen.

Vier gordellozen

aangehouden

KAMPEN - De politie heeft woensdagmiddag op de De la Sablonierekade, ter hoogte van de Koornmarktpoort, een autogordelcontrole gehouden. Ongeveer veertig automobilisten werden aangehouden. Tegen vier van hen werd proces verbaal opgemaakt omdat ze geen gordels droegen.

-Wielerexpositie

50 jaar KWC

KAMPEN - Met een expositie over een halve eeuw wielersport in Kampen begint de KWC 9 april aan zijn jubileumjaar. Op 11 augustus 2005 is het precies vijftig jaar geleden dat de wielerclub het daglicht zag. Het hoofdbestuur is van mening dat deze mijlpaal gevierd moet worden, al zal pas in september uitgebreid stil worden gestaan bij het jubileum. In de aanloop zullen echter al wel alle wedstrijden die de KWC organiseert in het teken van het feest staan.

De wielerexpositie wordt zaterdag 9 april om 9.30 uur geopend in de KWC-Hoeve aan de Haatlanderdijk. Het publiek kan vervolgens veel foto's, tenues, bekers en andere herinneringen aan '50 jaar KWC' kunnen aanschouwen.

Henk Lorist

beste biljarter

KAMPEN - - Henk Lorist van biljartclub De IJssel is deze week in Vollenhove districtskampioen bij de recreanten geworden.

In de eerste klasse van het libre bleef de Kampenaar ongeslagen. Hij scoorde een moyenne van 9,069 over zes duels van 130 caramboles.

Lorist zag zelfs kans een serie van 101 bij elkaar te stoten waardoor hij ook op dit front de concurrentie ver achter zich liet. Menno van Dijk (KBC) werd derde.

Informatiemarkt

over bibliotheek

KAMPEN - Op zaterdag 16 april wordt in de bibliotheek een informatiemarkt gehouden voor ouders van kinderen (0-23 jaar) met ADHD, PDD-nos, dyslexie en dyscalculie.

De informatiemarkt begint om 10.00 uur en duurt tot 13.00 uur. De toegang is gratis.

Tijdens de informatiemarkt zullen aanwezig zijn: Balans, Bibliotheek, MEE, RIAGG Preventie, LOK, NVA, BEMA, kinderfysiotherapeute, Trimaran en De Reeve.

Ouders kunnen informatie krijgen en spreken met de aanwezige organisaties over de beperkingen en mogelijkheden. Voor veel ouders is het zoeken naar het onbekende, daarom zijn er tijdens de informatiemarkt vrijwel alle vrij toegankelijke organisaties aanwezig om ouders te informeren, te ondersteunen en herkenning te bieden.

Gedurende de informatiemarkt zal in het kleine zaaltje van de bibliotheek een viertal sprekers over de stoornissen ADHD, PDD-nos, dyslexie en dyscalculie spreken.

© Wegener.NV2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: April 1, 2005



15 of 87 DOCUMENTS


© 2005 PCM Uitgevers B.V.  
Rotterdams Dagblad


March 7, 2005


SECTION: Rotterdam; Pg. 306


LENGTH: 565 words


HEADLINE: 'Elke ouder met dyslectisch kind moet opnieuw het wiel uitvinden'


BODY:

Ongeveer acht procent van alle Nederlanders heeft er last van. Toch durven nog veel mensen met dyslexie _een stoornis die het lezen en schrijven moeilijk maakt _er niet voor uit te komen.

Meestal omdat ze bang zijn dat anderen denken dat ze dom zijn. "Die mensen zijn er vaak een meester in om dat te verbergen," zegt deskundige Gerard van Poppel. In de supermarkt zeggen ze dan bijvoorbeeld dat ze hun bril vergeten zijn.

In de Centrale Bibliotheek hield Van Poppel zaterdag een inloopspreekuur voor volwassenen en kinderen met onder meer dyslexie, dyscalculie (moeite met cijfers) en adhd. Het inloopspreekuur maakte onderdeel uit van de informatieweek van het Zwaan Project, waarin deskundigen, ouders en kinderen op verschillende plekken in de stad worden geinformeerd over dyslexie, dyscalculie, adhd, add, asperger en nld. Allemaal stoornissen waarbij sprake is van een tekort aan aandacht of een verstoring daarvan.

Zaterdag vond de aftrap plaats in de bibliotheek aan de Blaak. Op de eerste verdieping, in een discreet hokje, konden mensen bij een deskundige terecht voor vragen hierover. Van Poppel, die in Gouda een praktijk heeft voor dyslexie-patienten, kijkt eerst altijd of er echt sprake is van dyslexie of dat mensen om andere redenen moeite hebben met lezen en schrijven. Slechte ogen bijvoorbeeld, of problemen met de oren. Als dat het geval is stuurt hij ze door naar de oog- of kno-arts of een andere specialist.

Leren ermee omgaan

Als iemand echt dyslexie blijkt te hebben, een erfelijke aandoening, gaat Van Poppel met ze aan de slag. Het enige wat je dan kan doen is daarmee leren omgaan, vertelt hij. Er zijn manieren waarop mensen met zo'n aandachtsstoornis alsnog redelijk normaal kunnen functioneren. Volgens Van Poppel zijn er ook verschillende istanties en organisaties die hierin gespecialiseerd zij, en mensen met hetzelfde probleem bij elkaar brengen. Want veel Nederlanders met deze stoornis weten vaak niet waar ze terecht kunnen voor hulp.

Op de begane grond van de bibliotheek was daarom ook een informatiemarkt opgezet, met stands van verschillende organisaties. Medewerkster Annelies de Vos van Stichting RMPI, die kinderen met dyslexie behandelt en onderzoekt, merkt dat mensen de laatste jaren wel steeds makkelijker voor hun probleem uit durven te komen. "Er begint wel verandering in te komen," zegt ze. Ook deze zaterdag kreeg ze verschillende hulpvragen, ook van mensen die denken dat ze het hebben.

"Onze ervaring is dat iedere ouder met een dyslectisch kind opnieuw het wiel moet uitvinden," zegt Anneke Noorduyn van het Zwaan Project. De hulp aan deze groep mensen is volgens haar nog steeds niet goed geregeld. Vandaar ook dit initiatief, legt ze uit. "Om iedereen die hiermee te maken zo uitgebreid mogelijk te informeren en door te verwijzen." Daarbij gaat het zowel om deskundigen en onderwijzers als ouders.

Morgenis er een informatieavond in het Scheepvaartcollege, speciaal gericht op het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Een dag later is er een informatiedag in de Hogeschool Rotterdam, over het basisonderwijs en de Rotterdamse aanpak van dyslexie, en op donderdagavond gaat het bij Equisto Coaching aan de Heemraadsingel over dyslexie en ADHD op het werk.

Op de begane grond van de Centrale Bibliotheek stonden stands van verschillende organisaties. ; Foto Michel Bierhuizen/Cor Vos


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: March 8, 2005



16 of 87 DOCUMENTS


© 2005 PCM Uitgevers B.V.  
Rotterdams Dagblad


February 26, 2005


SECTION: Rotterdam; Pg. 302


LENGTH: 481 words


HEADLINE: Informatieweek over dyslexie


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


BODY:

Minimaal een op de 3,6 mensen heeft dyslexie, zo blijkt uit onderzoek. Elke school telt minimaal een handvol kinderen met autisme. Welke voetbaltrainer heeft nog nooit te maken gehad met ADHD? En dan zijn er nog, onder meer, dyscalculie (de rekenvariant van dyslexie) en de aandachtsstoornis add.

Bij veel kinderen die te boek staan als niet zo slim, is het IQ in orde, maar bemoeilijkt een van deze psychiatrische stoornissen het leren. Iedereen die zo'n kind heeft, voor de klas staat, zelf kampt met een stoornis of om een andere reden is geinteresseerd, is in maart welkom op een uitgebreide informatieweek.

'Zwaan kleef aan' heet de vijfdaagse, die wordt gehouden van 5 tot en met 10 maart op diverse plekken in Rotterdam. Organisator het Zwaan Project drukt met die naam de hoop uit dat meer mensen zich zullen aansluiten bij de strijd om meer aandacht voor dyslexie en andere stoornissen.

Er is hierover binnen de scholen nog te weinig kennis, en de overheid trekt onvoldoende geld uit voor de aanpak, vindt de Stichting Voor Elkaar, die fungeert als koepel voor het Zwaan Project en andere initiatiefgroepen op dit terrein. Mede dankzij haar inspanningen is er nu voor het basisonderwijs een stappenplan om dyslexie te screenen, maar al te vaak blijft dit boekwerk nog op de plank liggen. Ook in het voortgezet onderwijs wordt dyslexie vaak te laat onderkend. Niet zelden is dat de reden dat een leerling uitvalt.

De bij Voor Elkaar aangesloten groep Actie! voor Dyslexie ziet nog een struikelpunt: minister Van der Hoeven van Onderwijs heeft het 'rugzakje' met geld voor leerlingen met dyslexie vervangen door een bedrag van 2500 euro voor elke middelbare school. Het geld is niet geoormerkt, dus kunnen scholen het in principe ook aan iets anders uitgeven.

Maar er is ook vooruitgang. Actie! voor Dyslexie heeft mee kunnen bouwen aan een landelijk unieke samenwerking met de gemeente, het onderwijsveld en de gezondheidszorg. De Rotterdamse Aanpak Dyslexie (RAD) is Nederlands eerste en vooralsnog enige geintegreerde dyslexiebeleid. Voor Elkaar is op het terrein van de genoemde stoornissen het aanspreekpunt, en mede door haar druk is het aantal behandelplekken voor dyslexie in de regio uitgebreid van veertig naar tweehonderd.

Op 2 maart opent de stichting haar helpdesk, waar men naar toe kan surfen of bellen met vragen. De stichting steunt ouders ook bij zaken als de aanvraag van een persoonsgebonden budget.

Op het programma van de informatieweek staan een informatiemarkt en inloopspreekuur, bijdragen van (ervarings)deskundigen over onder meer dyslexie, diagnostiek, ADHD, autisme en zorgbeleid in het voortgezet onderwijs. Aanmelden vooraf is gewenst.

Programma en aanmelden informatieweek: www.stichting-voorelkaar.nl of tel. 010-4187571. Helpdesk vanaf 2 maart: www.stichting-voorelkaar.nl/helpdesk, zelfde telefoonnummer.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: February 28, 2005



17 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 De Stentor B.V.  
Zwolse Courant


February 26, 2005


SECTION: NW2REG (regio)


LENGTH: 393 words


HEADLINE: - lokaal journaal


BODY:

MEPPEL

Nieuwe Bijbelvertaling

l De Vrije Evangelische gemeente en de Protestantse gemeente Meppel houden maandag om 20.00 uur een informatiebijeenkomst over de Nieuwe Bijbelvertaling. De bijeenkomst in het gebouw de Vrije Evangelische gemeente aan de Julianastraat 32 wordt verzorgd door dr. Arian Verheij en staat open voor iedereen. Er is gelegenheid tot vragen stellen en met elkaar van gedachten te wisselen.

GENEMUIDEN

Psalmzangavond

l In de Jachin- en Boazkerk in Genemuiden is vrijdag 4 maart om 19.30 uur een psalmzangavond. Naast samenzang van diverse psalmen voeren gemengde zangvereniging Jeduthun en mannenkoor Harpe Davids enkele psalmbewerkingen uit. Het in september 2004 opgerichte Harpe Davids onder leiding van Albert Bekendam telt bijna zeventig leden en presenteert zich 4 maart in nieuwe kleding. Harm Beens en Jan Koster doen de begeleiding op het Hendriksen- en Reitsmaorgel.

ZWARTSLUIS

ADHD-voorlichting

l De vereniging Balans voor ontikkelings-, gedrags- en leerproblemen houdt zaterdag 5 maart in de bibliotheek in Zwartsluis een informatiebijeenkomst over ADHD, PDD-NOS, MCDD Asperger, NLD, DCD, Dyslexie, Dyscalculie en aanverwante stoornissen. Tijdens de inloop van 10.00 tot 13.00 uur is er gelegenheid tot persoonlijke voorlichting, kennismaking en contact leggen met 'lotgenoten'.

HASSELT

Alternatieve therapie

l De AVEG (associate voor energetische geneeswijzen) houdt zaterdag 5 maart een open dag in de vernieuwde praktijk aan Het Kerspel 82 in Hasselt. Bezoekers kunnen dan kennismaken met diverse alternatieve therapieen als verschillende vormen van acupunctuur, cranio-sacraaltherapie, quantum biofeedback en shiatsu-therapie. Ook kunnen bezoekers bij AVEG terecht met vragen over voedingsadvies, rouwverwerking en coaching. Meer informatie: www.aveg.nl.

NIJEVEEN

Zangdienst

l 'Tel uw zegeningen' is het thema van de zangdienst, die zondag 6 maart in de gereformeerde kerk in Nijeveen wordt gehouden. De dienst begint om 19.00 uur en muzikale medewerking verleent de christelijke muziekvereniging De Bazuin uit Meppel.

zxLokaal Journaalxz

Nieuwtjes of aankondigingen voor deze rubriek kunt u opsturen naar Redactie Noordwest Overijssel, Postbus 19, 8064 ZG Zwartsluis, fax: 038-3868696. E-mail: redactiezwartsluis@destentor.wegener.nl

© Wegener.NV2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: February 26, 2005



18 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Provinciale Zeeuwse Courant  
Provinciale Zeeuwse Courant


February 23, 2005


SECTION: 15


LENGTH: 738 words


HEADLINE: De jeugd kan niet rekenen


HIGHLIGHT:
UITGELICHT Realistisch leren


BODY:

door Rene Schrier

De jeugd van tegenwoordig kan niet rekenen. Vooral hoofdrekenen kost veel jongeren moeite. Guldens omrekenen naar euro's is een probleem. Als ze in een winkel iets zien met dertig procent korting, weten ze niet hoeveel ze moeten betalen. Als ze een grafiek in een krant zien staan, weten ze niet hoe ze die moeten interpreteren.

Staartdelingen zijn er niet meer bij. Ook de tafels worden niet meer in elke school even hard opgedreund. Het klinkt als het gezeur van een oude man, maar veel leerkrachten herkennen de klachten. Het is ook niet zo gek. Overal liggen de rekenmachines voor het oprapen. In gsm-toestellen, in computers - overal zijn rekenprogramma's te vinden. Geen wonder dat jongeren niet meer kunnen hoofdrekenen.

Het Seminarium voor Orthopedagogiek in Middelburg, onderdeel van de Faculteit Educatieve Opleidingen van de Hogeschool van Utrecht, is een kenniscentrum dat ondersteuning en begeleiding biedt voor leraren. Het centrum houdt in april een conferentie over rekenen en wiskunde, onder de titel 'Op jou kan ik rekenen'.

"Het rekenonderwijs is inderdaad veranderd. Vroeger noemden we het mechanisch leren, dat wil zeggen sommetjes maken. Tegenwoordig hebben we het over realistisch leren. Dat betekent rekenen volgens andere methodieken. Daarbij gaat het er om dat kinderen snappen wat ze doen en dat leren inpassen in de wereld om hen heen", vertelt Rieneke Smith van het Seminarium. Ze voegt er onmiddellijk aan toe dat hoofdrekenen, ondanks de alom aanwezige rekenmachines, nog wel degelijk heel erg nodig is.

In het onderwijs is heel lang en veel aandacht uitgegaan naar dyslexie, lees-taalproblemen. In toenemende mate is er binnen het onderwijs aandacht voor kinderen die problemen hebben met rekenen, dyscalculie. Het rekenen is in de loop van de jaren niet verwaarloosd, geven Smith en haar collega Emmy de Kraker aan. Het is alleen anders geworden. Er zijn methoden ontwikkeld om te kunnen rekenen. Het gebeurt met behulp van liedjes of met bepaalde bewegingen. Kinderen hanteren zelf verschillende stategieen om te rekenen. Niet alle kinderen hanteren juiste strategieen. Als het goed is, signaleert een leerkracht zoiets en wordt daar wat aan gedaan.

Smith legt uit dat breed onderzocht wordt wat er met het kind aan de hand is en wat de oorzaak zou kunnen zijn, dat het kind niet doet wat je normaal van hem of haar zou kunnen verwachten. Vervolgens wordt er gekeken wat daar aan gedaan kan worden. Daarvoor heeft het Seminarium voor Orthopedagogiek in nauwe samenwerking met het onderwijsveld en met de universiteiten het Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) ontworpen. Het OVM is een hulpmiddel voor leraren om de ontwikkeling van leerlingen in kaart te brengen.

Het is de bedoeling dat uitgegaan wordt van de competenties van het kind. Dus, niet kijken naar wat het kind niet kan, maar naar wat het wel kan.

Met de wiskunde- en rekenconferentie wil het Seminarium voor Orthopadagogiek aanknopingspunten bieden voor een dialoog tussen leerkrachten. Ze kunnen met elkaar in gesprek raken over de vraag hoe met deze problematiek moet worden omgegaan. Het gaat om leerkrachten van de bovenbouw van het basisonderwijs en uit het voortgezet onderwijs.

Overigens komen er wel voortdurend nieuwe zaken op die leerkrachten af. Emmy de Kraker: "Na zijn opleiding is een leerkracht startbekwaam om in het onderwijs aan de slag te gaan. Maar ze zullen zich moeten blijven ontwikkelen. Ook daar kan het Seminarium een rol bij spelen."

En dan is er nog de ouder. Ook die moet informatie krijgen die verder gaat dan de ouderavond van vroeger. Dat betekent dat scholen geleerd moet worden hoe ze de ouderavonden moeten inrichten. Dergelijke avonden moeten tegenwoordig ook didactisch van inhoud zijn.

Smit: "Het is moeilijk voor ouders om hun kinderen te helpen met rekenen als ze zelf nog met staartdelingen bezig zijn geweest. Inmiddels is er wel wat veranderd."

Daarom zijn echt geinteresseerde ouders ook welkom op de conferentie. Een van de onderwerpen die daar aan de orde komen, is een nieuwe benadering, namelijk taalgericht rekenwiskunde-onderwijs door integratie van vakinhoud en taal. Verder zijn er workshops met als thema's: 'good practise', leerlijn rekenen, dyscalculie en angst om te rekenen.

De conferentie wordt donderdag 28 april gehouden in De Mythe te Goes en begint om 9.50 uur.

Copyright Provinciale Zeeuwse Courant


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: February 24, 2005



19 of 87 DOCUMENTS


© 2005 PCM Uitgevers B.V.  
de Volkskrant


February 3, 2005


SECTION: Forum; Pg. 13


LENGTH: 482 words


HEADLINE: Staar je niet blind op Cito-toets


BYLINE: OFKJE TEEKENS


BODY:

Helpt een Cito-training? Niet als je hoopt dat je kind daardoor een hogere opleiding kan volgen, zegt Ofkje Teekens.

Elk jaar rond 1 februari slaat de Cito-koorts weer toe. Ouders, leerlingen en leerkrachten zijn zeer betrokken en alle media voelen zich geroepen erover te berichten. Elk jaar ook breekt de discussie weer los over de voor- en nadelen van de toets, alsmede over de vraag of trainen voor het Cito mogelijk en/of gewenst is.

Afgelopen dinsdag stond er op deze pagina (Forum, 1 februari) een bijdrage aan die discussie door Vincent van Dijk, oprichter van de webportal huiswerkbegeleiding.nl.

Inhoudelijk valt er wel het een en ander af te dingen op zijn betoog. Zo suggereert Van Dijk dat ouders hun kinderen naar een huiswerkinstituut en/of een Cito-training sturen in de hoop dat deze kinderen zo een hoger schoolniveau kunnen volgen dan zij in feite aan kunnen.

Laat ik deze ouders en Van Dijk dan snel uit de droom helpen: dat kan dus niet. Wat een Cito-training - die wij al een aantal jaren met veel succes verzorgen - alleen kan doen, is voorkomen dat een kind teveel onder zijn of haar niveau scoort. De suggestie dat oefenen voor de Cito-toets de stress bij kinderen verhoogt, is helemaal uit de lucht gegrepen. Bij een goede training wordt die stress juist zoveel mogelijk weggenomen.

Bovendien kloppen ouders om heel andere redenen aan bij een huiswerkinstituut of een praktijk voor remedial teaching: in vrijwel alle gevallen gaat het om een kind met achterstanden en/of een leerprobleem (zoals dyslexie of dyscalculie) dat een intensievere begeleiding nodig heeft dan de school op dat moment kan bieden.

Dat er aan de Cito-toets de nodige bezwaren kleven, is al een aantal jaren duidelijk. Maar dat heeft vooral te maken met het feit dat middelbare scholen steeds meer met elkaar zijn gaan concurreren en de Cito-score hanteren als een selectiecriterium om de betere leerlingen binnen te halen. Dat ouders vervolgens het beste voor hun kinderen willen, is niet meer dan begrijpelijk.

Veel beter is het - al dan niet naast de Cito-toets - meer nadruk te leggen op het advies van de leerkracht van groep 8 en de scores in het leerlingvolgsysteem dat immers alle prestaties van de leerling op de basisschool heeft bijgehouden. In geval van twijfel kan altijd een test gedaan worden naar capaciteiten en/of eventuele leerproblemen. Vaak adviseren wij ouders dit - bij wijze van second opinion - om te voorkomen dat een kind naar een te laag of juist een te hoog niveau van vervolgonderwijs gaat.

Want een goede toekomst voor onze kinderen gaat ons allen aan het hart - ouders, onderwijs en particuliere huiswerkinstituten.

Ofkje Teekens is oprichter van het Haagse huiswerkinstituut De Studeerkamer. Zij schreef Als je kind een leerprobleem heeft. Ervaringen uit de praktijk van remedial teaching en huiswerkbegeleiding (Unieboek).


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: February 3, 2005



20 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Reed Business Information B.V.  
Elsevier


January 15, 2005


SECTION: Omslagartikel: De Beste Scholen


LENGTH: 366 words


HEADLINE: DE BESTE SCHOLEN; 'KENNEN EN GEKEND WORDEN' (ONDERDEEL OMSLAGARTIKEL)


BYLINE: Liesbeth Wytzes


BODY:

In een villawijk in Bussum staat vmbo-school Stimulans. Ooit een lom-school, maar nu wordt er voornamelijk leerwegondersteunend onderwijs gegeven, 'lwoo'. De populatie is veranderd van leerlingen met cognitieve problemen naar kinderen met sociaal-emotionele problemen. Maar het zijn nog steeds kinderen die wat meer steun en zorg nodig hebben dan anderen.

'Ze hebben allemaal hun eigen problemen,' zegt lokatiedirecteur Ilonka Vos (40), sinds 2002 de baas. Het is een kleine school, 145 leerlingen, niet meer dan 15 kinderen per klas. Waarmee heeft ze te maken? 'Dat varieert van kinderen met dyslexie of dyscalculie, autisme en ADHD tot faalangst en emotionele problemen. Als je niets mankeert, mag je hier niet komen.'

Het gaat goed met Stimulans. De afgelopen jaren slaagden alle leerlingen voor het diploma. Het is er gezellig: met regels wordt ontspannen omgegaan. Leerlingen noemen leraren bij de voornaam. In sommige klassen mogen petjes wel, in andere niet. Hoe verklaart Vos het succes? 'In de eerste plaats is het een kwestie van kennen en gekend worden,' zegt ze. 'Dat is denk ik onze grootste kracht.' Elke ochtend staat Vos aan de voordeur en maakt ze een praatje met de leerlingen. Ze kent ze allemaal - en zij haar. Ook is de kamer van Vos zo gesitueerd dat ze de ingang kan zien. Tussenuren worden niet ledig doorgebracht. Vos: 'Al moet ik zelf voor de klas gaan staan.'

Het is belangrijk, vindt het hele team, om nauw contact te onderhouden met de ouders. 'We willen graag dat ze betrokken zijn, want dan weten wij meteen hoe het zit met een kind. Zeker in de onderbouw gaan leraren daarom op huisbezoek.' Voor sommige kinderen is de school een toevluchtsoord waar ze graag blijven. 'Ik moet er weleens een paar naar huis sturen.'

In het derde en vierde schooljaar hebben de leerlingen geen toetsweken, maar elke week twee toetsen. Daar komt dan het eindexamen bij. Aan herkansingen doet de school niet, maar de leerlingen mogen 20 procent van hun cijfers wegstrepen. Zo gaat de spanning eraf en wordt het examen onderdeel van de lessen. Met vragen kan de leerling terecht bij de examencommissie. 'Dat werkt goed, die neemt de leerlingen heel serieus.'


GRAPHIC: Otto Snoek


LOAD-DATE: January 13, 2005



21 of 87 DOCUMENTS


© 2005 PCM Uitgevers B.V.  
Rotterdams Dagblad


January 12, 2005


SECTION: Binnenland; Pg. 708


LENGTH: 680 words


HEADLINE: Moeizame verhouding van ouders en school


BYLINE: VICTORINE MEUWISSEN


BODY:

In april ging de telefonische en digitale vraagbaak '5010' voor ouders over onderwijs van start. Uit de eerste ervaringen blijkt dat de contacten met scholen lang niet altijd even soepel verlopen.

Honderden ouders van schoolgaande kinderen meldden zich met vragen bij de informatie- en advieslijn '5010' sinds minister Maria van der Hoeven van onderwijs die in april feestelijk in gebruik stelde. De onderwerpen die in het eerste half jaar aan bod kwamen, varieerden sterk: van inschrijving bij een school, leerplicht, pesten, vakanties, lesgeld en ouderbijdrage tot overgang en doubleren, toelatingstoetsen, eindexamens en de doorstroom naar andere scholen.

Ouders gebruikten het telefoonnummer 0800-5010 ook om emoties en klachten te ventileren. Begin oktober hield '5010' daarvoor een actieweek en riep hen op het hart te luchten. Knelpunten waren herkenning, opvang en behandeling van leerlingen met problemen. Vooral dyslexie wordt niet altijd tijdig onderkend. Vaak ontstaat er onenigheid over begeleiding en ondersteuning van leerlingen met dyslectie. De steeds terugkerende vraag is in hoeverre deze kinderen recht hebben op extra tijd bij toetsen en examens. Ook willen ouders vrijstelling voor 'talige' vakken en die compenseren met andere vakken. Scholen blijken niet toeschietelijk om de mogelijkheden te verkennen. Vergelijkbare problemen doen zich voor bij kinderen met rekenproblemen of dyscalculie.

Een loket

Veel ouders hebben moeite met procedures rondom projecten als 'Weer Samen Naar School', voor basisscholen en 'leerlinggebonden financiering' ter bevordering van de integratie van kinderen met een handicap. Ouders weten niet altijd bij wie ze daarvoor aan de bel moeten trekken. Het zou een hele verbetering zijn als er maar een loket was voor leerlingen met problemen.

Geregeld is er ook verschil van mening over hoogbegaafden. Scholen vinden ouders lastig en menen dat ze de mogelijkheden van hun kind overschatten.

Veel voorkomende signalen van miscommunicatie komen tot uiting in vragen als: 'Heb ik recht op...', 'Mag de school mij verplichten om...', 'Moet mijn kind...' Bij doorvragen blijkt dat er meestal wel een gesprek tussen heeft plaatsgevonden, maar dat men niet naar elkaar heeft geluisterd.

Scholen hebben de neiging ouders hun beslissingen mee te delen in plaats van samen met de ouders besluiten te nemen. Ouders voelen zich daardoor buitengesloten of het nu gaat om rapportcijfers, straf of begeleiding van kinderen met problemen. Ouders vinden dat de school te weinig of niets doet aan pesten. Opvallend genoeg gaat het niet altijd om wanverhoudingen tussen leerlingen. Er zijn ook leerkrachten die hun boekje te buiten gaan door te schelden, kinderen voor gek te zetten of te vernederen. In verband met de ernst daarvan wijzen we ouders regelmatig door naar de onderwijsinspectie.

Stevige meningsverschillen ontstaan er over zitten blijven. Vooral de overgang van groep twee naar groep drie in het basisonderwijs roept veel vragen op. Verder blijkt dat veel ouders en kennelijk ook scholen, veronderstellen dat kinderen die na 1 oktober vier jaar worden, automatisch een jaar langer moeten 'kleuteren'.

Tot slot vangen ouders nog al eens bot als ze het niet eens zijn met de groepsgrootte of indeling van hun kroost. Klassen met meer dan dertig leerlingen zijn in het basisonderwijs geen uitzondering en jonge kinderen worden regelmatig geconfronteerd met een reeks leerkrachten in plaats van een of twee vertrouwde gezichten.

Ouders voelen zich machteloos als hun kind in een gecombineerde groep zit. Dit is iets waar ze geen invloed op hebben, terwijl dit wel de leerprestaties en het welzijn van hun kind beinvloedt.

Terugblikkend concluderen we dat de verhouding die ouders met scholen hebben nog vaak moeizaam is. Daar is nog een wereld te winnen.

(Drs. Victorine Meuwissen is coordinator bij '5010' namens de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders . '5010' is de informatie- en advieslijn voor ouders van schoolgaande kinderen - tel. 0800-5010c/ website: http://50tien.nl)


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: January 13, 2005



22 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2005 Dagblad Tubantia Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


January 8, 2005


SECTION: OPI (Opinie)


LENGTH: 601 words


HEADLINE: Ouders en school: een moeizame relatie


HIGHLIGHT:
In april ging de telefonische en digitale vraagbaak '5010' voor ouders over onderwijs van start. De eerste ervaringen wijzen uit dat contacten met scholen vaak allerminst soepel verlopen.


BODY:

Door Victorine Meuwissen

Honderden ouders van schoolgaande kinderen meldden zich met vragen bij de informatie- en advieslijn '5010' sinds minister Van der Hoeven van Onderwijs deze in april feestelijk in gebruik stelde. De onderwerpen die in het eerste half jaar aan bod kwamen, varieerden sterk: van inschrijving bij een school, leerplicht, pesten, vakanties, lesgeld en ouderbijdrage tot overgang en doubleren, toelatingstoetsen, eindexamens en de doorstroom naar andere scholen.

Ouders gebruikten het telefoonnummer 0800-5010 ook om emoties en klachten te ventileren. Begin oktober hield '5010' daarvoor een actieweek en riep hen op het hart te luchten. Knelpunten waren herkenning, opvang en behandeling van leerlingen met problemen. Met name dyslexie wordt niet altijd tijdig onderkend. Vaak ontstaat er onenigheid over begeleiding en ondersteuning van leerlingen met dyslectie. De steeds terugkerende vraag is in hoeverre deze kinderen recht hebben op extra tijd bij toetsen en examens. Ook willen ouders vrijstelling voor 'talige' vakken en die compenseren met andere vakken. Scholen blijken niet toeschietelijk om de mogelijkheden hiertoe te verkennen. Vergelijkbare problemen doen zich voor bij kinderen met rekenproblemen of dyscalculie.

Ouders weten vaak niet altijd bij wie aan de bel moeten trekken. Het zou een verbetering zijn als er maar een loket was voor leerlingen met problemen.

Geregeld is er ook verschil van mening over hoogbegaafden. Scholen vinden ouders lastig en menen dat ze de mogelijkheden van hun kind overschatten.

Veel voorkomende signalen van miscommunicatie komen tot uiting in vragen als: 'Heb ik recht op...', 'Mag de school mij verplichten om...', 'Moet mijn kind...' Bij doorvragen blijkt dat er meestal wel een gesprek tussen heeft plaatsgevonden, maar dat men niet naar elkaar heeft geluisterd.

Scholen hebben de neiging ouders hun beslissingen mee te delen in plaats van samen met de ouders besluiten te nemen. Ouders voelen zich daardoor buitengesloten of het nu gaat om rapportcijfers, straf of begeleiding van kinderen met problemen.

Ouders vinden dat de school te weinig of niets doet aan pesten. Opvallend genoeg gaat het niet altijd om wanverhoudingen tussen leerlingen. Er zijn ook leerkrachten die hun boekje te buiten gaan door te schelden, kinderen voor gek te zetten of te vernederen. In verband met de ernst daarvan wijzen we ouders regelmatig door naar de onderwijsinspectie.

Stevige meningsverschillen ontstaan er over zitten blijven. Met name de overgang van groep twee naar groep drie in het basisonderwijs roept veel vragen op. Verder blijkt dat veel ouders en kennelijk ook scholen, veronderstellen dat kinderen die na 1 oktober vier jaar worden, automatisch een jaar langer moeten 'kleuteren'.

Tot slot vangen ouders nog al eens bot als ze het niet eens zijn met de groepsgrootte of indeling van hun kroost. Klassen met meer dan dertig leerlingen zijn in het basisonderwijs geen uitzondering en jonge kinderen worden regelmatig geconfronteerd met een reeks leerkrachten in plaats van een of twee vertrouwde gezichten.

Ouders voelen zich machteloos als hun kind in een gecombineerde groep zit. Dit is iets waar ze geen invloed op hebben, terwijl dit wel de leerprestaties en het welzijn van hun kind beinvloedt.

Terugblikkend concluderen we dat de verhouding die ouders met scholen hebben nog vaak moeizaam is. Daar is nog een wereld te winnen.

Victorine Meuwissen is coordinator bij '5010' namens de Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders (NKO). Zie ook www.50tien.nl

© Wegener.NV 2005


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: January 8, 2005



23 of 87 DOCUMENTS


© 2004 PCM Uitgevers B.V.  
Algemeen Dagblad


November 6, 2004


SECTION: Magazine; Pg. 22


LENGTH: 2142 words


HEADLINE: Ieder kind een wonderkind


BYLINE: DOOR ANNET DE GROOT


BODY:

Kinderen-van-nu zijn niet zomaar kinderen. Ze moeten piano- virtuoos, profvoetballer of Nobelprijswinnaar worden. En als een kind daar geen talent voor heeft, dan moet het maar iets hebben.

"En? weet je al iets meer over de problemen op school?' 'Jazeker! Jasper blijkt een heel hoog IQ te hebben. Hij verveelt zich gewoon rot in de klas, en dan wordt hij balsturig he.' 'Alleen een hoog IQ? Nou, dan bof jij nog. Annefleur bleek bij de tests behalve hoog begaafd ook Paranormaal begaafd te zijn. Ik vond het al zo vreemd dat ze de hele tijd tegen oma zat te babbelen. En ik zei nog: oma is bij de engeltjes, zegt zij: nee hoor, oma staat gewoon achter je.'

'Dames, dames, willen we niet zo hard gillen alstublieft? Pepijn is name lijk hoogsensitief, hij kan niet tegen harde geluiden. Van snerpende stemmen wordt hij helemaal hyper.'

Decennialang regeerde in Nederland de middelmaat. iedereen gedroeg zich netjes en beheerst, niemand viel uit de toon. Goed, ome Henk tilde De Belasting, maar dat mocht ook want De Belasting, dat waren uitzuigers. En de dochter van mevrouw Paardekoper verderop in de straat, die was niet helemaal goed. Ook had je altijd wel een of twee aparte klas genootjes, kinderen die een beetje anders waren, wat stiller, opvallend goed of juist slecht in hun schoolwerk. Je broertje was een lastpak, een druk jong dat geen seconde stil kon zitten, maar voor de rest gewone gezinnen met gewone kinderen: het maaiveld, zeg maar. Gemiddeld zijn, in niets verschillen van andere mensen, dat was fijn, dat bood zekerheid.

Tegenwoordig daarentegen is 'gewoon' zo'n beetje het ergste wat een mens kan overkomen. Hoe spectaculairder de levensloop, hoe beter. Dus doet iedereen zijn best om succesvol, interessant, belangrijk of anderszins 'apart' te zijn: carriere, kleding, automobiel, verwegvakanties, alles wordt ingezet in de strijd om het 'kijk ons eens bijzonder zijn'. En wie er zelf niet in slaagt boven dat maaiveld uit te torenen, kan proberen of het met een omweg wellicht toch lukt: via het nageslacht.

In de huidige gezinnen zijn kinderen niet iets vanzelfsprekends meer. Over hun bestaan is van tevoren hard nagedacht. Kinderen zijn een project van tweeverdienende ouders geworden, een project dat moet slagen, dat bijzonder moet zijn. Want dat succesvolle carrierestel heeft niet zomaar een kind. Nee, met het kind is iets. Het is slimmer dan zijn klasgenootjes, troeft iedereen af bij het aanleren van nieuwe vaardigheden, weet veel beter dan zijn vader hoe de computer werkt en ziet er ook nog leuk uit. Hun kind is nog net geen wonderkind, maar toch zeker hoogbegaafd.

Hoogbegaafd, waar hebben we het over? De norm is dat iemand met een IQ van 130 of meer in die categorie valt. Maar zo bijzonder blijkt dat niet te zijn. Naar schatting valt 2 a 2,5 procent van de bevolking, ofwel zo'n 400.000 Nederlanders, in die klasse. Daarbij komt nog dat de huidige IQ-test, die voornamelijk wordt afgenomen onder kinderen tussen zes en twaalf jaar, te gemakkelijk is geworden voor de hedendaagse jeugd. Kinderen staan tegenwoordig aan zoveel prikkels van buitenaf bloot, dat ze over kennis beschikken die twee decennia geleden alleen werd aangetroffen bij de hoogbegaafden-van-toen, destijds 'bolleboos' of 'vlotte leerling' genoemd (zie onderstaand kader).

Dat het lijkt of er meer hoogbegaafde kinderen zijn, komt doordat hun ouders er vaak zo'n stennis over maken. Op hoge poten stappen ze naar de school toe en eisen simpelweg dat hun kind een klas overslaat. Gebeurt dat niet, dan spannen sommigen zelfs een kort geding aan. Zoals de ouders van de vijfjarige Frederique de Rooij uit Bussum. Zij waren van mening dat hun dochter hoogbegaafd was en een klas moest overslaan. De rechter oordeelde evenwel anders. Het was gelukkig wel weer goed voor een stukje in de krant, een eerste stap op weg naar eeuwige roem.

Blijkt het kind niet 'hoogbegaafd', dan is er nog een keur aan andere eigentijdse fenomenen waaruit de ambitieuze ouder kan kiezen. Doet het kind verrassend wijze uitspraken voor zijn leeftijd? Is het gevoelig voor stemmingen van anderen? Is het dromerig? Vertoont het teruggetrokken gedrag? Dan is er moge lijk sprake van een nieuwetijdskind.

Nieuwetijdskinderen zouden een gevoeliger zenuwstelsel hebben dan anderen. Ze reageren zeer intuitief, worden sterk beinvloed door stemmingen van anderen, hebben respect voor de natuur en hebben para nor male ervaringen. Ze zijn gevoelig voor aandoeningen aan huid en luchtwegen en blijken vaak dyslectisch. Ze staan anders in dit leven en daarvoor moet begrip zijn op school, vinden de ouders, die - hoe verrassend - zelf vaak grote interesse koesteren voor het spirituele, voor New Age.

'Een fantasierijk kind kan paranormaal begaafd zijn', waarschuwen opvoedkundigen die zich hebben toegelegd op het fenomeen nieuwetijdskinderen. Dat kan, uiteraard, maar vergeet niet: kinderen kunnen een dermate bizarre verbeeldingskracht hebben, dat volwassenen geneigd zijn te denken dat het wel waar moet zijn. Waar niet bij wordt stilgestaan, is dat zelfs peuters al veelvuldig worden blootgesteld aan gewelddadige tekenfilms waarin monsters, draken, elfen, engelen en karateschildpadden schering en inslag zijn. Wat doet dat met je fantasie?

Opmerkelijk genoeg wordt een deel van de nieuwetijdskenmerken ook aangetroffen bij hoogsensitieve kinderen, een nieuwe categorie 'Bijzondere Kinderen'. Hoogsensitieve kinderen zijn ook gevoelig voor de stemming van anderen, hebben ook een sterk rechtvaardigheidsgevoel en kampen ook met een gevoelige huid. Hoogsensitieve kinderen kunnen slecht tegen menigten en harde geluiden (iets wat voor de meerderheid van de mensheid geldt), ze houden niet van verrassingen en presteren minder goed als ze op de vingers worden gekeken (wie niet?). Ze zijn overgevoelig, maar net niet genoeg om ook de aanwezigheid van entiteiten uit het hiernamaals op te merken.

In wetenschappelijke kringen wordt terughoudend of zelfs sceptisch gereageerd op verschijnselen als hoogsensitieve kinderen of nieuwetijdskinderen. Onderzoek ernaar staat nog in de bijpassende kinderschoenen. Mia de Bijl, secretaris van de Nederlandse Vereniging voor Neuropsychologie: ' Hoogsensitiviteit is een begrip dat vooral in alternatieve kringen leeft. In de reguliere neuropsychologie is er vooralsnog geen aandacht voor, omdat er geen 'neurologisch substraat', geen concrete aanwijzing, voor het bestaan aanwezig is. De toegepaste neuropsychologie houdt zich vooral bezig met klachten die het gevolg zijn van een aantoonbare neurologische stoornis. 'Gevoeligheid' is ook geen psychologisch begrip. Hoe meet je dat trouwens? Hoog gevoeligheid is de zoveelste hype, het is pseudo-psychologie.'

Volgens deskundigen op het gebied van hoogsensitieve kinderen kunnen angst en verlegenheid er ook toe leiden dat kinderen juist geheel naar de andere kant doorslaan, waardoor ze hyperactief en agressief gedrag gaan vertonen. Veel ouders waren maar wat 'opgelucht' toen een aantal jaren geleden adhd werd ontdekt: Attention Deficit and Hyperactivity Disorder. Een serieuze aandoening die niet alleen de patienten maar ook hun directe omgeving zwaar kan treffen. Eindelijk, een noemer waaronder alle onhandelbare drukke zenuwelijerkinderen konden worden gevangen. Dat lastige broertje bleek bij nader inzien niet gewoon een beweeglijk kind en het was evenmin slachtoffer van een slechte opvoeding of anderszins tekortschietende ouders. Nee, waarschijnlijk leed het aan een bijzonder syndroom. adhd haalde de kranten en binnen no time werd het ene na het andere kind gediagnosticeerd als adhd 'er. Er werd zelfs een medicijn voor gevonden: Ritalin. De farmaceu tische industrie sprong een gat in de lucht. Een interessant nieuw afzetgebied diende zich aan. In de Verenigde Staten is Ritalin op dit moment al het meest verkochte geneesmiddel voor kinderen. Een aantal jaren geleden waarschuwde de gezondheidsraad al 'dat een niet onaanzienlijke groep kinderen' Ritalin krijgt voorgeschreven zonder goede diagnose. Een orthopedagoog van de Onderwijsbegeleidingsdienst West-Brabant stelde enige tijd geleden in deze krant dat driekwart van de adhd-gevallen in zijn regio dat label ten onrechte opgeplakt had gekregen: 'Ongeveer een kwart heeft echt adhd, vastgesteld door een kinderneuroloog. Dat is de enige die dat kan, want adhd is een neurologische aandoening.' In de zorg wordt dan ook hard gewerkt aan nieuwe richtlijnen met betrekking tot adhd, waarbij het geneesmiddel alleen nog door specialisten mag worden voorgeschreven.

Dat kinderen al dan niet terecht worden bestempeld als patient (van het bijzondere soort, uiteraard), alla. Maar dat jonge kinderen worden bloot gesteld aan zware medicatie, alleen omdat ouders een etiketje op hun kind willen plakken, is een kwalijke zaak. Zeker omdat de effecten van Ritalin op lange termijn nog niet bekend zijn.

Het op opvoeding van jonge kinderen gerichte tijdschrift J/M deelde mee dat adhd op dit moment de door kinderartsen (maar zijn dat ook kinderneurologen?) meest gestelde diagnose in Nederland is: 60.000 tot 65.000 kinderen zouden adhd hebben. Dat komt neer op een a twee per klas - naast al die hoogbegaafde, hoogsensitieve en nieuwetijdskinderen. En er zaten al kinderen in de klas die daadwerkelijk lijden aan door artsen vastgestelde aandoeningen: autisten, kinderen met 'gewone' dyslexie, met dyspraxie (voorheen mbd - Minimal Brain Damage - genoemd), dyscalculie (moeite met cijfers en rekenen), nld (Non-verbal Learning Disorder), faalangst, dysfasie (spraak afwijking die niet is veroorzaakt door ongeluk of ziekte), burn-out, anorexia Tel daarbij nog de tientallen soorten allergie waar kinderen-van-nu aan lijden, en een mens kan nog maar tot een conclusie komen: heeft u een normaal kind? Een kind waar helemaal niks mee is? Dan is dat Heel Bijzonder.

De IQ-test achterhaald: Aanzienlijk minder Einsteins in de klas

De nu gangbare IQ-test stamt uit 1986 en zal in de komende jaren - net als in voorgaande decennia is gebeurd - worden aangepast. Een kind dat vijftien jaar geleden honderd punten scoorde - het gemiddelde - scoort er nu 107. Dat wil geenszins zeggen dat kinderen slimmer zijn dan vroeger. W. Kort, hoofd van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) wijst op www.iequ.nl, 'de enige site speciaal voor hoogbegaafde jongeren', zo'n conclusie van de hand. Volgens hem speelt een grotere bekendheid van de jeugd met onder andere films en computers een rol. De modernisering is ook nodig ter vervanging van verouderde begrippen als giro betaalkaart en gulden. De vragen worden zo aangepast, dat de grootste groep tegen de honderd punten scoort. Dat betekent dat er in de toekomst minder hoogbegaafden uit de test rollen. Maar volgens Kort is het andere uiteinde van het intelligentiespectrum van groter belang: 'Of je nu 132 punten haalt of 127, het blijft een respectabele score'. Maar kwam een kind via de oude test nog in het reguliere onderwijs terecht (vanaf 71 punten), met de nieuwe test zal het beduidend lager scoren en 'mag je denken aan speciaal onderwijs. Daar zal dus meer geld voor nodig zijn'.

Een bijzondere analfabeet

Ouders vinden vaak dat hun bijzondere kinderen overal het slachtoffer van zijn. Dus wordt de buitenwereld aangepast en ontstaat er een nieuwe variant van 'bijzonder onderwijs'. Iederwijsscholen, nieuwetijdsscholen, thuisonderwijsleersystemen waarbij kinderen zelf bepalen wat ze gaan doen en wanneer - zijn erop gericht het de kinderen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Dat leven niet gemakkelijk is en niet bestaat uit louter leuke dingen, daarvan nemen deze kinderen geen kennis. Natuurlijk is het niet prettig als je kinderen niet alles kunnen wat ze - of hun ouders - zouden willen, maar dat is helaas de harde werkelijkheid voor iedereen. Hoe kinderen zelf een oplossing kunnen verzinnen voor een probleem, hoe ze zelf aan de slag kunnen om situaties naar hun hand te zetten, wordt hun niet aangeleerd. Geen wonder dat al die bijzondere kinderen steeds tegen aller lei obstakels aan lopen. Inmiddels komen veel ouders weer terug op hun besluit hun kind naar een aangepaste school te sturen.

De Regenboog brug school in Hillegom, een particuliere basisschool, werd in 2000 opgericht door orthopedagoog Erika de Bly. Van de aanvankelijk zeven leerlingen zijn er na drie jaar drie door hun ouders van school gehaald. Omdat ze niets hadden geleerd.

En zo'n leraar kan dan wel roepen dat ouders zich geen zorgen hoeven maken omdat 'kinderen als ze eraan toe zijn vanzelf willen leren lezen en schrijven', sommige kinderen willen er gewoon niet aan toe komen of ze zijn te verlegen om het rechtstreeks aan de leraar te vragen.

Hoogsensitief: ' Gevoeligheid is geen psychologisch begrip. Hoe meet je dat trouwens? Hoog gevoeligheid is de zoveelste hype, het is pseudo-psychologie.'


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: November 15, 2004



24 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2004 De Telegraaf
 
De Telegraaf


October 30, 2004


SECTION: Pg. 13


LENGTH: 445 words


HEADLINE: LEKKER KLAGEN


BODY:

Nederlanders leven op als zij kunnen klagen. Is het niet over het weer, dan gaat het over het gebrek aan veiligheid, zijn de politici over de hekel gehaald, dan komt het onderwijs aan de beurt. "Vroeger", is immer de slotsom, "was alles aanzienlijk beter."

Neem het onderwijs. Dat geweldige onderwijs van vroeger, uit de tijd dat kinderen nog wat opstaken. Gewoon stampen en koppen dicht, dat heeft jaren zijn nut bewezen.

Ja? Is dat zo?

Als je vroeger om een of andere reden niet kon meekomen in de klas - ziekte, dyslexie, dyscalculie, sociale of emotionele problemen, taalachterstand (ja, ook toen al), adhd, of gewoon een IQ dat iets beneden het gemiddelde lag - werd je als kind naar de achterste bank verbannen. Je telde niet meer mee. Hadden je ouders het geld om bijlessen te bekostigen, dan schoof je misschien weer naar voren. Zo niet, dan was het over en uit. Na een aantal malen zittenblijven en een jaartje zevende klas, ging je aan het werk. Als het tegenzat kwam je ergens aan de lopende band, als het meezat mocht je leerling worden bij een baas die je alsnog een vak bijbracht.

Kon je wel leren, dan was het stampen geblazen. Tafels, plaatsnamen, jaartallen, dicteewoorden. Omdat het momenteel de 'Week van de Geschiedenis' is, concentreren we ons daarop. Leerden we bijvoorbeeld met geschiedenis welke wereld er achter de geleerde jaartallen school?

Roken we de stank van de riolen en smerige grachten die in de welvarende Gouden Eeuw het hele leven overheerste? Leerden we meeleven met het 'gemene volk' dat de rijken lange dagen voor een hongerloon moest dienen? Werd ons verteld dat vrouwen kind na kind moesten baren om ze vaak kind na kind weer te begraven? Weten we wat kinderarbeid inhield? Leerden we dat 'ons Indie' van 'ons' werd door landjepik? Dat de bevolking daar werd beschouwd als lui werkvolk waar je de zweep overheen moest halen om de koffie-, thee- en kinacultures van de Nederlandse planters tot bloei te laten komen? Hoorden we dat koning Willem III er talrijke maitresses op nahield en zijn vrouw Sophie in 1855 een grote som geld afhandig maakte: anders zou hij haar hun jongste zoon Alexander (3 jaar) afhandig maken?

Nee. Wij leerden de feiten zonder het leven erachter. De kinderen van nu leren weliswaar minder feiten, maar verdiepen zich grondiger in de sociale, culturele en economische achtergrond - het leven - van de tijden die zij moeten bestuderen.

Het onderwijs van vroeger was niet beter. Het was oppervlakkiger. Dus houd nu eindelijk eens op met dat eeuwige geklaag.

En wees blij dat ons onderwijs goed is.

(Reacties: mjanssen@telegraaf.nl of Redactie OverMorgen, Postbus 376, 1000 EB Amsterdam).


LOAD-DATE: October 30, 2004



25 of 87 DOCUMENTS


© 2004 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Trouw


May 11, 2004


SECTION: de Gids; Pg. 13


LENGTH: 1303 words


HEADLINE: Uitzonderingen zijn tegenwoordig gemiddeld. Hester Macrander kijkt rond in de bijzondere klas van haar kinderen.


BYLINE: DOOR HESTER MACRANDER


BODY:

'In mijn vorige cabaretprogramma 'Hup' bracht ik de

volgende tekst, waarom altijd hartelijk gelachen werd. Blijkbaar herkende de zaal iets:

'We hebben tegenwoordig zulke bijzondere kinderen!', begon ik.

'Zeventig procent van de klas is hoogbegaafd. Geen wonder, als het onderwijzend personeel laagbegaafd blijkt te zijn. Vijfentwintig procent heeft adhd. Sommige kinderen hebben het allebei - dat wens je niemand toe: een hoogbegaafde adhd'er over de vloer! Dan heb je nog vier procent 'nieuwetijdskinderen', die contact hebben met het hogere. Mijn kinderen niet, die hebben contact met het lagere. En 1 procent is tegenwoordig nog normaal, maar heeft dan wel astma, eczeem of een voedselallergie.'

Waarom lachten al die vaders en moeders? Ik denk omdat ze het wat overdreven vinden, die aandacht voor al die afwijkingen. En dan is het lekker als iemand op het podium die trend wat relativeert. Trouwens: spreek nooit van 'kinderen met afwijkingen'. Op de school van mijn kinderen spreekt het onderwijzend personeel liever over 'opvallers'.

Overdrijven we, of worden zoveel kinderen tegenwoordig terecht dyslectisch (woordblind), autistisch, hoogbegaafd of hypersensitief gelabeld? Slechtsprekende kinderen zitten op hun vierde al bij de logopedist, en jongetjes die motorisch wat hoekig de boom inklimmen zijn onder behandeling van een fysiotherapeut. Ik legde mijn vraag voor aan de juf van mijn zoon Max (9 jaar, groep 6) maar die lachte: "Je krijgt voor elk probleemgeval een zak extra overheidsgeld, dus afwijkingen zijn in ieder geval heel handig!'

In mijn eigen jeugd werd de hele klas over een kam geschoren, namelijk de gemiddelde. Dat was natuurlijk niet goed, al die individuen gleden mee in een trage stroom van niet te specificeren brij. Maar nu is de onderwijspraktijk omgeslagen naar de andere kant: de hele klas lijkt uit uitzonderingen te bestaan. En alle (mondige) ouders wensen aangepaste, individuele aandacht voor hun 'bijzondere' kind.

Sommige ouders verwachten te veel van een school. Dat legt een enorme druk op de toch al zwaar belaste onderwijzers. Er kan een vervelende spanning ontstaan tussen ouders en onderwijzend personeel: vaders en moeders worden als zeuren ervaren, onderwijzers als te weinig betrokken. In die sfeer proberen ouders met IQ-testen of diagnoses van psychologen de gewenste behandeling af te dwingen.

Is de sfeer op een school open, worden ouders gezien als handige raadgevers in de gebruiksaanwijzing van hun kind -dan zijn veel van die buitenschoolse diagnoses en bijbehorende labels in de meeste gevallen niet nodig. Het lijkt mij voor de tere kinderziel ook niet goed om deze te labelen als autist of hoogbegaafd. Voor de rest van z'n leven zadel je het kind op met een etiket. Zo min mogelijk doen, lijkt mij.

Mijn ervaring is dat je er in de meeste gevallen samen met de leerkracht wel uitkomt. Je moet als ouder zelf in de gaten houden hoe het gaat met de ontwikkeling van je kind, en de school om bijstelling vragen als dat nodig blijkt. Als er daadwerkelijk iets met die opmerking gebeurt, is het probleem in de meeste gevallen weer verholpen. Tot het volgende probleem zich weer aandient. Maar da's opvoeden, door ouders en leerkrachten samen.

Natuurlijk tast je soms in het duister over wat er met je kind aan de hand is, en dan is het goed om het te laten onderzoeken bij een onderwijsbegeleidingsdienst, of wat dies meer zij. Soms kan het label van een geconstateerde 'afwijking' een groot voordeel zijn. Bij dyslexie bijvoorbeeld, omdat kind en ouders zichzelf niet langer de schuld geven van wat ervaren wordt als falen.

Als ik nu terugkijk op mijn eigen schooltijd, begrijp ik dat kleine Anton uit mijn klas verschrikkelijk dyslectisch was, zonder dat iemand dat besefte. We hadden toen nog 'centraal lezen'; om de beurt moest ieder kind een stukje voordragen, inmiddels pedagogisch volstrekt onverantwoord. De helft van de klas verveelde zich en las vooruit, een klein deel volgde de tekst. Anton wist nooit waar we waren. Als hij de leesbeurt kreeg, begonnen wij te zuchten (hoe wreed!), want Anton stotterde zich al spellend door zijn tekst. De meester werd dan woedend op hem. Arme Anton. Ik hoop dat het nog goed is gekomen met hem, maar waarschijnlijk heeft hij nog steeds een minderwaardigheidscomplex. Het voorbeeld van Anton is weerzinwekkend, en ik ben blij dat zijn stoornis tegenwoordig benoemd wordt. Maar nu zijn er wel schrikbarend veel kinderen dyslectisch! Het lijkt wel een hype! Het gros heeft volgens mij gewoon moeite met leren lezen. Het kwartje valt wat langzamer, denk ik. Toch goed dat deze kinderen niet meer beticht worden van luiheid. Ze worden nu geholpen met de 'makkelijk lezen boekjes', dunne boekjes met inhoud die hen aanspreekt, met een eenvoudige bladspiegel, korte zinnen, simpele woorden en grote letters. Anton was daar vast heel gelukkig mee geweest.

Dyslexie heeft ook een zusje: dyscalculie. Kinderen met die afwijking raken in de war bij het zien van cijfers, begrijpen de samenstellingen niet en kunnen niets onthouden. Eindelijk begrijp ik waarom ik zo'n moeite heb met de boekhouding! Maar mijn zoon Max is een rekenwonder (heeft ie dus van z'n vader). Van jongs af is hij gefascineerd door alles wat je in cijfers kunt uitdrukken. Gelukkig geeft de school hem alle ruimte. Hij krijgt extra rekenbladen om uit te zoeken hoe hij een som moet uitrekenen. Hij is daar heel bedreven in. Hoogbegaafd? Dan toch alleen in rekenen. Met sporten, knutselen en schoonschrijven presteert hij ver onder de middelmaat. Een knutselwerkje van een zesjarig dyslectisch jongetje - wat ik zijn moeder onlangs trots de school zag uitdragen - zou Max niet kunnen maken!

Mijn dochter Lot (6 jaar, groep 3) leest weer als een tierelier, terwijl haar vriendinnetje de woorden nog bij elkaar moet spellen. Lot mag nu meedoen met de leesles van groep 4. Misschien heeft ze wel de tegenovergestelde afwijking van dyslexie: al heel jong uitermate goed kunnen lezen. Het zal vast een naam hebben, maar welke? Moet ik Lots IQ laten testen? Ik kijk wel uit.

Over hoogbegaafdheid is de laatste jaren veel te doen geweest. Ook dit was een hype, net als dyslexie nu. Echt hoogbegaafden zijn er maar heel weinig. Die zijn in de kleuterklas al geinteresseerd in de prehistorie en kennen op hun zesde de beginselen van het Russisch. In Lots klas zit maar een zo'n zonderling, en zijzelf is het in ieder geval niet.

Zat er vroeger ook een autistisch kind in mijn klas? Vast wel, maar met de onwetende wreedheid die wij toen hadden ten aanzien van alles wat afweek, zal ik die leerling niet eens opgemerkt hebben. In Max' klas zit er een die autistisch gelabeld is. Al jarenlang krijgt hij speciale aandacht en ik moet zeggen dat ik niet zoveel autistisch gedrag meer aan hem kan ontdekken.

Ik heb geboft met de school van mijn kinderen, waarvan de onderwijzers erop hameren dat ze een goed contact willen met de ouders. Het gaat hen erom, zegt het hoofd van de school, dat ze erachter komen hoe een kind leert, welke leervoorwaarden het nodig heeft. Het gaat dus om de juiste benadering. Elke dag na school staan de meesters en juffen op het plein en kan je ze aanspreken. Er wordt naar ons, ouders, geluisterd en er wordt iets met onze opmerkingen gedaan. Als dit contact met de school er niet zou zijn, zou ik misschien mijn kinderen ook aan een IQtest hebben onderworpen - om de onderwijzers met een diagnose in de hand te dwingen hun aanpak te wijzigen. Gelukkig praten wij gewoon met elkaar.

i 'Bijzondere' kinderen

In de serie 'Mijn kind heeft...' op pagina 15 worden de komende dinsdagen verschillende 'uitzonderingen' besproken. Vandaag deel 1: Dyscalculie. Hester Macrander is entertainer en columnist.

Zomerkamp voor whizzkids in Lunteren. ARCHIEFFOTO JEAN-PIERRE JANS


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 19, 2004



26 of 87 DOCUMENTS


© 2004 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Trouw


May 11, 2004


SECTION: de Gids; Pg. 15


LENGTH: 548 words


HEADLINE: Dyscalculie ; mijn kind heeft . . .


BYLINE: MARLOES ZEVENHUIZEN


BODY:

Het begrip dyslexie is inmiddels goed ingeburgerd. Wie 'dyslexie' in de zoekbalk van Google intypt, krijgt al snel bijna veertigduizend Nederlandstalige pagina's voorgeschoteld. Minder bekend is de term dyscalculie, die slechts een tiende van het aantal hits oplevert. Bij dit probleem vormt niet lezen, maar rekenen een struikelblok. "Kinderen met dyscalculie hebben een normale intelligentie, maar vallen uit op rekenen', vertelt professor Adri Treffers van het Freudenthal Instituut, dat onderzoek doet naar wiskundeonderwijs. Het gaat bij dyscalculie dus niet om kinderen die over de hele linie zwak presteren.

Treffers: "Kinderen met dyscalculie hebben vaak moeite met elementaire rekensommen tot en met honderd. De som van 6 plus 5 kunnen ze bijvoorbeeld onmogelijk in hun hoofd krijgen. En als je dat weet, kun je je wel voorstellen wat er gebeurt wanneer het rekenen moeilijker wordt.'

Dyscalculie heeft volgens Treffers vele gezichten, zo kunnen kinderen worstelen met het leren van de tafels. Ook vertelt Treffers over een geval waarin een kind een som wel kon uitrekenen wanneer de opgave werd voorgelezen. Op papier lukte het echter niet om de rekensom op te lossen.

Verder kunnen rekenprocedures een probleem vormen. Treffers: "Als je bijvoorbeeld 28 van 62 moet aftrekken en die getallen onder elkaar zet, trekken sommige kinderen met dyscalculie de 8 van de 2 af in plaats van de 2 van de 8. Dan komt er een antwoord uit dat helemaal niet kan.' Volgens Treffers beseffen kinderen met dyscalculie dat niet, omdat ze niet begrijpen wat er achter een rekenprocedure zit.

Maar hoe vaak komt dyscalculie voor? In internationaal onderzoek zouden percentages rond de 6 procent worden genoemd. Hoewel Treffers het moeilijk vindt exacte cijfers te geven ("Het is lastig om een strakke grens te trekken. Zwak zijn in rekenen wil nog niet zeggen dat je dyscalculie hebt.'), spreekt hij liever niet over procenten. Treffers: "Ik heb het eerder over promillages.'

Treffers waarschuwt ervoor om kinderen niet te snel een etiket op te plakken. "Dan verschuift de verantwoordelijkheid van het niet goed kunnen rekenen naar het kind en komt het in het wittejassencircuit terecht. Je moet ook naar de onderwijskwaliteit kijken. Als het kind zwak is in rekenen, moet het onderwijs sterk zijn.'

Over de achtergrond van dyscalculie is volgens de website van Balans, een landelijke vereniging voor ouders van kinderen met onder andere leerstoornissen, nog onvoldoende duidelijkheid. Wel zou een erfelijke factor een rol kunnen spelen, net als bij kinderen met dyslexie.

Voor kinderen die woordblind zijn, is het mogelijk een dyslexieverklaring te krijgen. Hierdoor mogen ze gebruikmaken van speciale regelingen, zoals extra tijd voor hun examen of een extra herkansing. Voor kinderen met dyscalculie bestaat zo'n regeling nog niet. Treffers meent dat kinderen die ondanks goed onderwijs blijven uitvallen op wiskunde, in aanmerking moeten komen voor een vrijstelling. "Dyslectische kinderen mogen bijvoorbeeld eerder een vak als Frans laten vallen. Kinderen met dyscalculie zouden een eindexamen zonder wiskunde moeten kunnen maken.'

Meer informatie over kinderen met dyscalculie op www.balansdigitaal.nl.

Kijk voor het Freudenthal Instituut op www.fi.uu.nl.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 19, 2004



27 of 87 DOCUMENTS


© 2004 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


April 3, 2004


SECTION: Magazine; Pg. 58


LENGTH: 4745 words


HEADLINE: Pleisterplaats op de poesta


BYLINE: DOOR RENEE POSTMA ; FOTOGRAFIE ROEL VISSER


BODY:

Wie wil weten wat Midden-Europa is, moet naar herberg De Blinde Muis op de Hongaarse poesta. Hier trekt iedereen voorbij: Serviers met oud roest, Slowaken op weg naar Besancon, Poolse seizoenarbeiders uit Duitsland, platzakke Moldaviers op weg naar moeder de vrouw in Chisinau. Een hoofdstuk uit het nieuwe boek van Renee Postma.

De Blinde Muis ligt in een bocht van de weg, in het hart van Midden-Europa. Een scheefgezakte oude herberg die zijn naam dankt aan een ver verleden dat niemand meer kent. Het is ook helemaal niet de echte naam van de herberg. Hij wordt alleen zo genoemd. Sinds mensenheugenis. In werkelijkheid heet de herberg Kiss Csarda, naar de huidige eigenaar Sandor Kiss.

De herberg ligt op de weg van het Hongaarse Kecskemet naar Kiskunfelegyhaza. Of als je verder kijkt van Boedapest naar Szeged, of van Wenen naar Belgrado. Voor sommigen is het zelfs de weg van Muenchen naar Chisinau dat helemaal in Moldavie ligt. Vroeger kwam er een postkoets voorbij. In de stal naast de herberg stonden altijd verse paarden klaar. Nu staat er 'gummi szerviz' op de muur gekalkt en kun je er banden wisselen.

Op de arme zandgrond rond de Kiss Csarda, de herberg van meneer Kiss, is weinig te halen. Zelfs met de beste mest brengt de grond maar een derde op van wat de rijke kleigrond langs de rivieren biedt. Het is hartje poesta, een woord dat de Hongaren van de Slaven leenden om 'leeg' land te beschrijven. De boerderijtjes staan her en der verspreid in het dorre landschap. Kleine, witte, lemen huisjes met een schuur, een moestuin, een streepje graan en wat vee.

Er kan niet veel veranderd zijn sinds de Kumanen zich hier vestigden in de loop van de 13de eeuw. Zij waren een van vele Turkse nomadenvolken die rond het jaar 1000 door het gebied trokken. De Hongaren, ook afkomstig uit verre oostelijke streken, waren net begonnen zich te vestigen en hadden het voortdurend met de Kumaanse strijders aan de stok.

Die vechtlust van de Kumanen kwam de Hongaren later goed van pas. Steeds meer vorsten begonnen elkaar het gebied in Midden-Europa te betwisten. De Jagiello's uit Polen, de Boheemse Premysliden, de Anjou's en diverse Duitse vorsten, allemaal maakten ze aanspraak op het kruispunt van Europa. De Hongaren raakten in de knel. Ze waren boer geworden en hadden de vechttechnieken van een nomadenvolk verleerd. De Hongaarse koning Bela iv begreep dat en huwde listig zijn zoon uit aan de Kumaanse Elisabeth.

Kumaanse krijgers verdedigden daarop de Hongaarse kroon en kregen rechten om zich in de poesta te vestigen. Daarna zijn ze opgegaan in het Hongaarse volk. De herbergier Sandor Kiss zou een nakomeling kunnen zijn van het oude geuzenvolk met zijn pikzwarte haar, zijn diepbruine ogen en zijn ronde gezicht. Hij wekt in ieder geval graag de indruk. Meestal draagt hij een Turks vest op zijn zwarte spijkerbroek. Soms bedient hij in de traditionele dracht van de streek: een witachtig, breed vallend poestagewaad dat het midden houdt tussen een broek en een rok.

Volgens het bordje achter de bar is de herberg een restaurant van de vierde categorie. Een bordje voor de bar houdt het op de derde categorie. In de keuken bakt en braadt een jonge, dikke kokkin. In grote pannen pruttelen goelasj en het stoofvlees dat de Hongaren porkolt noemen. De bezoekers van de Kiss Csarda willen het liefst gestoofd of gepaneerd vlees. En graag een beetje snel, want ze hebben allemaal nog een lange reis voor de boeg.

'Pofta buna, Moldavanie'. Een tamelijk fors uitgevallen Moldavier zwaait de deur open en wenst zijn aanwezige landgenoten smakelijk eten. Minstens drie groepjes Moldaviers zitten haastig soep te lepelen uit rood geemailleerde keteltjes. Het handelsmerk van de Hongaarse traditionele keuken. Slurpend wordt de soep naar binnen gewerkt. Afwisselend nemen ze happen zacht wit brood en gloeiend hete groene paprika.

Worstelaar

De laatste binnenkomer heeft iets van een worstelaar. Ook zijn maats tonen overmatige spierpartijen onder de trainingspakken. Ze kiezen een tafel in de bijkamer en laten de soep komen. De paprika doet zijn werk. Binnen een paar minuten druipt het zweet van hun gezichten. Even later verspreidt zich een doordringende geur die aan Rusland doet denken. Aan wodka en zwart brood. Ik kijk op. De worstelaars maken inderdaad een ¦es wodka soldaat van een totaal onbekend merk dat ze kennelijk zelf hebben meegenomen. Ze slaan hun glaasjes in Russisch tempo achterover.

Arcadie, Vania en Slava, drie andere Moldaviers, houden het een paar tafeltjes verder op een ¦es Fanta. Ze willen fris blijven. Gisteravond zijn ze met hun oude Mercedes-bestelbus uit Muenchen vertrokken, morgenmiddag hopen ze thuis te zijn bij hun familie in Chisinau. Ze snakken naar de huiselijke warmte. Westerlingen vinden ze maar koude kikkers.

Vania, een mooie man van midden dertig, heeft het even helemaal gehad met het Westen. Gisteravond moest hij zijn papieren laten zien op het station van Muenchen. Eerst zeiden ze dat alles in orde was. Dat was volgens Vania ook zo. Uit zijn binnenzak haalt hij een paspoort waarin een keurig visum voor Portugal staat. 'Daar heb ik 2.500 euro voor betaald om in Portugal in de bouw te kunnen werken.'

Vania verkeerde in de veronderstelling dat het Portugese visum ook goed was voor Duitsland. Allemaal Schengengebied immers. Maar daar bleek de Duitse politie anders over te denken. Hij laat een papier zien waarop staat dat hij 'illegaal' in Duitsland was en daarom 150 euro boete moest betalen. Honderdvijftig euro! Vania is er nog ziek van. Waar hij vandaan komt, zijn dat vijf maandsalarissen en hij had zich al diep in de schulden moeten steken om een visum te kunnen kopen. Maar ja, hij kon niet anders. Betaalde hij niet, dan moest hij de gevangenis in. En hij wilde zo graag naar huis. Naar zijn vrouw en kinderen in Chisinau.

'Koud zijn ze daar in het Westen, ijskoud', mompelt hij. Het bouwavontuur in Portugal heeft ook al niks opgeleverd. Hij heeft nog een paar maanden salaris tegoed van zijn Portugese baas. De peperdure reis naar het Westen is een fiasco geworden. De Portugees heeft zich failliet laten verklaren en zegt geen rooie meer cent te hebben. Pech gehad.

Slava en Arcadie proberen hun makker op te beuren.

Morgenavond zijn ze allemaal weer fijn thuis! De drie Moldaviers hebben een universitaire opleiding achter de rug en zouden het liefst gewoon in Moldavie blijven. Maar met banen die hooguit 30 euro in de maand opbrengen kun je geen gezin onderhouden. Slava: 'In de winter zijn we alleen al aan stookkosten honderd euro in de maand kwijt. We moeten wel de weg op om ons gezin warm te houden.'

Ze handelen in tweedehands auto's en auto-onderdelen en rijden een paar keer per maand op en neer tussen het arme Oosten en het rijke Westen. Arcadie gaat het vaakst op pad. Hij heeft naast een Moldavisch ook een Roemeens paspoort en dat scheelt een visum en een hoop gedoe. Want een martelgang is het wel van Chisinau naar de schroothopen van Duitsland waar ze hun spullen halen.

Dure visa op de heenweg en corrupte douaniers en politie op de terugweg. Het feest begint bij Hongarije waar de douane knap lastig kan zijn als je ze niet snel 30 euro in de hand stopt, vertellen ze. 'En dat vinden ze dan nog weinig', zegt Slava verontwaardigd. Na de Hongaarse douane volgen de Hongaarse politieagenten, de Roemeense douane, de Roemeense agenten en ten slotte de Moldavische douane en politie. 'Soms kost zo'n trip meer dan hij oplevert', grijnst Arcadie.

Maar dat weerhoudt ze er niet van om een paar dagen later weer op pad te gaan. Ze laten zich niet kisten. Ze zijn gewend voor zichzelf te zorgen. Met gsm's houden ze contact op de onzekere weg van en naar Duitsland. Een paar jaar geleden werden ze in Roemenie wel eens aangehouden door moderne struikrovers. 'Maar die kom je nu alleen nog maar in het oosten van Polen en in de Oekraine tegen', weet Slava.

En als hun auto het begeeft, wat regelmatig voorkomt, dan repareren ze die natuurlijk zelf. 'We sleutelen net zo lang tot hij het weer doet. Als we tenminste de kans krijgen.' Hij doelt op de Duitse Autobahn. De auto mag overal kapotgaan. Da's geen probleem voor een beetje man, lachen ze stoer. 'Maar niet op de Autobahn, want dan komt er onmiddellijk een sleepauto van de adac en mag jij mooi betalen.'

Na het eten gaan ze er weer haastig vandoor. Arcadie geeft zijn adres. 'Als je ooit in Moldavie komt, moet je beslist langskomen. Wij zullen je met open armen ontvangen.' Volgens Slava is de Moldavische cognac nog altijd van puike kwaliteit. Arcadie maakt de achterdeur van de bestelbus open. 'Kijk, dit vervoeren we nu.' Ik staar in een industriele afvalhoop: dikke rubberen slangen, versleten autobanden, roestige staven en andere motoronderdelen. Slava pakt een brok metaal. 'Dit is een versnellingsbak van een oude vw-bus. Die gaan we gewoon weer gebruiken.' Tussengebied

Midden-Europa is een tussengebied, de naam zegt het al, tussen West-Europa en Oost-Europa. Er zijn veel geleerde boeken geschreven over de vraag wat Midden-Europa precies is en waar het ligt. Op de grens van de katholieke wereld en de orthodoxe wereld? Zover als de Verlichting gekomen is? Op het grondgebied van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie? Geen enkele plaatsbepaling past echt en de naam is ook al een probleem. Midden-Europa klinkt naar 'Mitteleuropa' en dat klinkt verdacht. De term riekt naar Duitse plannen uit het begin van de Eerste Wereldoorlog om Duitsland samen te voegen met de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie in een grote Duitstalige Midden-Europese ruimte. Met een bestuur, een leger en een economie. De gedachte kwam van de ongelukkige Duitse liberaal Friedrich Naumann die geen andere oplossing zag voor het sociaal en etnisch exploderende Midden-Europa van 1914.

In de jaren '30 begon het 'Mitteleuropa' van Naumann een tweede leven als nazi-propaganda. De ongelukkige bedenker van de term, Naumann, was al in 1919 overleden.

'Mitteleuropa' roept associaties op met Duitse overheersing zoals 'Oostblok' de Russische bezetting in herinnering brengt en beelden oproept van de Berlijnse Muur, wachttorens en prikkeldraad. Dissidente intellectuelen kwamen in de jaren '80 met de term 'Centraal-Europa'. Ze benadrukten dat ze Europeanen waren en protesteerden dat hun deel van Europa was 'gekidnapt' door de Sovjet-Unie. De term van de Tsjech Vaclav Havel en andere Midden-Europese dissidenten heeft de val van het communisme ruimschoots overleefd, want in de internationale politiek wordt het midden van

Europa nu steevast 'Central Europe' genoemd.

Het Midden-Europa van de Blinde Muis is geen politiek begrip. Er zijn geen vaste grenzen. Het is geen afbakening van landen die wel of niet bij de Europese Unie komen. Of die wel of geen navo-lid zijn.

Het Midden-Europa van de Blinde Muis is een wereld van mensen die bepaald worden door eenzelfde lot. Ze bewegen zich in een ruimte tussen de chaos van het Oosten en de orde van het Westen volgens een bepaalde, eigen dynamiek. Daarin weegt het verleden heel zwaar. Sociale, etnische en nationale tegenstellingen keren honderd keer terug. Het grote geweld ligt altijd op de loer. Dat weet iedereen in Midden-Europa, een bonte verzameling volkeren ingeklemd tussen twee werelden. Vroeger waren het rijken: het Duitse rijk en het Habsburgse rijk aan de ene kant en het Russische rijk en Turkse rijk aan de andere. Later werden het blokken: het vrije Westen tegenover het communistische Oostblok.

Nu is er de wereld van de Europese Unie met zijn vrije verkeer van personen en goederen en zijn Schengen-grens, die bepaalt wat daarbuiten ligt. Een deel van Midden-Europa zit straks aan de 'goede' kant. Tsjechie, Slowakije, Polen, Hongarije en Slovenie zijn 'binnen'. Een Poolse diplomate stuurde me op de avond van het Poolse referendum over de toetreding in juni 2003 een juichend sms'je: 'We zitten erin!' Polen had niet alleen Brussel maar ook de eigen burgers overtuigd dat de toekomst in Europa ligt.

De rest blijft voorlopig buiten staan. Politici in Brussel, Boekarest en Sofia doen hun best om de moed erin te houden, maar de uitslag is lang niet zeker. Er is een streefdatum, meer is het niet. Als ze aan de voorwaarden voldoen, mogen Roemenie en Bulgarije in 2007 toetreden. De andere landen van het voormalige Joegoslavie hebben na de verscheurende oorlogen van de jaren '90 nog een langere weg te gaan.

Het is het lot van Midden-Europa dat de scheidslijnen voortdurend bewegen. Als je begin vorige eeuw in Moekatsjevo, nu Oekraine, geboren bent en je bent er blijven wonen, dan ziet je curriculum vitae er ongeveer zo uit: kleuterschool in Hongarije, lagere school in Tsjechoslowakije, Tweede Wereldoorlog in Slowakije, middelbare leeftijd in de Sovjet-Unie en pensioen in Oekraine. En daar heb je geen voet voor buiten de stad hoeven zetten.

De reet van de premier

Terug naar de Blinde Muis. Voor de deur staat een bus te wachten met een Roemeens nummerbord. De twee vrouwen die binnen een bord eten wegwerken, zijn Hongaars maar ze wonen in Roemenie. 'Als je niet likt, dan moet je maar vliegen, zeggen ze bij ons', besluit de vrouw die Maria blijkt te heten in onvervalste Midden-Europese beeldspraak. Ze wil nog wel meer vertellen, maar Terez trekt aan haar mouw dat ze mee moet komen. Zoltan, de chauffeur, heeft zijn bord leeg en de weg naar Kezdivasarhely is nog lang. Nog bijna 500 kilometer moeizaam manoeuvreren over tweebaanswegen tussen houten karren getrokken door merries met een huppelend veulen langszij, zoevende Mercedessen met ramen van rookglas en alles wat daar tussen zit.

De dames uit het oude Hongaarse Szeklerland aan de rand van Transsylvanie nemen geen blad voor de mond. Het 'likken' slaat op de 'reet' van de Roemeense minister-president Adrian Nastase. Een zeer onbetrouwbaar sujet, weten ze, uitsluitend geinteresseerd in de eigen macht. Een ouwe communist, nou dan weet je het wel. De 'likker' is Bela Marko, voorzitter van de Democratische Alliantie van Hongaren in Roemenie. Een etnische Hongaar die de belangen van Maria en Terez zou moeten vertegenwoordigen. Hij komt zelfs uit dezelfde stad. Maar dat zegt niets zodra er macht in het spel is, weten ze uit ervaring. Want wat doet Marko? Hij is in de reet van de Roemenen gekropen en doet niks voor zijn eigen mensen, weten ze. Hun man is Laszlo Tokes, de onbuigzame, nationalistische Hongaarse bisschop, daar heb je tenminste wat aan. Die laat zich niet door de onbetrouwbare Roemenen in de luren leggen.

De bus naar Boedapest rijdt tweemaal per week op en neer. Maria heeft een paar weken vloeren geboend in de Hongaarse hoofdstad. Er reizen heel wat werksters op en neer. Midden-Europa kent zijn eigen arbeidsmigratie. Terez is met haar zoon in Boedapest naar de dokter geweest. De jongen heeft al jaren last van zijn rug. In Roemenie is ze bij wel tien artsen geweest, elke keer met een vette envelop voor meneer of mevrouw de dokter.

Anders kwam ze niet eens de wachtkamer in. 'Weet je wel wat dat allemaal gekost heeft?' Ze heeft haar hinkende zoon het hele land door gesleept. 'Tien verschillende artsen en tien verschillende meningen. Er was zelfs iemand die zei dat het misschien wel kanker was.'

Zeven jaar geleden is ze met het kind, inmiddels een ¦inke puber die vermoeid aan een flesje cola lurkt, op de bus naar Boedapest gestapt. Daar waren de Hongaarse artsen het snel eens. De jongen had een aangeboren afwijking in zijn heup. Hij werd onmiddellijk geopereerd. Eens per jaar moet hij voor controle naar de Hongaarse hoofdstad. Ook dit keer was de dokter weer heel tevreden. En het kost Terez geen cent. Zeven jaar geleden al bracht het ziekenhuis in Boedapest haar in contact met een hulporganisatie die etnische Hongaren uit de buurlanden opvangt. De jongen wordt gratis behandeld.

Slobodan de Servier

Op de parkeerplaats voor de herberg maakt Slobodan de Servier aanstalten om weer te vertrekken. Hij is blij dat hij even een praatje kan maken, voordat hij weer op pad gaat. Alleen is maar alleen en de rit van Wenen naar Kragujevac in Servie is best lang. Slobodan is al wat ouder, heeft een kogelrond buikje en hij praat amechtig. Zijn mosgroene, minstens dertig jaar oude Mercedes met Weense nummerplaat is tot op de laatste millimeter volgestouwd met tweedehands bouwmaterialen. Hij blijkt een vaste klant te zijn. Kiss, de herbergier, even later: 'Oh, die komt hier een paar keer per maand. Die spullen haalt hij bij de sloop in Wenen en hij brengt ze naar Kragujevac. Je zou het niet zeggen, maar hij verdient daar goed geld mee, want hij komt elke keer terug met een duurdere auto en een mooiere vriendin.'

Slobodan heeft zijn eigen gat in de markt gevonden. De fabrieken van Kragujevac waar auto's en wapens werden gemaakt, zijn in 1999 door de vliegtuigen van de navo in puin gelegd. De stoere arbeiders zitten al jaren thuis hun vrouwen gek te maken. De werkgelegenheid is nooit meer geworden wat die was. Er is alleen werk voor scharrelaars, smokkelaars en klusjesmannen. Slobodan zorgt dat ze aan hun door Oostenrijkers afgedankte keukenblokken komen. Hij redt zich wel en kan zich zelfs wel eens een van de hoertjes veroorloven die langs de weg op klanten staan te wachten.

Andrea is een vast hoertje op het traject, ze maakt een korte pitstop in de Blinde Muis. Eerst even opfrissen op de wc. Daarna snel een hapje. Haar grijs-blauwe ogen staan geen moment stil. Schichtig reageert ze op ieder geluid, iedere stap, iedere schaduw die binnenkomt. Zodra ze een klant vermoedt, probeert ze contact te leggen. Ze gunt zichzelf nauwelijks de tijd om de zure vleessoep naar binnen te lepelen. Als de klanten het even af laten weten, begint ze te vertellen. Dat ze uit de buurt komt, dat ze tot een jaar geleden in de confectie werkte, dat ze drie kinderen heeft die elke dag braaf naar school gaan.

Ze heeft een groezelig lichtblauw jasje aan. Haar ogen zijn zwaar opgemaakt in dezelfde onbestendige blauwe kleur. Haar hal¦ange haar is fel rood geverfd. Andrea zegt dat ze 25 is. Het zal niet veel schelen. Ze maakt de indruk aan de drugs te zijn. Ze vertelt dat ze zelfstandig is en zonder pooier werkt en dat ze zich tweemaal per maand laat nazien door een arts. Het klinkt onwaarschijnlijk.

De hoertjes langs de doorgaande weg zijn van de laagste categorie, net als de herberg. Zij staan zomer en winter, bij nacht en ontij in de buurt van zanderige zijweggetjes en bosachtige stukjes met hun armen te zwaaien. In de hoop dat een eenzame vrachtwagenchauffeur of een haastige zakenman even zijn wagen aan de kant zet. Sanitaire voorzieningen zijn er niet. De hoertjes bereiden zich met een papieren zakdoekje voor op de volgende klant.

Andrea hoest. Als ze haar lepel pakt, zie ik dat haar handen onder de wratten zitten en vreemde witte plekken vertonen. Snel trekt ze haar mouw over de gehavende handen.

'Nou, dat was het dan', lacht ze als ze de soep half op heeft. 'Het werk roept!' Gejaagd loopt ze naar buiten. Even later zie ik haar wild zwaaiend aan de horizon. Een ¦adderend lichtblauw vogeltje met een vuurrode tas aan de schouder. Een Turkse vrachtauto mindert vaart in de bocht. Hij lijkt te willen stoppen, maar de personenauto die er vlak achter zit geeft woeste lichtsignalen en dwingt de vrachtwagen door te rijden. Weer een kans verkeken. Andrea stapt driftig door. Tussen de bosjes zit haar pooier onderuitgezakt in zijn auto rustig op zijn winst te wachten.

Gratis bordje soep

Sandor Kiss zal niemand de deur wijzen. Iedereen is welkom, hij accepteert alle muntsoorten die de bezoekers in hun portemonnee hebben en als iemand per ongeluk platzak is, krijgt hij een gratis bordje soep toegeschoven. Kiss is zijn eigen man en dat wil hij graag zo houden. In de politiek heeft hij geen vertrouwen en in de bemoeizuchtige Europese Unie al helemaal niet. Hij is ook niet gaan stemmen toen de Hongaren hun referendum hielden over toetreding tot de eu. 'Het was duidelijk dat het ja zou worden. Daar hadden ze mij niet voor nodig.' Van de eu verwacht hij weinig goeds. 'Ik heb eens gekeken wat dat voor mij betekent. Nou, daar word je niet vrolijk van. Alles moet anders. De keuken, de afvoer, de wc's. Alles. Dat kunnen we nooit betalen.'

Kiss voorziet dat hij straks geen soep meer mag trekken van echte botten, dat hij niet zomaar meer een eitje mag bakken als de klant daar om vraagt en dat het afval niet meer naar de varkens kan. De controleurs van de eu zullen hem in de gaten houden, zoals vroeger de geheim agenten van het communisme. En dat het boetes zal regenen staat voor hem vast. De herbergier is namelijk niet van plan zich aan alle voorschriften te houden. Somber haalt hij een natte dweil door de wc's die direct aan de eetruimte grenzen. Van de dames-wc gaat het via het restaurant naar de heren-wc. Daarna spoelt hij de dweil uit. Zo, dat is ook weer fris!

Intussen rent Csilla af en aan met volle borden en rekeningen. Ze had zich een heel ander leven voorgesteld toen ze zich indertijd aan haar 'voetballer' overgaf. Een leuke jongen, plaatselijke ster. Professional zelfs. Dat wil zeggen, onder het communisme waren er natuurlijk geen kapitalistische professionals. Het waren beroepssporters in staatsdienst. Maar dat maakte ze niet minder aantrekkelijk voor de plaatselijke meisjes.

Ze moeten een knap stel geweest zijn. Csilla ziet er vijftien jaar later nog steeds leuk uit met haar hal¦ange blonde haar en haar donkere ogen. Maar wel een beetje moe. De voetballer heeft ze uiteindelijk het huis uitgewerkt en dat was nog helemaal niet zo makkelijk. Alles heeft hij kapotgemaakt, alles verkocht. Er was gewoon helemaal niets meer over. Zelfs het hout van de raamkozijnen heeft hij verpatst. Drank? Nee, dat was het niet. Hij is gewoon asociaal en houdt totaal geen rekening met anderen. 'Hij kan wel goed voetballen, maar hij kan niet in een team spelen', is haar conclusie. Nu is hij weg. Voorgoed weg, hoopt ze. De twee meisjes die uit het ongelukkige huwelijk zijn geboren voedt ze in haar eentje op.

Als het even stil is in de Blinde Muis, komt Csilla aan tafel zitten en steekt ze een sigaret op. Achter haar rug is in de keuken een berg vuil vaatwerk zichtbaar. Maar Csilla heeft even geen zin. Ze maakt in de Blinde Muis dagen van minstens 12, maar meestal 14 uur. Soms komen er hele bussen tegelijk binnen. De buschauffeurs bellen meestal al vanaf de grens dat ze eraan komen. In de keuken staat altijd een enorme pan met bonensoep te pruttelen. Nu eens gaat er een reepje bleek buikspek bij, dan weer een restje aardappelen of een handje bonen. Iedereen kan er voor een paar euro eten. De chauffeur mag in ruil voor de klandizie gratis eten wat hij wil. Hij heeft meestal een dikke buik.

Csilla daarentegen is broodmager. Ze rent de hele dag heen en weer. Alles moet snel. Zodra de klanten zitten, krijgen ze een kaart onder de neus. Een paar minuten later staan de dampende borden op tafel. Zodra ze aanstalten maken om te vertrekken, staat Csilla klaar met de rekening en een dikke zwarte portemonnee waarin de meest uiteenlopende muntsoorten verdwijnen. Nog voordat ze de deur uit zijn staat de vuile vaat in de keuken en slaat Csilla met een servet de kruimels van tafel.

Ze trekt diep aan haar sigaret. 'Eigenlijk ben ik lerares', begint ze. 'Rekenlerares.' Jarenlang heeft ze geprobeerd de kinderen van het nabijgelegen Kiskunfelegyhaza de beginselen van het abstracte denken bij te brengen. Maar ze heeft het op moeten geven. In het onderwijs valt in Hongarije geen droog brood te verdienen. Zeker niet voor een alleenstaande moeder met twee kinderen.

Zelfs niet met de wonderbaarlijke Japanse rekenmethode Soroban. Het klinkt als een toverformule, maar volgens Csilla heeft het met hocus-pocus niets te maken. 'Het werkt met een telraam dat verticaal georganiseerd is in plaats van horizontaal', legt ze uit. 'Kinderen die moeite hebben met rekenen, kunnen in een oogopslag het resultaat van een som zien. Zien en begrijpen. Tot een miljoen toe.'

Een volstrekt logische methode, bij uitstek geschikt voor kinderen met 'dyscalculie', zeg maar leesblindheid met cijfers. Ze aarzelde dan ook niet toen ze hoorde dat ze Soroban-vertegenwoordiger kon worden op de Hongaarse poesta. Maar de dorpsschooltjes in de buurt wilden helemaal geen nieuwe rekenmethodes. Waarom zouden ze. Alsof een en een ineens geen twee meer was. Als een kind rekenproblemen heeft, moet hij gewoon beter zijn best doen, vonden de ouders, of op het land gaan werken. Csilla's ondernemerschap was van korte duur. Ze was meer tijd kwijt met het invullen van alle belastingrompslomp dan met het onderwijs zelf. Drie jaar geleden meldde ze zich bij de Blinde Muis.

Dacia-karavaan

Als de deur opengaat, dooft ze haar sigaret. 'Daar heb je de Dacia-karavaan', mompelt ze en gaat weer aan het werk. Aan de eerste tafel bij de deur neemt een gezelschap jonge zigeuners plaats. De vrouwen zijn nog geen twintig. De mannen misschien een paar jaar ouder. Broers en neven die met hun vrouwen op en neer pendelen tussen Oradea, vlak over de Roemeense grens en Besancon in Frankrijk. Waarom Besancon? Ze hebben er contacten. Soms is er werk en ze kunnen er slapen in een verlaten huis ergens op het land. Geen water, geen licht, maar wel een dak boven hun hoofd.

De kleinste zigeuner blijkt de oudste. Hij doet het woord. 'Als er werk is, kunnen we 25 euro per dag verdienen, maar het gaat de laatste tijd niet goed. Je mag blij zijn als je op zeven dagen twee dagen werk hebt.' Hij vertelt dat hij dertig is en vader van zes kinderen. Het hele gezelschap is onderweg naar huis, omdat een van de vrouwen op alle dagen loopt. Kinderen krijgen doe je thuis bij je moeder in de familiekring, en niet in een vochtige ruine in de Franse Alpen.

Werk, handel en geboortes bepalen het ritme waarmee de clan zich over het Europese continent beweegt. Ze rijden in roestige auto's, meestal Dacia's, de Roemeense versie van de Renault Zes, het product van een schimmige deal die dictator Ceausescu in de jaren '80, wist te sluiten met de Franse overheid. Grenzen zijn lastig maar niet onoverkomelijk. Als je maar zorgt dat je een uitnodiging kunt laten zien van iemand in het Westen. Of 250 euro baar geld, het minimum om over de Schengen-grens te mogen.

Terwijl het eerste gezelschap zigeuners zijn soep lepelt, komt er een tweede groep binnen. Ze komen ook uit Frankrijk, maar zijn duidelijk rijker. De mannen dragen Lacoste-shirtjes, de vrouwen kleurige rokken. Een van de jongens ziet eruit als een Italiaanse gigolo en doet onmiddellijk een bod op mijn auto. 'Mi piace, mi piace', roept hij als een man van de wereld.

De rijkere zigeuners gaan naar Roemenie en Kroatie. Voor familiebezoek en vakantie. Ze eten hun soep maar half op en brengen de rest naar een lange magere man met een zwakzinnige blik in de ogen die een tafeltje verder zit. 'Hij heeft altijd honger', glimlachen ze en laten voor zichzelf nog een ¦ink bord vlees komen bij wijze van tweede gang. De magere man werkt gelukzalig het ene bord soep na het andere naar binnen. Tot hij in zijn gretig enthousiasme per ongeluk een heel bord hete soep in zijn kruis kiepert. De Blinde Muis buldert van de lach. De magere man lacht mee en trekt ter plekke zijn hemd uit. Met een glimmend bruin bovenlijf en een broek vol vlekken maakt hij grijnzend zijn werk af en eet alle restjes op. De rijkere zigeuners vragen om de rekening. In euro's. Als Csilla alles bij elkaar heeft opgeteld, leggen ze een berg muntjes op tafel.

Renee Postma was van 1994 tot 2003 correspondent in Boedapest, eerst voor de Wereldomroep, de laatste vijf jaar voor NRC Handelsblad. Deze maand verschijnt bij uitgeverij Prometheus haar boek 'MiddenEuropa achter de schermen. Van Habsburg naar Wenen'.

Roel Visser is fotograaf.

De Blinde Muis, de herberg van Sandor Kiss, ligt op de weg van Kecskemet naar Kiskunfelegyhaza, een pleisterplaats op de Hongaarse poesta.

Linksboven: De bezoekers van de herberg eten graag goelasj.

Linksonder: Sandor Kiss, eigenaar van De Blinde Muis, staat ook zelf in de keuken.

Links: Herbergier Kiss en serveerster Csilla, voorheen onderwijzeres. Rechtsboven: De Blinde Muis ligt op het kruispunt van Europa.

Rechtsonder: De hoertjes langs de weg zijn, net als de herberg, van de laagste categorie.

De kok kan snel een warme vleespot op tafel brengen. De gasten hebben altijd haast, de weg is nog lang.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 19, 2004



28 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2004 Provinciale Zeeuwse Courant  
Provinciale Zeeuwse Courant


February 21, 2004


SECTION: 13


LENGTH: 771 words


HEADLINE: Bewondering en scepsis over beweegtherapie


BODY:

door Esme Soesman

DREISCHOR - Stuiteren met een bal of kruipen over de vloer: simpele bewegingen waarmee kinderen leer-, gedrags- of ontwikkelingsproblemen kunnen overwinnen. Ze maken onderdeel uit van de werkwijze van Janny de Jong-Koutstaal uit Dreischor. Haar BSM-therapie is nog altijd niet wetenschappelijk erkend, maar kent wel een grote schare dankbare 'gebruikers'.

De telefoon rinkelt onafgebroken op een doordeweekse dag. Clienten vragen doorlopend advies. Janny de Jong (70) schakelt moeiteloos over van het ene naar het andere dossier. Een onvoorstelbare inspanning voor iemand die jaren geleden kampte met een slecht functionerend geheugen.

In 1966 liep ze ernstige zwangerschapsvergiftiging op. Na in coma te hebben gelegen kampte De Jong met slecht zicht en dito geheugen. Bij toeval vond ze heil in simpele aaibewegingen over een stukje stug tapijt. Het waren oefeningen die zij als remedial teacher, in opdracht van anderen, 'voor de gezelligheid' samen uitvoerde met de kinderen die zij onder haar hoede had. Haar geheugen en zicht knapten, twaalf jaar na de coma, in rap tempo op. De therapeute had geen idee wat er gaande was. ,,Maar ik kon weer leren, naast dat ik die kinderen weer gelukkig zag. Dat kan geen toeval zijn, dacht ik. Dus wilde ik daar meer over weten. Het was de oorsprong van wat we nu kennen als Brain Stimulating Therapy (BSM-de Jong); een beweeg- en aanraaktherapie die uitgaat van de werking van het zenuwstelsel. In vele gevallen ligt er, is de gedachte, een puur fysieke oorzaak ten grondslag aan leer-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Iets in de hersenen functioneert niet naar wens. Door deze zwakke plek te stimuleren, de stroom die door de bedrading in het menselijk lichaam voert als het ware weer in gang te zetten, kunnen die problemen worden opgelost.

Via een uitgebreide intake - dysfuncties kunnen hun oorsprong al in de zwangerschap hebben - wordt de lichamelijke aard van het probleem opgespoord. Daarna is het zaak het slecht werkende onderdeeltje te prikkelen tot de hersenen die functie zelf weer op zich nemen. Dat gebeurt door bewegingsoefeningen en aanrakingen, aangevuld met voedselvoorschriften. Tegelijkertijd wordt aan het concrete probleem gewerkt. Zo zal iemand met dyslexie bijvoorbeeld BSM-leesoefeningen voorgeschreven krijgen. Iemand met dyscalculie wordt aan het sommen maken - aangepast aan het lichamelijk probleem - gezet.

De behandeling werpt, volgens vele ervaringsdeskundigen, vruchten af. Diverse succesverhalen doen - onder meer via internet - de ronde. Over kinderen die in testen een uitermate laag iq kregen toebedeeld, maar na behandeling toch wisten door te stromen naar vwo. Over kinderen die hun zelfvertrouwen herwonnen of simpelweg aangaven weer lekker in hun vel te zitten. Het is een grote - compenserende - pleister op een nog altijd open wonde. Want de ooit als huisvrouwentherapie bestempelde methode mag zich dan als een olievlek onder het 'gewone volk' verspreiden, nog altijd is geen sprake van wetenschappelijke erkenning. Tegenover de duizenden kinderen die de pionier uit Dreischor gedurende de afgelopen 25 jaar behandelde, en de circa tachtig therapeuten die zij inmiddels heeft opgeleid, roeren zich vele sceptici.

Haar beweringen liegen er dan ook niet om. De uitgangspunten waarmee De Jong haar clienten tegemoet treedt, zijn voor hen op z'n minst hoopvol. Schuldgevoel is niet aan de orde, er moet gewoon iets in het lijf worden hersteld. Voor anderen echter voelen haar standpunten aan als ongezouten kritiek. Zo is het in haar visie onbegrijpelijk dat kinderen in zulke groten getale doorstromen naar scholen voor moeilijk lerende kinderen. Zwakbegaafdheid bestaat, maar veelal spelen er problemen die - mits op de juiste manier geprikkeld - zijn op te lossen. Zeg ook nooit tegen De Jong dat een kind met een iq van 80 nooit kan doorgroeien tot een iq van 120. Maar dan moet er, in haar woorden, wel eerst iets worden gerepareerd.

Die weerstand hoort er wel een beetje bij als je iets nieuws ontwikkelt, meent de onderzoekster. En, erkent ze grif, verwijzend naar de eigenwijze vasthoudendheid waarmee ze zich via zelfstudie heeft ingewerkt in de materie: "Ik wek die weerstand gedeeltelijk ook op." Voor haarzelf is wetenschappelijke erkenning geen must, voor tobbende kinderen ligt dat heel anders. Wetenschappelijk bewijs van de werking van de BSM-therapie zou onder meer kunnen leiden tot het sneller doorverwijzen.

"Want het gaat uiteindelijk om de kinderen die geholpen moeten worden, maar dan moet deze aanpak wel breed worden verspreid."

Copyright Provinciale Zeeuwse Courant


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: February 23, 2004



29 of 87 DOCUMENTS


© 2004 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


February 20, 2004


SECTION: Boeken; Pg. BB6


LENGTH: 1678 words


HEADLINE: Fijn dat je die pijn wilt delen ; Een socioloog hekelt het oprukken van de emotie-cultuur


BYLINE: BEATRIJS RITSEMA


BODY:

Politiek en massacultuur raken doordrenkt van emoties. Ervaringen worden gepsychologiseerd, meningsverschillen gezien als aanslagen op zelfrespect. Een Britse socioloog over de gevaren van de moderne 'therapiecultuur'.

De Britse socioloog Frank Furedi, die in Paranoid Parenting (2002) de door angst beheerste moderne opvoedingsstijl analyseerde, beschrijft in zijn nieuwe boek Therapy Culture. Cultivating Vulnerability In An Uncertain Age hoe de therapeutische denkwijze de afgelopen dertig jaar in het Westen geexpandeerd is - vanuit de spreekkamer tot in allerlei uithoeken van de maatschappij. In een therapeutische situatie vormen emoties het vertrekpunt; er wordt gewerkt aan het psychisch welbevinden van de client. Furedi stelt dat de bijbehorende taal van het 'emotionalisme' is overgesprongen naar het domein van de politiek, werk, school, het dagelijks leven en de media.

In zijn inleiding staan een paar interessante grafieken die deze ontwikkeling moeten staven. Van een vijftal typisch therapeutische termen werd in driehonderd Britse kranten nagegaan hoe vaak ze voorkwamen in de periode 1980-2000. In 1986 kwam self esteem, het gevoel van eigenwaarde, maar drie keer voor; in 1994 begint de lijn omhoog te schieten tot 3.500 in 2000. Het woord trauma steekt in 1994 ook stevig van wal en groeit in zes jaar tijd van een frequentie van minder dan 500 tot meer dan 5.000. Stress, syndrome en counselling vertonen dezelfde stijgende lijn, met voor stress in het jaar 2000 meer dan 23.000 vindplaatsen.

De rest van het boek is min of meer een invuloefening, die niet heel veel nieuws biedt te midden van de vele vergelijkbare cultuurkritiek. Christopher Lasch' The culture of narcissism (1979), Robert Hughes' Culture of Complaint (1993) en, in Nederland, Jolande Withuis' Erkenning (2002) zijn boeken met een soortgelijke strekking. Het gaat in al die boeken over slachtofferschap, kwetsbaarheid, de neiging om ongewenst gedrag in termen van verslaving of ziekte te beschouwen, de dwang tot authenticiteit en de erosie van de privacy.

Het therapeutische ethos waar volgens Furedi de hele maatschappij van doortrokken is, leidt tot psychologisering van ervaringen, iets wat mensen volgens hem niet autonomer en vrijer maakt, maar juist afhankelijker. In de mediaverslaggeving bijvoorbeeld rondom het proces van de terrorist Timothy McVeigh, pleger van de bomaanslag in Oklahoma City, figureerden voortdurend de woorden 'healing' en 'closure', psycho-medische termen uit de theorie en praktijk van de rouwverwerking die iets absurds krijgen wanneer ze worden toegepast op gemeenschappen of hele stadsbevolkingen.

De verspreiding van het therapeutische gedachtegoed in het dagelijks leven heeft ertoe geleid dat er bij ongeluk, conflicten en problemen veel sneller een beroep wordt gedaan op deskundigen. 'We leven in een tijd van persoonlijke trainers, coaches en mentoren.' De intimiteit van gezin, familie en vrienden vormt geen veilige haven voor een individu-met-problemen, maar een giftige omgeving die tot wantrouwen moet stemmen. In de jaren negentig circuleerde een tijdlang de mantra dat '97.5 procent van alle gezinnen dysfunctioneel zijn'. Seksueel misbruik, psychische en lichamelijke verwaarlozing, huiselijk geweld, doodslag - al die misstanden spelen zich af achter de gesloten voordeuren van reguliere gezinnetjes.

Vandaar dat de therapiecultuur daar graag een vinger achter wil krijgen door op school counsellors in te zetten die emotie-onderwijs verzorgen over goede en slechte aanrakingen, over anger-management bij conflicten, en die de kinderen vragen stellen over hoe het er bij hen thuis aan toe gaat en of er wel eens klappen vallen.

Ongeluk

Furedi zet zich hiertegen af, omdat hij vindt dat mensen beter autonoom kunnen blijven dan zich onderwerpen aan het therapeutische regime, met alle zelfreflectie en externalisering die daarbij te pas komt. Met externalisering bedoelt hij het op zoek gaan naar oorzaken voor ongeluk en die - vanzelfsprekend - altijd ergens anders vinden dan bij jezelf of bij het toeval. Dus: drukke kinderen zijn druk omdat ze ADHD hebben. Slechte leerprestaties zijn het gevolg van dyslectie of dyscalculie. Koopverslaving komt door emotionele verwaarlozing als kind. Een natuurramp is een gevolg van falend beleid van de overheid die dit had moeten voorzien. Sigarettenfabrikanten worden aangeklaagd door longkankerpatienten. Als er iets problematisch aan de hand is, kortom, dan wordt daar een therapeutisch raster overheen gelegd met als belangrijkste doel: jezelf (weer) prettig voelen. De therapeutische manier van denken, die veel belang hecht aan authenticiteit, jezelf kwetsbaar durven opstellen, maar ook aan assertiviteit en geluksstreven staat zo model voor het leven zelf. In Furedi's visie staat de therapiecultuur vijandig tegenover ouderwetse zelfbeheersing (die doorgaat voor 'verdringing') en is daarentegen bijzonder gespitst op het bevorderen van self esteem, dat als voorwaarde wordt beschouwd voor het bereiken van geluk.

Een voorbeeld van de manier waarop het therapeutische begrip self esteem wordt misbruikt voor maatschappelijke doeleinden is de manier waarop seksuele voorlichting aan middelbare scholieren wordt ingekleed in Amerika. Voor de jaren zestig stond deze in het teken van passiebeteugeling. Tienerseks kon tot maagdelijkheidsverlies en ongewenste zwangerschap leiden, allebei bedreigend voor de gemeenschap en de sociale orde. Tieners werd voorgehouden dat ze zichzelf moesten beheersen, anders zou het slecht met hen kunnen aflopen. De jaren-zestig-revolutie zorgde door de beschikbaarheid van anticonceptie voor meer nadruk op zelfvertrouwen. Tieners kregen de vrijheid om te experimenteren wanneer ze volgens zichzelf 'eraan toe waren' en werden gewaarschuwd om zich onderwijl goed te beschermen tegen zwangerschap en geslachtsziektes.

Halverwege de jaren tachtig verschoof de boodschap van zelfvertrouwen naar behoud van self esteem. Tienerseks is weer even beladen als bedreigend als vroeger, maar in de voorlichting die just say no propageert, wordt nu gewaarschuwd voor geknakte eigenwaarde en seks-verslaving als mogelijke gevolgen van 'yes'. Om de zelfwaardering intact te houden en de verslaving op afstand kunnen tieners contracten ondertekenen, waarin ze zich vastleggen de eerstkomende vijf jaar maagd te blijven. Alleen met aanvaarding van de stelling dat seks uit de aard der zaak zondig is, valt er enig verband met zelfwaardering te ontdekken.

Het bedrieglijke van de nadruk op eigenwaarde (als een algemeen nastrevenswaardige geestesgesteldheid) is dat oorzaak en gevolg steeds worden omgedraaid. Allerlei ongeluk en problemen waarmee mensen zoal kampen worden geweten aan een lage zelfwaardering. Crimineel gedrag in slechte wijken, eenzaamheid, eetstoornissen, verslavingen, slechte schoolprestaties worden in de therapiecultuur beschouwd als gevolgen van lage eigenwaarde, terwijl het omgekeerde veel meer voor de hand ligt. Je wordt vanzelf tevredener over jezelf, naarmate je betere prestaties levert en dingen doet waar anderen waardering voor hebben. Van gewetenloze misdadigers (sociopaten) is trouwens bekend dat zij een bovengemiddelde zelfwaardering aan de dag leggen.

Prive-relaties

Een ander aspect van de therapiecultuur waar Furedi een hekel aan heeft is de vraag om openheid en eerlijkheid, die binnen prive-relaties en in de spreekkamer vanzelfsprekend is, maar die ook toegepast wordt op het openbare leven. Het is niet alleen een kwestie van vlijtig omvergehaalde taboes, waardoor alles wat prive was ongecensureerd op het marktplein van de media wordt uitgevent, maar ook van deugdzaamheid. Openheid over het innerlijk leven en vooral over tegenslag, frustraties, ja het liefst over trauma's wordt gewaardeerd en beloond. Hoe groter de openheid, hoe deugdzamer de kwebbelaar (Oprah Winfrey: 'Thank you for sharing this with us'). Egodocumenten van mensen over hun ziekte, hun depressies, hun verslavingen (seks, eten, drinken), verheugen zich in groeiende populariteit. Beroemdheden die tegen de lamp zijn gelopen met fraude, misdrijven of seksuele transgressie, kunnen een tweede, goedbetaalde carriere beginnen in het lezingencircuit, waarin zij uit de doeken doen hoe het allemaal zo gekomen is (rottige, liefdeloze jeugd) en hoe ze met een 'proces van healing' bezig zijn. Kwetsbaarheid gaat ongezien door voor authenticiteit, met als zij-effect dat mensen die hun emoties binnenboord houden of zich geremd betonen als niet-authentieke ontkenners, verdringers of erger worden beschouwd.

De talrijke voorbeelden van doorgeslagen therapeutisering doen de lezer bijna vergeten dat gevoelens wel degelijk van belang zijn. Ze liggen aan de basis van de manier waarop mensen tegen zichzelf en de wereld aankijken. Elke rationele analyse komt voort uit een gevoel. Het zwakke van Furedi's aanklacht, behalve dat die nogal studieus geschreven is, is dat hij niet of nauwelijks analyseert waar deze emotionele 'mess' waar we ons kennelijk in bevinden, nu eigenlijk vandaan komt. Therapieen en filering van de emoties maken een mens niet gelukkig, is de onderliggende boodschap. Maar dat deed de teloorgegane 'tanden-op-elkaar, niet klagen maar dragen-cultuur' ook niet. Het is geen voorbeeld van verslechtering dat leraren op school meer oog hebben voor problemen van kinderen thuis, of dat er instanties bestaan als slachtofferhulp, of dat kanker geen taboe meer is. Ook al komt er nog zo veel onzin voort uit het doorexerceren van emoties in alle maatschappelijke geledingen, iedereen kan eruit vissen wat hem zint en de rest laten liggen. De therapiecultuur vormt een onderdeel van het maakbaarheidsideaal en als je er niet aan mee wil doen, dan hoeft dat niet. Het staat iedereen vrij om het geluk na te jagen of het ongeluk te verdringen.

Frank Furedi: Therapy Culture. Cultivating Vulnerability in an Uncertain Age. International Thomson Business Press, 245 blz. E27,-

Zonder titel, een foto van Elfriede Stegemeyer (1935) Uit 'Elfriede Stegemeyer, Fotografien', Cantz


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 19, 2004



30 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2004 Dagblad Tubantia/Twentsche Courant  
Dagblad Tubantia/Twentsche Courant


February 13, 2004


SECTION: LE3 (bijlage leven)


LENGTH: 1047 words


HEADLINE: Artikel(en) zonder titel


BODY:

Door ANNE

VELTHAUSZ

Veel schoolkinderen hebben moeite om de gewone lessen op de basisschool bij te benen. Het ontbreekt scholen vaak aan tijd en geld om deze leerlingen voldoende remedial teaching te geven, constateert psycholoog Gerien van de Stam van het Orthopedagogisch Instituut in Enschede. Van de Stam begeleidt al jarenlang kinderen die kampen met een leerachterstand en leerproblemen. De begeleiding is individueel. Nu zijn er ook steunlessen in groepsverband.

Deze dinsdag zitten negen kinderen, in groepjes verdeeld rond vierkante tafels. De een leest, de ander schrijft, weer anderen zijn aan het rekenen. Orthopedagoge Maartje Tjemkes schuift haar stoel naast een meisje en begint samen met haar hardop te lezen. 'Goed hoor', zegt ze na een tijdje, en schuift aan bij een buurjongen.

De kinderen weten precies wat ze moeten. Elke dinsdagmiddag ligt de map met hun eigen werk voor ze klaar. Onder leiding van een orthopedagoog volgen ze een lees- reken- en/of schrijf programma op hun eigen niveau. Ze werken in vier blokken van een kwartier, waarvan een kwartier instructie. Best zwaar als je er al een schooldag op hebt zitten.

De zevenjarige Barbara schudt heftig 'ja'. 'Ik ben vandaag al twee keer naar school geweest', zegt ze. 'Toen had ik even pauze, en toen ben ik hier naar toe gegaan. Maar ze vindt het 'best leuk', laat ze weten. 'Lezen vind ik het leukst, dat kan ik het best', zegt ze trots. Ook Tom van tien jaar vindt het best druk, die bijles, maar hij heeft het nodig, zegt-ie. 'Ik loop wat achter op school. Niet opgelet he?'

Maartje Tjemkes staat soms verbaasd van de motivatie van de kinderen. 'Soms wil ik aan het begin van de les een gezellig praatje maken, maar ze pakken allemaal meteen hun spullen en gaan direct aan het werk. Het komt omdat ze zien dat ze vooruit gaan. Doel is dat ze weer aan kunnen haken in hun eigen klas. En ook dat ze weer vertrouwen krijgen in zichzelf. Vooral de kinderen uit de hoogste groepen zijn dat vertrouwen vaak kwijt geraakt. Want het is niet leuk als jij het weer eens iets niet snapt en de rest van de klas wel. Dan durf je op het laatst je vinger echt niet meer op te steken om wat te vragen. Hier durven ze wel te vragen. Want hier zitten allemaal kinderen die de stof ook moeilijk vinden. En het leuke is dat ze elkaar ook helpen.'

Maartje wijst op een meisje van elf jaar, dat ijverig zit te rekenen. Zij zit al in groep acht en vond het niet meer zo leuk op school omdat ze het rekenen niet kon volgen. Vooral van breuken snapte ze niet veel. 'Natuurlijk heeft haar juffrouw extra aandacht aan haar besteed en haar extra instructie gegeven. Maar een leerkracht heeft niet de tijd om helemaal terug te gaan naar het begin. Ik doe dat wel. We beginnen weer helemaal vooraan. Wat houdt het nou in, een kwart? Ze heeft eindeloos oefeningen gemaakt en nu heeft ze het in de vingers. En als je ziet hoe ze is opgefleurd. Hier en op school. Het was bij haar een kwestie van: het zat er wil in, maar het kwam er niet uit. Ze heeft iets meer tijd nodig om de rekenstof te begrijpen.'

Kinderen die zich bij het Orthopedagogisch Instituut aanmelden voor extra begeleiding hebben het op school moeilijk omdat ze bijvoorbeeld achter zijn geraakt. Sommigen hebben een vertraagde ontwikkeling zodat ze de leerstof minder snel kunnen verwerken, of het zijn kinderen met leerstoornissen, zoals dyslectie of dyscalculie. Soms betreft het een combinatie van problemen.

Gerien van de Stam zegt de steunlessen te hebben ingesteld speciaal voor mensen die niet zoveel geld kunnen of willen uittrekken voor de bijlessen. Een wekelijkse individuele remedial teaching kost maandelijks 180 euro. De steunles kost 65 euro per maand. Bij de individuele begeleiding voert de orthopedagoog overleg met ouders en leerkracht van een kind. Dit overleg is veel minder intensief bij de steunlessen. De steunles wordt gegeven met maximaal tien kinderen. Als zich meer kinderen melden wordt de groep gesplitst.

Veel van de ouders hebben al vaak op school gepraat omdat ze merken dat hun kind niet goed in zijn vel zit. 'De scholen doen er alles aan wat ze kunnen', zegt Gerien van de Stam. 'De interne begeleider kijkt welke begeleiding een leerling nodig heeft en stuurt vervolgens de eigen leerkracht aan. Het systeem is op zich goed, toch krijgt een aantal kinderen naar mijn mening niet de extra begeleiding die ze nodig hebben. De scholen hebben meer leerlingen die vroeger naar het speciaal onderwijs gingen, als gevolg van het plan 'Samen naar school'. Ik sta daar best achter, maar het trieste is dat het in feite een verkapte bezuiniging was. Er is veel minder voor in de plaats gekomen. Leerkrachten worden echt overvraagd. Het is een vak op zich, en een hele kunst om een grote klas kinderen les te geven in een goede sfeer. Daar heb je echt je handen aan vol. Remedial teaching op maat voor kinderen met leerproblemen zit er echter vaak niet in. Scholen zijn aan allerlei regels gebonden. Ze mogen bijvoorbeeld maar een beperkt aantal leerlingen aanmelden voor een deskundig onderzoek van een leerling en voor remedial teaching. Het is allemaal het gevolg van bezuinigingen. Natuurlijk trekken leerkrachten echt wel een half uurtje uit om een leerling nog eens iets uit te leggen als-ie problemen heeft met de stof, maar vaak is daar geen tijd voor. Dan krijgt moeder een boekje mee naar huis om met haar kind te oefenen. En dat werkt niet altijd goed.'

Worden er veel eisen gesteld aan kinderen van nu? 'Jazeker', zegt Gerien van de Stam. 'De maatschappij stelt veel eisen aan mensen. Tegenwoordig wordt bijna bij elk beroep naar papieren gevraagd. En ouders stellen veel eisen aan hun kind. Je wilt het beste voor je kind, je voelt je verantwoordelijk. Veel ouders hebben het gevoel: ik kan jou dit meegeven, en dat biedt jou kansen in de maatschappij. Er zijn ook ouders die hun kinderen overvragen en misschien te ver gaan. Maar als je niks doet, en je kind drijft ergens onderin en moet zich straks redden zonder diploma, dan is dat niet goed. Het is ook vaak een kwestie van: 'Jij kunt dit niet zo goed, maar dit wel'. Wij leggen daar de nadruk op. Kinderen die het niet kunnen bijbenen op school voelen zich vaak ongelukkig. Als ze bijgespijkerd zijn voelen ze zich beter. Zeker weten.'


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: February 13, 2004



31 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


December 20, 2003


SECTION: Forum; Pg. 9


LENGTH: 657 words


HEADLINE: Dyscalculie verdient meer aandacht en onderzoek


BYLINE: CHARLOTTE LEMMENS


BODY:

Op scholen is dyslexie bekend, maar voor dyscalculie is veel te weinig aandacht, vindt Charlotte Lemmens.

Joed om te lezen dat dyslexietherapie Gonderwerp van studie en wellicht vergoeding is. Een gemiste kans dat dyscalculie er niet expliciet bij betrokken werd. Vijftien jaar geleden, toen mijn zoon naar de lagere school ging en bleek niet kunnen meten, wegen en tellen, was het een hele klus om uit te vinden wat er aan schortte.

Dyslexie was toen al onderwerp van veel studie geweest, de juf had een praktische handleiding, remedial teaching zat klaar met diagnostisch en curatief materiaal. Maar voor dyscalculie, verwant maar echt anders, was geen handleiding, geen aanpak, geen begeleiding te vinden.

Op mijn vraag naar de verklaring voor deze ongelijke behandeling kreeg ik steeds als antwoord: 'Tja, weet ik niet, het komt niet zo vaak voor denk ik.' Maar dyscalculie blijkt heel veel voor te komen, voornamelijk bij meisjes, terwijl dyslexie meer jongens treft.

Ooit werd meer belang gehecht aan de schoolopleiding van jongens dan van meisjes. Dus geen onderzoek, geen statistische gegevens, geen adequate ontwikkelingsondersteuning voor dyscalculie.Nog steeds niet, ontdekte ik op internationale sites. De recentste artikelen stammen uit 1998 en die beperken het probleem tot cijfers en rekenen. Dyscalculie werd vanuit die beperkte visie vertaald met 'rekenblindheid'.

Dat is weliswaar het meest opvallende kenmerk, maar wat daarbij onbehandeld blijft is de enorme invloed die deze stoornis heeft op vele terreinen. De gebruikelijke gevolgen, ook van dyslexie, zijn: afkeer van school, faalangst, gevolgen van achterblijven en onbegrepen zijn, niet begrijpen waarom jij moeite hebt met dingen die je klasgenootjes wel snappen, terwijl je niet dommer bent.

Niet kunnen meten, wegen en tellen betekent ook geen klok kunnen lezen, geen gevoel hebben voor dagindeling, afspraken en planning van (studie)werkzaamheden. Het betekent niet met geld kunnen omgaan, en als je met heel veel moeite de guldens onder de knie hebt, ga je onderuit bij de invoering van de euro. Dyscalculie strekt zich ook uit tot het taalgebied: grammatica is structureren, en vergt hersenactiviteit van het soort dat bij dyscalculie nu juist verstoord is. Daarover heb ik via mijn zoon ondervonden dat het ook meespeelt, maar er nog nooit iets over gevonden in de vakliteratuur. Wiskunde is een terrein waar alleen echt goede, creatieve en geduldige leraren een dyscalculist in kunnen opstomen. Wij hebben ze helaas indertijd niet gevonden.

Gelukkig hebben mijn zoon en ik een eigen 'therapie-op-maat' uitgevonden, door goed te onderzoeken wat wel werkt: leren op beweging, rekenen in stressvrije situaties zoals samen een hek neerzetten en bedenken hoe we meten hoeveel palen, draad en krammetjes daarvoor nodig zijn. Moeilijk leerbare zaken (tafels, scheikundige begrippen, grammatica enz) op muziek zetten en zingen tijdens fysieke activiteiten als wandelen in het bos. Bij mijn zoon zijn de musische en de sportieve kant goed ontwikkeld, hij leerde ook praten door zinnen als muziekjes te zeggen, lang voor hij alle woorden kende. Beelden, plaatjes en tekenen leiden tot meer begrip dan getallen en woorden. Zijn goede ritmegevoel legt een verbinding naar structuren.

Mijn zoon heeft gedurende zijn lagere school, vbo, mbo elke dag minstens anderhalf tot twee uur extra hulp nodig gehad om met deze aanpak te werken. Hij is, dankzij zijn inzet en doorzettingsvermogen, nooit voor iets gezakt, studeert nu af aan een hbo opleiding en kan inmiddels redelijk zelfstandig zijn tentamens en scripties voorbereiden. Het kost hem wel gemiddeld twee keer zoveel tijd als zijn studiegenoten. Iemand met dyslexie kan dat op het examenpapier vermelden en krijgt dan extra tijd, dat is een verworven inzicht en recht. Terecht, maar het zou voor dyscalculie ook moeten gelden.

Charlotte Lemmens is directeur Stichting Astronomium.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 19, 2004



32 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2003 VUM Groep  
Het Nieuwsblad


November 25, 2003


EDITION: Brugge-Oostkust


SECTION: REGIO; Pg. 17


LENGTH: 384 words


HEADLINE: Ruud De Scheerder (19); Dyslexie in Torhout


BODY:

Dyslexie in Torhout

Katho-Reno organiseert donderdag een voordracht. Peter Glorieux komt spreken over "Wat als leerstoornissen zoals dyslexie en dyscalculie samen gaan met aandachtstekortstoornissen?" Donderdag 27 november, 20 uur, Katho-Reno, Sint-Jozefstraat 1, Torhout.

Barachois in Brugge

De Canadese groep Barachois is te gast in de Brugse stadsschouwburg. De vier muzikanten brengen traditionele volksmuziek van Acadie in een wervelend spektakel. Donderdag 27 november, 20 uur, Stadsschouwburg, Vlamingstraat, Brugge. Informatie: 050-44.30.60.

Brueghel in Brugge

Harold Van de Perre brengt donderdag een voordracht in zaal De Gulden Sporen. Hij belicht tijdens zijn voordracht "Brueghel van dichtbij gezien" drie werken van deze kunstenaars. Donderdag 27 november, 15 uur, Vlaams Ontmoetingscentrum De Gulden Spoor, 't Zand 22, Brugge. Informatie: 050-36.25.78.

Sint komt naar Uitkerke

De Gezinsbond in Uitkerke nodigt op woensdag 3 december Sinterklaas uit naar zaal De Wullok. Voor alle kinderen tot negen jaar is animatie voorzien met de Papa Chico Show. Niet-leden betalen drie euro. Inschrijven tot 25 november. Woensdag 3 december, 14.30 uur, Zaal De Wullok, Ruiterstraat 9, Uitkerke. Inschrijven: 050-41.82.78.

Mandarijntjeskamer in Brugge

Het Brugs Jongeren Theater speelt vrijdag en zaterdag in het Sirkeltheater het toneelstuk "De Mandarijntjeskamer" van Robert Thomas en vertaald door Leo Dewals. Regisseur is Marnick Dehouck. Kaarten kosten zes euro (VVK) en acht euro (ADD). Vrijdag 18 en zaterdag 29 november, 20 uur, Sirkeltheater, Simon Stevinplein, Brugge. Reservatie: 050-67.46.32.

Huwelijksviering in Torhout

De Werkgroep Huwelijksvoorbereiding van het decanaat Torhout organiseert op zaterdag een namiddag rond "Werken aan je huwelijksviering". De deelnemers krijgen er tips en voorbeelden om van hun huwelijksplechtigheid iets creatiefs te maken. Deelnemen kost vijf euro.Zaterdag 29 november, van 14 tot 18 uur, Zaal Tor, Beerstraat, Torhout. Inschrijven: 050-21.47.17.Aankondigingen in deze agenda zijn gratis. Bezorg ze ten minste een week voor publicatie aan Chris Weymeis, Dampoortstraat 153, 8310 Sint-Kruis, tel.: 050-35.01.23; fax: 050-67.93.95, e-mail: agendagalbertus.be


LOAD-DATE: May 18, 2004



33 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2003 VUM Groep  
Het Nieuwsblad


November 15, 2003


EDITION: Antwerpen Stad


SECTION: REGIO; Pg. 22


LENGTH: 245 words


HEADLINE: Peggy Poppe weet hoe om te gaan met dyslexie


HIGHLIGHT:

BERCHEM Wat hebben mensen als Einstein, Walt Disney, Leonardo da Vinci, Cher, Thomas Edison en Whoopi Goldberg gemeenschappelijk? Allemaal hebben zij een vorm van dyslexie _een aandoening waarbij letters door elkaar worden gehaspeld_ gehad. Maar hoe kan je nu merken dat jouw kind deze aandoening heeft? En hoe ga je ermee om? Peggy Poppe, uit Berchem vond de oplossing in het boek De gave van dyslexie van Ronald D. Davis.


BODY:

Peggy Poppe stortte zich na een gelijkaardige vaststelling in eigen familie op het fenomeen. "Aanvankelijk gingen we om raad vragen bij een logopediste en een optometrist, maar het was pas na het lezen van het boek De gave van dyslexie van Ronald D. Davis dat we vonden wat we nodig hadden", vertelt Poppe. "We pasten zijn theorie toe op verschillende kinderen en we zagen hoe ze beter (en zelfs graag) begonnen te lezen en schrijven. Verder werd ook hun zelfbeeld en hun zelfvertrouwen versterkt. Ze durfden zelfs in de klas vragen om het nog eens uit te leggen. Want een eerste vaststelling bij kinderen is steeds: wij zijn niet normaal. Dat vinden ze heel erg. Tot je uitlegt dat mensen met dyslexie juist sterke kanten hebben. Zo zijn ze bijvoorbeeld erg creatief en vinden ze vrij snel een oplossing voor een probleem."

Peggy Poppe en haar collega's uit Veurne, Sluis en Mechelen merken een zachte mentaliteitswijziging bij de leerkrachten.

"Want een kind met dyslexie of dyscalculie (cijfers worden door elkaar gehaald, nvdr.) wordt onzeker, wordt soms uitgelachen in de klas. Daarom moeten eerst de oorzaken weggenomen worden. Dan pas kan je via de juiste aanpak hun zelfvertrouwen opbouwen", meent Poppe. "Je ziet mensen gelukkig worden wanneer hun manier van denken wordt erkend", klinkt het. (MCD) Inlichtingen en info: 03/236.54.24. (na 18 uur) of via e-mail peggy.poppepi.be. Meer algemeen: www.davisdyslexie.nl of www.dyslexia.com


LOAD-DATE: May 18, 2004



34 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Wegener Uitgeverij Gelderland-Overijssel  
Overijssels Dagblad


October 27, 2003


SECTION: SA2REG (regio)


LENGTH: 1072 words


HEADLINE: Artikel(en) zonder titel - lokaal journaal


BODY:

DALFSEN

IBA-INFORMATIEAVOND - De IBA-werkgroep, opgericht door de verenigingen voor Plaatselijke Belang en de GLTO in de gemeente Dalfsen, houdt morgen een IBA-informatieavond in cafe-restaurant Madrid. Voorafgaand aan de informatieavond worden verschillende IBA-systemen door de leveranciers gepresenteerd. De systemen zijn bij Madrid tussen 19 en 20 uur te bezichtigen. De informatieavond begint om 20 uur. De gemeente Dalfsen en het Waterschap Groot Salland ondersteunen de IBA-werkgroep. Het doel van de werkgroep is de huishoudens in het buitengebied die niet worden aangesloten op de riolering te helpen om aan de wettelijke eisen voor het lozen van afvalwater te voldoen.

Voor nadere informatie over de IBA-werkgroep en een overzicht van veel gestelde vragen kan men terecht op www.dalfsen.nl. Vragen kunnen rechtstreeks gesteld worden via iba@dalfsen.nl.

HEETEN

DYSLEXIE -De Vereniging Balans afdeling Zwolle-Salland houdt donderdag in zaal Bosgoed om 20 uur een thema-avond over dyslexie. De avond wordt verzorgd door Tom Braams, jeugd- en kinderpsycholoog, gespecialiseerd in leerstoornissen zoals dyslexie en dyscalculie.

Balans is een vereniging voor ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen, zoals ADHD, dyslexie en aan autisme verwante contactstoornissen. Deelname aan de thema-avond kost 4,50 euro voor leden van Balans en 6 euro voor overige belangstellenden. Zie ook balansdigitaal.nl, regio Zwolle-Salland.

LEDENDAG - De jaarlijkse provinciale ledendag voor leden van onder meer de KVG-afdeling Heeten is morgen in hotel-restaurant Dalzicht in Nijverdal. Het thema is: Water-levenselixer-wereldwijd. Vertrek om 8.30 uur per auto vanaf het Dorpsplein in Heeten.

ZONNEBLOEM - De Zonnebloem afdeling Heeten houdt in het kader van het ophanden zijnde sinterklaasfeest de jaarlijkse actie 'Zon in de schoorsteen'. Belangstellenden die in de vorm van een aardige attentie een pakje met briefje of rijmpje willen maken voor een zieke, gehandicapte of thuiszittende oudere kunnen tot en met woensdag contact opnemen met Willy Alferink, tel. 0572-381777 of Marietje Zwijnenberg, tel. 0572-381746.

DISCO - Voor de 'Oule Ukkel' discogangers wordt zaterdag een disco-avond gehouden in gemeenschapscentrum 't Trefpunt. De disco begint om 21 uur en de toegang is gratis.

HELLENDOORN

JACQUES HERB - Jacques Herb, bekend van 'Manuela', een van de grootste Nederlandstalige hits ooit, en Marcus uit Luttenberg zijn zaterdag speciale gasten tijdens de Piratenparty in De Lantaarn. Verder zijn Peppel FM en Buurman Buurman van de partij. Het feest begint om 22 uur, zaal open 21.45 uur.

LIERDERHOLTHUIS

LIERDERRUITERS - Ponyclub De Lierderruiters viert dit jaar het 25-jarig bestaan. De toneelgroep van ponyclub en rijvereniging De Lierderruiters zal een speciaal voor deze gelegenheid geschreven toneelstuk op de planken brengen, dat de toeschouwers volledig in de paardensfeer zal brengen. Het vermakelijke toneelstuk onder regie van Agnes Kelderman heet 'Vijf koene ruiters' en werd door een aantal leden geschreven.

Het blijspel wordt twee keer opgevoerd. De toneelavond van 7 november is dit jaar bestemd voor donateurs en overige belangstellenden en wordt gehouden in de Kerkehoek. De aanvang is 20 uur. Voor wie in het bezit is van een donateurskaart is de toegang voor twee personen gratis. inclusief een kop koffie. De toegang voor andere belangstellenden op deze avond bedraagt 3,50 euro.

De toneelavond van 8 november, eveneens in de Kerkehoek, is dit jaar uitsluitend bestemd voor genodigden, met name oud-leden en oud-bestuursleden van de ponyclub. Zij houden na afloop van de voorstelling een reunie. De aanvang is om 19.30 uur.

MARIENHEEM

HEEMSPELERS - Toneelvereniging De Heemspelers verzorgt ook dit seizoen een tweetal blijspelen in gemeenschapscentrum De Schalm. In november wordt het eerste blijspel, 'Apart Volk' van Herman van der A, opgevoerd. De speeldata zijn woensdagmiddag 19 november om 14 uur (speciaal bedoeld voor0 senioren), zaterdag 22, woensdag 26 en zaterdag 29 november, steeds om 20 uur. Toegangskaarten zijn te bestellen bij Miep Jansen, tel. 0572-301561 of Wilhelmien Alferink, tel. 0572-357094.

OLST

WORSTACTIE - Maandag 3 en dinsdag 4 november wordt door de Olster Harmonie de traditionele worstactie gehouden. Muzikanten en vrijwilligers komen 's avonds langs de deur om de ambachtelijke verse rookworsten te verkopen. De opbrengst komt ten goede aan de Olster Harmonie.

VOGELSHOW - Vogelvereniging Vogelvreugd Olst houdt in het weekeinde van 1 en 2 november haar jaarlijkse vogelshow in het buurthuis van Middel. Er worden ongeveer 230 vogels gekeurd. Vijf nieuwe leden doen dit jaar voor het eerst mee. Verder is er weer een grote verkoopklasse, waar ook particulieren die een vogeltje willen aanschaffen terecht kunnen.

Tevens is er ook dit jaar een scholierenwedstrijd. Leerlingen van alle basisscholen in de voormalige gemeente Olst kunnen morgenavond tussen 19 en 20.30 uur hun lievelingsvogel in eigen kooi ter keuring inbrengen. De uitslag wordt bekend gemaakt op zaterdag 1 november. De vogelshow is op zaterdag geopend van 10 tot 20 uur en op zondag van 10 tot 16.30 uur.

WESEPE

ROME - De heren Nieuwenhuis en Nijdam uit Loenen zullen op de maandelijkse bijeenkomst van de NBvP Vrouwen van Nu afdeling Wesepe/Averlo donderdag in zalencentrum Wesepe (19.45 uur) een en ander vertellen over de fietstocht van Loenen naar Rome die ze samen hebben gemaakt in juli 2000. Ze fietsten circa honderd kilometer per dag en na drie weken en 2200 kilometer arriveerden zij in Rome. Met dia's en video verzorgen zij een boeiend verslag.

WIJHE

KINDERONGEVALLEN - Thuiszorg Salland start donderdag 13 november in het zorgcentrum in Wijhe met de cursus 'Eerste hulp bij kinderongevallen', over het geven van spoedeisende hulp na een ongeval met een kind. Deze cursus moet daarvoor de nodige kennis en vaardigheden bijbrengen. Tijdens drie avonden van 2,5 uur komen zaken aan de orde als hartstilstand, reanimeren, beknelling, bloedingen, bijtwonden, elektriciteitsongevallen, verstikking, giftige stoffen, breuken en kneuzingen. Voor meer informatie en/of opgave kan worden gebeld met Thuiszorg Salland, 0900-8662.

LOKAAL JOURNAAL

Nieuwtjes of aankondigingen voor deze rubriek kunt u opsturen naar het Overijssels Dagblad en Zwolse Courant, Postbus 16, 8100 AA Raalte. Faxnummer: 0572-362666. Email: redraalte@wugo.wegener.nl


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: October 27, 2003



35 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


October 21, 2003


LENGTH: 560 words


HEADLINE: 'In feite hebben we tienduizend pleegkinderen'


door Marian Mahieu


HIGHLIGHT:

Het echtpaar Merkelbach runt in Sprang-Capelle een onderzoeks- en adviesbureau. Het bureau werkt voor kinderen, jeugdigen en volwassenen met leer-, sociaal-emotionele of gedragsproblemen.


BODY:

Sprang-Capelle Onderzoeksbureau Vanuit het woonhuis dringen doorlopend geluiden de studeerkamer binnen. In Praktijk Merkelbach, gevestigd in een statig pand aan de haven in Sprang-Capelle, rinkelt voortdurend de telefoon. Ingrid Merkelbach-Gunters handelt het ene na het andere gesprek af. Samen met haar man Louis heeft zij een onderzoeks- en adviesbureau voor kinderen, jeugdigen en volwassenen. Merkelbach is niet te stuiten als hij over zijn werk vertelt. "Wij onderzoeken op leerproblemen, sociaal-emotionele problemen of gedragsproblemen", legt hij uit. Uit die onderzoeken moeten diagnoses rollen op het gebied van dyslexie (stoornis bij technisch lezen), dyscalculie (stoornis bij rekenen en wiskunde) en dysfasie (stoornis in de ontwikkeling van de taal). "Verder houden wij ons bezig met functiestoornissen, rijpingsproblematiek, sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen. Wij maken rapporten van onze bevindingen en stellen behandelingsplannen op." Merkelbach laat uitgebreide rapporten zien. Aan de hand hiervan volgt advies aan scholen, ouders, opvoeders en remedial teachers. Dat vindt Merkelbach een van de leuke dingen van zijn vak. Hij is zelf ooit begonnen als onderwijzer. "Aan onze praktijk zijn orthopedagogen, ortho-didactici, gz-psychologen en een kinderneuroloog verbonden. In veel gevallen kan aan de hand van onderzoeken een betrouwbare prognose van iemands schoolloopbaan gegeven worden", durft Merkelbach te stellen. Adequate aanpak Praktijk Merkelbach adviseert ook op het vlak van school-, studie- en beroepskeuze. "Wij volgen en ondersteunen vaak het hele proces van onderzochte kinderen. Ik zeg weleens dat we in feite meer dan tienduizend pleegkinderen hebben", grinnikt hij. Wanneer er zich op school, thuis of in de werksituatie problemen voordoen, is het volgens Merkelbach noodzakelijk om de achtergrond van het probleem te leren kennen. "Pas dan kunnen we tot een adequate aanpak van het probleem komen. Wij gaan op zoek naar het waarom van het probleem. Vaak is er op andere plekken al aandacht aan besteed zonder over de juiste achtergronden te beschikken. Dat leidt niet altijd tot een positief resultaat. Van een bepaalde vorm van dyslexie is bijvoorbeeld bekend dat door veel oefenen de fout juist bestendigd wordt." Vergoeding "Steeds meer ziektekostenverzekeraars gaan ertoe over ons onderzoek grotendeels te vergoeden', vertelt Ingrid Merkelbach. "Daarvoor moet vaak wel voor ziekenfonds- als particulier verzekerden een soort plus-verzekering zijn afgesloten." "Ook scholen hebben tegenwoordig meer vrijheid om hun gelden te besteden", vult haar man aan. "Zij zijn niet meer verplicht alle onderzoeken te laten doen door onderwijsbegeleidingsdiensten." De Merkelbachs vinden het belangrijk dat kinderen uit alle milieus de mogelijkheid krijgen dat hun probleem of stoornis goed wordt behandeld. Het echtpaar legt zich toe op een heel specifiek behandelingsplan. Met veel interesse worden ook de neurologische ontwikkelingen op hun vakgebied op de voet gevolgd. "Ik ben weleens moe van het werken", lacht Louis Merkelbach als zijn vrouw voor de zoveelste keer om de hoek van de deur komt om te zeggen dat hij nu echt moet komen lunchen. "Maar mijn enthousiasme heeft nog steeds de overhand." Ingrid Merkelbach-Gunters en Louis Merkelbach met een jonge client tijdens een onderzoek. Foto Dick Sars


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: October 21, 2003



36 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


October 1, 2003


SECTION: Regio


LENGTH: 556 words


HEADLINE: 'In feite hebben we 10.000 pleegkinderen'; Praktijk Merkelbach onderzoekt mensen met leer- en gedragsproblemen


- Door Marian Mahieu


HIGHLIGHT:
Het echtpaar Merkelbach runt in Sprang-Capelle een onderzoeks- en adviesbureau. Het bureau werkt voor kinderen, jeugdigen en volwassenen met leer-, sociaal-emotionele of gedragsproblemen.


BODY:
Vanuit het woonhuis dringen doorlopend geluiden de studeerkamer binnen. In Praktijk Merkelbach, gevestigd in een statig pand aan de haven in Sprang-Capelle, rinkelt voortdurend de telefoon. Ingrid Merkelbach-Gunters handelt het ene na het andere gesprek af. Samen met haar man Louis heeft zij een onderzoeks- en adviesbureau voor kinderen, jeugdigen en volwassenen. Merkelbach is niet te stuiten als hij over zijn werk vertelt. "Wij onderzoeken op leerproblemen, sociaal-emotionele problemen of gedragsproblemen", legt hij uit. Uit die onderzoeken moeten diagnoses rollen op het gebied van dyslexie (stoornis bij technisch lezen), dyscalculie (stoornis bij rekenen en wiskunde) en dysfasie (stoornis in de ontwikkeling van de taal). "Verder houden wij ons bezig met functiestoornissen, rijpingsproblematiek, sociaal-emotionele problemen en gedragsproblemen. Wij maken rapporten van onze bevindingen en stellen behandelingsplannen op". Schoolloopbaan Merkelbach laat uitgebreide rapporten zien. Aan de hand hiervan volgt advies aan scholen, ouders, opvoeders en remedial teachers. Dat vindt Merkelbach een van de leuke dingen van zijn vak. Hij is zelf ooit begonnen als onderwijzer. "Aan onze praktijk zijn orthopedagogen, ortho-didactici, gz-psychologen en een kinderneuroloog verbonden. In veel gevallen kan aan de hand van onderzoeken een betrouwbare prognose van iemands schoolloopbaan gegeven worden", durft Merkelbach te stellen. Adequate aanpak Praktijk Merkelbach adviseert ook op het vlak van school-, studie- en beroepskeuze. "Wij volgen en ondersteunen vaak het hele proces van onderzochte kinderen. Ik zeg wel eens dat we in feite meer dan 10.000 pleegkinderen hebben", grinnikt hij. Wanneer er zich op school, thuis of in de werksituatie problemen voordoen, is het volgens Merkelbach noodzakelijk om de achtergrond van het probleem te leren kennen. "Pas dan kunnen we tot een adequate aanpak van het probleem komen. Wij gaan op zoek naar het waarom van het probleem. Vaak is er op andere plekken al aandacht aan besteed zonder over de juiste achtergronden te beschikken. Dat leidt niet altijd tot een positief resultaat. Van een bepaalde vorm van dyslexie is bijvoorbeeld bekend dat door veel oefenen de fout juist bestendigd wordt". Vergoeding "Steeds meer ziektekostenverzekeraars gaan ertoe over, ons onderzoek grotendeels te vergoeden', vertelt Ingrid Merkelbach. "Daarvoor moet vaak wel voor ziekenfonds- als particulier verzekerden een soort plus-verzekering zijn afgesloten." "Ook scholen hebben tegenwoordig meer vrijheid om hun gelden te besteden", vult haar man aan. "Zij zijn niet meer verplicht alle onderzoeken te laten doen door onderwijsbegeleidingsdiensten". De Merkelbachs vinden het belangrijk dat kinderen uit alle milieu's de mogelijkheid krijgen dat hun probleem of stoornis goed wordt behandeld. Het echtpaar legt zich toe op een heel specifiek behandelingsplan. Met veel interesse worden ook de neurologische ontwikkelingen op hun vakgebied op de voet gevolgd. "Ik ben weleens moe van het werken", lacht Louis Merkelbach als zijn vrouw voor de zoveelste keer om de hoek van de deur komt om te zeggen dat hij nu echt moet komen lunchen. "Maar mijn enthousiasme heeft nog steeds de overhand". Ingrid Merkelbach-Gunters en Louis Merkelbach met een jonge client tijdens een onderzoek. Foto Dick Sars


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: October 1, 2003



37 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


September 16, 2003


SECTION: Regio


LENGTH: 393 words


HEADLINE: 'We krijgen ook vragen van volwassenen'; Maatschap Kaatsheuvel begeleidt kinderen met dyslexie, leer- en gedragsproblemen


- Door Joost Goutziers


HIGHLIGHT:
Kinderen met dyslexie, leer- of gedragsproblemen kunnen na school ondersteuning zoeken bij remedial teachers Monique van Empel en Bert Spitters uit Kaatsheuvel. Zij begeleiden zo'n dertig leerlingen. En de rek is er nog niet uit.


BODY:
Voor Monique van Empel en Bert Spitters uit Kaatsheuvel is het verklaarbaar dat ouders hun kinderen na schooltijd laten bijspijkeren door een particulier bureau voor remedial teaching. "De scholen hebben beperkte middelen en tijd voor remedial teaching", vertelt Van Empel. "Op basis van de Citotoets komen D- en E-niveau in aanmerking, maar als een kind door de begeleiding op school resultaat boekt, staan er andere leerlingen te dringen en moeten ze snel plaats maken." Structuur (Maatschap voor Remediale Zorg) is in dat gat gesprongen en ouders weten het particuliere bureau te vinden. De twee onderwijskundigen uit Kaatsheuvel begeleiden wekelijks zo'n dertig kinderen. Dat begon in een praktijkruimte bij Spitters aan de Lek. Sinds deze maand heeft Van Empel haar eigen ruimte aan de Hammen. In de meeste gevallen krijgen de leerlingen een-op-een begeleiding. Docent Spitters, ook nog docent aan het Mollercollege, begon zijn praktijk acht jaar geleden. Van Empel sloot zich anderhalf jaar geleden aan. Na een carriere in het jeugdwelzijnswerk studeerde ze pedagogiek. Ook specialiseerde zij zich in leerstoornissen en remedial teaching. De twee begeleiden leerlingen op meerdere terreinen: Nederlands, vreemde talen, dyslexie, dyscalculie, wiskunde, gezondheidszorg, studiestrategieen, hoogbegaafdheid en gedragsproblemen. Van Empel houdt zich verder bezig met sociale angst en faalangst. In de werkwijze van de twee staat het aanbieden van structuur centraal. "Elk kind is een individu met een eigen probleem en een eigen benadering." "In onze maatschap overleggen we veel", vertelt Van Empel. "We bespreken de leerlingen en praten ook over methoden. Plannen genoeg: we willen ook eigen onderwijsproducten ontwikkelen en op de markt brengen." De klanten van Van Empel en Spitters komen uit de hele regio en zitten zowel op het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. Spitters: "Maar we krijgen ook vragen van volwassenen. Ouders die via het gedrag van hun kinderen ontdekken dat ze zelf ook dyslexie hebben". De twee overwegen ook om clinics voor ouders te geven. Ze willen ouders leren hoe ze kinderen met leerproblemen kunnen begeleiden bij het maken van huiswerk en bekend maken met hulpmiddelen en internet. www.structuur-mrz.nl Monique van Empel begeleidt Bob Mooij (12) uit Kaatsheuvel. De jongen heeft dyslexie. Foto Dick Sars


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: September 16, 2003



38 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 De Gelderlander  
De Gelderlander


September 12, 2003


SECTION: Buitenland


LENGTH: 691 words


HEADLINE: PAALBERICHTEN:


Door onze correspondent


BODY:
Libie betaalt Fransen meer PARIJS - Libie gaat de nabestaanden van Franse slachtoffers van een in 1989 boven Niger opgeblazen UTA-vliegtuig een hogere schadevergoeding betalen. Hoeveel meer is niet bekendgemaakt. Libie en advocaten van de Franse families maakten dat gisteren bekend. De Franse minister De Villepin van Buitenlandse Zaken gaf aan dat de VN-sancties tegen Libie nu kunnen worden opgeheven. Deze zomer bleek dat Libie de nabestaanden van de slachtoffers van de aanslag op een Panam-vliegtuig boven het Schotse Lockerbie, in 1988, 2,7 miljard dollar wilde betalen. De Fransen zouden tezamen slechts 33 miljoen dollar krijgen, oftewel 200.000 dollar per slachtoffer. Frankrijk dreigde daarop opheffing van de sancties met een veto te zullen treffen. Vijf procent is rekenblind LONDEN - Een Britse wetenschapper meent dat dyscalculie, de rekenvariant van dyslexie ofwel leesblindheid, een op de twintig schoolkinderen treft. Volgens Britse media, gisteren, heeft professor Brian Butterworth van de University College in Londen dat bekendgemaakt tijdens een wetenschapsfestival in Salford in de regio Manchester. Hij zegt dat de meeste mensen drie of vier objecten herkennen zonder tellen. Mensen met rekenblindheid zijn hiertoe volgens Butterworth niet in staat. Docenten en ouders zien rekenblinde onterecht kinderen als dom, aldus de Butterworth. ANP/DPAMswati kiest weer een bruidMBABANE - Nog geen week nadat hij zijn elfde vrouw trouwde, heeft koning Mswati III van Swaziland gisteren bruid nummer twaalf uitgekozen, aldus bronnen bij het koninklijk huis. De keuze viel op de achttienjarige Nomonde Fihlawas, die vorige maand de jaarlijkse missverkiezing in Swaziland won. Of Fihlawas blij is met de keuze van de 35-jarige koning is niet duidelijk: toen ze tot miss was gekroond, zei ze tegen een plaatselijk blad niet in polygamie te geloven. Ouders van bruiden die de koning uitkiest proberen soms via de rechter gedaan te krijgen dat hij hun dochter laat gaan, maar dat loopt steeds stuk op de almacht van de koning. APLonden donker door zekering LONDEN - Een foute zekering veroorzaakte de stroomstoring die de Britse hoofdstad Londen 28 augustus trof. Dat is gebleken uit het onderzoek van de elektriciteitsleveranciers. De oorsprong van de storing lag in een transformator in de ondergrondse. De stroom wordt in zo'n geval automatisch omgeleid, maar omdat een monteur bij renovatie een zekering met een te laag voltage had geinstalleerd, viel de stroom uit. Er kwamen 1600 treinen stil te staan. De ondergrondse viel compleet uit. Een kwart miljoen mensen kwam tijdens de spits vast te zitten in de Underground. Meer dan 400.000 woningen, kantoren en winkels zaten in het donker. De schade zou vier miljoen euro belopen. ANP/DPAHond eten tegen overlastPHNOM PENH - Cambodjanen moeten vaker hond op het menu zetten. Zij kunnen zo bijdragen aan het verminderen van het aantal zwerfhonden dat de straten van de hoofdstad Phnom Penh bevolkt. Dat heeft gouverneur Kep Chuktema van de stad gisteren gezegd. Hoewel honden, spinnen en sprinkhanen geregeld op het bord van inwoners van de arme landelijke gebieden van het land verschijnen, halen de inwoners van Phnom Penh daar in het algemeen hun neus voor op. Kep Chuktema vindt dat zij maar wat minder kieskeurig moeten worden. "Kom op, hondenvlees is zo heerlijk", zei hij tegen de krant Cambodia Daily. "Vietnamezen en Koreanen zijn er dol op." Rtr.Hof: goedkoop medicijn mag LUXEMBURG - Volgens advocaat-generaal Antonio Tizzano bij het Europese Gerechtshof, gisteren, zijn Duitse praktijken om goedkope medicijnimport te weren in strijd met de Europese regels. Adviezen van de advocaat-generaal worden bijna altijd door het Europese hof gevolgd. In dit geval zou het een zware klap betekenen voor de farmaceutische industrie. In 1994 vroeg de Duitse importeur Kohlpharma toestemming om Jumex, een middel tegen de ziekte van Parkinson, in te voeren uit Italie. Nee, vonden de Duitse autoriteiten, want Jumex is niet veilig genoeg. Wetenschappers oordeelden echter dat Jumex en het Finse middel Movergan 'bio-equivalent' zijn, dus nagenoeg even veilig en effectief. AP


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: September 12, 2003



39 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Wegener Uitgeverij Gelderland-Overijssel  
Overijssels Dagblad


September 9, 2003


SECTION: SA2REG (regio)


LENGTH: 1050 words


HEADLINE: Artikel(en) zonder titel - lokaal journaal


BODY:

BOSKAMP

SOOS - Soos Boskamp opent donderdag het winterseizoen met een bingomiddag in Zorgcentrum St. Willibrord. De aanvang is om 14.00 uur. Alle 60-plussers zijn van harte welkom.

HAARLE

WORSTENACTIE - De activiteitencommissie van handbalvereniging Leerkes Electro Haarle houdt tot en met 13 september een worstenactie.

Leden komen dan aan de deur om droge worst te verkopen.

EHBO-CURSUS - De plaatselijke EHBO start in oktober bij voldoende deelname met een nieuwe EHBO-cursus. Ook is het mogelijk om het geldige diploma te verlengen door het volgen van een herhalingscursus. Voor informatie en opgave kan men bellen naar Ria Vloedgraven, tel. 0548 -595830 of Willy Hutten, tel. 0548 - 595658.

HEETEN

TENNISKAMPIOENEN - Maarten Alferink en Nienke Linthorst zijn dit weekend winnaar geworden van de tennisclubkampioenschappen enkelspel 2003. Beiden kampioenen lieten tennis op niveau zien. Na drie weken tennis kreeg het toernooi afgelopen zaterdag zijn beslag met de finalewedstrijden in de dames- en herenpoule. Maarten Alferink ging in de herenpoule de strijd aan met Danielle Groot Zwaaftink. Laatstgenoemde trok in de eerste set aan het langste eind: 3-6. Vervolgens moest Groot Zwaaftink in de overige twee sets zijn meerdere erkennen in Alferink: 7-5 en 6-3.

Bij de dames was Nienke Linthorst tegen Danielle Sas goed op dreef. De eindstand was 6-4 en 7-6. De finalewedstrijden werden bezocht door een groot aantal toeschouwers. Uitslagen: Heren: Poule A: 1. Maarten Alferink; 2. Danielle Groot Zwaaftink. Poule P. 1. Jeroen Willemsen; 2. Ton Elders. Poule B: 1. Mathijs Mekers; 2. Willy Tijs. Poule C: 1. Rob Heethaar; 2. Huub Schoorlemmer. Poule D: 1. Geert Tepperik; 2. Andre Vloedgraven.

Dames: Poule A: 1. Nienke Linthorst; 2. Danielle Sas. Poule B: 1. Lotte Vloedgraven; 2. Monique Volkerink. Poule C: 1. Paula Slot; 2. Jolien Huis in 't Veld. Poule D; 1. Marloes Alferink; 2. Sharon van Zanten.

BALANS - Vereniging Balans afdeling Zwolle-Salland houdt donderdag in zaal Bosgoed in Heeten een thema-avond met als onderwerp 'PDD-(NOS) en het onderwijs'. De aanvang is om 20.00 uur en de toegangsprijs bedraagt 4,50 euro voor leden van Balans en 6 euro voor niet-leden (inclusief een consumptie). De avond wordt verzorgd door Lidie Farro, een ervaringsdeskundige, moeder en leerkracht. Balans is de landelijke vereniging voor ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen, waarvan ADHD, ADD, dyslexie, dyscalculie, NLD en aan autisme verwante contactstoornissen als PDD-NOS de meest bekende zijn. .

HEINO

POSTDUIVEN - De leden van de Heinose postduivenclub brachten afgelopen weekeinde 389 duiven bijeen voor een wedvlucht vanuit het Belgische Heverlee, afstand gemiddeld 205 km. De duiven werden gelost om 09.45,uur aankomst eerste duif 12.08.23 uur, snelheid 1429 m/m. Uitslag: 1 en 9 Maarten Slot, 2 en 10 Wim Bruggeman, 3 t/m 7 Herman Hagen, 8 Wim koopman.

MARIENHEEM

MIDGETGOLF - De gezamenlijke besturen van vrouwenvereniging VLAM, KBO en Ouderenwerk houden donderdag 2 oktober om 14 uur een ontspanningsmiddag waarin midgetgolf centraal zal staan. De kosten voor deelname bedragen vijf euro per persoon. Deelnemers dienen zich voor 28 september op te geven bij A. Assendorp, tel. 0572 - 362255 of G. Meijerink, tel. 0572 - 363060.

OUD PAPIER - Het actiecomite van de sportvereniging Marienheem houdt zaterdag van negen tot twaalf uur een oud papieractie. De papiercontainer staat aan de achterzijde van de Spelzaal 't Asspel.

RAALTE

OUD PAPIER - Bij basisschool De Korenbloem aan de Jan van Arkelstraat kan morgen en donderdag weer oud papier gebracht worden. Morgen is er van 17.15 tot 19.30 uur hulp aanwezig, donderdag om 15.00 uur gaat de papiercontainer dicht.

VISSEN - Dezer dagen visten twaalf senioren van de HSV Raalte hun negende wedstrijd om het kampioenschap van Raalte. De wedstrijd vond plaats in de Wooldhuisplas te Heino. De uitslag was: 1. Hans Walraven (590 cm); 2. Jacob Kroes (583 cm); 3. Fabian Meijerman (546 cm). De grootste vis werd gevangen door Joop Nijland (een brasem van 53 cm).

De volgende wedstrijd is zondagmorgen 14 september aan de IJssel bij Wijhe van 8.00 tot 11.00 uur. Uitgifte plaatsnummers 7.15 tot 7.30 uur. Wie interesse heeft kan eens komen kijken of zich laten informeren door de wedstrijdcommissie onder leiding van Hans Walraven.

WIELRENNEN - Bij het Nederlands kampioenschap eindigde hij nog in het peloton, maar nu is de topvorm dan toch nog gekomen. Zowel zaterdag in Dordrecht als zondag in Zwanenburg schreef Marien Wallink uit Heino de wedstrijd voor junioren op zijn naam.

In Lage Zwaluwe eindigde Loes Markerink uit Raalte bij de junioren vrouwen als 2e. In dezelfde plaats reed Silke Kogelman uit Lemelerveld bij de nieuwelingen meisjes ronden lang op kop maar werd kort voor tijd toch nog ingelopen.

In Hasselt behaalde de jeugd van CRT Raalte nog enkele mooie resultaten: Florent Meijer en Toby Reimert eindigden voorin, Toby werd zelfs 3e.

De uitslagen: Hasselt: cat. 3: 6e Florent Meijer - Heino, 16e Mike Snel - Raalte; cat. 5: 17e Ramon Bosman - Raalte; cat. 6: 18e Henk Wildeman - Raalte, 32e Marijn Huisman - Raalte;cat. 7: 3e Toby Reimert - Raalte. Dordrecht: junioren:1e Marien Wallink - Heino, 20e Huub Kappert - Raalte. Numansdorp: nieuwelingen meisjes: 9e Silke Kogelman - Lemelerveld; Lage Zwaluwe: junioren vrouwen: 2e Loes Markerink - Raalte, 10e Linda Kroes - Raalte; nieuwelingen meisjes: 16e Silke Kogelman - Lemelerveld; n ieuwelingen: 14e Michel Alferink - Heeten, 19e Steven Marissink - Heeten. Zwanenburg: junioren: 1e Marien Wallink - Heino, 15e Huub Kappert - Raalte.

WIJHE

VROUWENBOND - De FNV Vrouwenbond in Wijhe houdt maandag 15 september de maandelijkse bijeenkomst. Dit keer is het onderwerp 'de brandweer', waarbij voorlichting wordt gegeven over preventie. Ook komt aan de orde wat vrouwen beweegt om brandweervrouw te worden.

De bijenkomst wordt gehouden in zaal Nijlant Spoorstraat 1 te Wijhe aanvang 20.00 uur.

Belangstellenden zijn van harte welkom. Informatie geeft A. Hullemantel, tel.0570 - 522923.

LOKAAL JOURNAAL

Nieuwtjes of aankondigingen voor deze rubriek kunt u opsturen naar het Overijssels Dagblad en Zwolse Courant, Postbus 16, 8100 AA Raalte. Faxnummer: 0572-362666. Email: redraalte@wugo.wegener.nl


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: September 9, 2003



40 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2003 Tijd Electronic Services NV  
De Financieel-Economische Tijd


September 3, 2003, Wednesday


SECTION: Pg. 4


LENGTH: 504 words


HEADLINE: 'VANDERPOORTEN MISLEIDT MET ZORGBELEIDOUDERS VAN KINDEREN MET LEERSTOORNISSEN';
 CD&V EIST BIJSTURING DECREET GELIJKE ONDERWIJSKANSEN


Ilsedv


SOURCE: tijd


BODY:

De Vlaamse minister van Onderwijs, Marleen Vanderpoorten, creeert met haar zorgbeleid illusies bij de ouders. Dat zei de CD&V-onderwijsspecialist Luc Martens gisteren tijdens een persconferentie. 'Ze doet het voorkomen alsof alle kinderen met leerstoornissen nu zonder problemen in het gewone onderwijs terechtkunnen, maar daarvoor zijn de bijkomende middelen die werden toegekend te beperkt.'

Gewone scholen mogen kinderen met leerstoornissen (zoals dyslexie en dyscalculie) niet meer doorverwijzen naar type 8 van het buitengewoon onderwijs als ze zich komen inschrijven, stelt het decreet op de gelijke onderwijskansen. Sinds 1 september krijgen alle basisscholen extra uren voor het voeren van een zorgbeleid voor kinderen met leerstoornissen.

'Minister Vanderpoorten voerde de afgelopen dagen een grootschalige promotiecampagne voor haar beleid over gelijke onderwijskansen. Ze doet voorkomen alsof iedereen nu in het gewone basisonderwijs terechtkan. Ze creeert illusies bij de ouders want een uur extra per week per leerling is te weinig om de leerlingen met leerstoornissen en hun leerkrachten effectief te begeleiden', zei Martens. CD&V eist dat het nieuwe decreet op de gelijke onderwijskansen in het najaar wordt geevalueerd en budgettair bijgestuurd.

De christen-democraten hekelen ook de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de conclusies van de rondetafelconferentie over de toekomst van het onderwijs. 'De minister installeerde twee politieke cellen, een voor het personeel en een voor de financiering, die de teksten van de rondetafel in een beleidsvoorstel moeten gieten. De startnota's die ze hun meegaf, houden echter geen rekening met de conclusies van de rondetafel.' CD&V verdenkt de minister ervan dat ze aan de vooravond van de verkiezingen wil uitpakken met een 'groot vergelijk tussen alle partijen'. 'We willen meewerken maar dan moet er op korte termijn een politiek akkoord komen waarvan de uitvoering onmiddellijk moet beginnen. Net voor de verkiezingen met een akkoord uitpakken, is makkelijk want de minister hoeft het dan financieel niet te honoreren.'

Kosteloosheid

Verder verwacht CD&V dat de minister dit schooljaar nog werk maakt van de beloofde kosteloosheid van het leerplichtonderwijs. 'Vrije scholen zijn soms verplicht meer geld aan de ouders te vragen omdat ze minder geld per leerling krijgen dan het officiele onderwijs. Dat hypothekeert de vrije onderwijskeuze want niet alle ouders kunnen dat bedrag ophoesten en zien zich dus verplicht naar een andere school uit te kijken.'

Een evaluatie van de eindtermen staat ook op het verlanglijstje. 'De eindtermen zouden gereduceerd moeten worden tot een kerncurriculum dat niet meer dan de helft van de onderwijstijd in beslag neemt', zei Martens. Ten slotte dient er voor de christen-democraten ook nog gesleuteld te worden aan de arbeidsvoorwaarden van de leerkrachten en directies. 'Wij denken bijvoorbeeld aan publiek-private samenwerking voor het moderniseren van de schoolinfrastructuur.' IdV


LOAD-DATE: September 3, 2003



41 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2003 Reed Business Information B.V.  
Elsevier


August 16, 2003


SECTION: Politiek & Binnenland


LENGTH: 1043 words


HEADLINE: WEER NAAR SCHOOL


BYLINE: Liesbeth Wytzes


BODY:

Deze week zijn de basisscholen weer begonnen, althans in het noorden van Nederland. Volgende week zijn veel scholen voor voortgezet onderwijs aan de beurt. De regio's zuid en midden volgen dan ook. De lokalen zijn opgeruimd, de boeken zijn gekaft. Nieuwe etuis, nieuwe agenda's en nieuwe rugzakken liggen klaar. Het gewone leven begint weer. Wat treffen die kinderen aan? Er is op scholen veel veranderd, ten goede. Maar nog niet alles.

Lerarentekort. Dat is misschien zijn dieptepunt voorbij. Onderwijs begint weer een aantrekkelijk vak te worden. Het tekort aan docenten in het basisonderwijs lijkt zich op te heffen, er komen meer aanmeldingen bij de pabo's. Dit dankzij de recessie: een baan in het onderwijs is gegarandeerd vast. Op een basisschool in Den Haag kwamen twaalf brieven binnen voor de functie van directeur, tot voor kort de minst populaire baan in het onderwijs. Geen reden om op te houden met investeren, want tekorten zijn er nog wel degelijk. Het grootste nadeel van het vak is het statische ervan. Maar waarom niet wat meer jobhoppen, of na tien jaar voor de klas eens iets heel anders gaan doen? Geld blijft een probleem. En dat geeft onrust. Speciale 'trajecten' die zijn ingezet om kinderen die wel of juist niet kunnen meekomen, te helpen, kunnen worden stopgezet wegens geldgebrek.

Segregatie. Het uitbundig vertroetelen van allochtone leerlingen met slecht opgeleide ouders, die door de zogenoemde gewichtenregeling (Cumi) een school twee keer zoveel geld opleveren als hun Nederlandse leeftijdsgenoten met goed opgeleide ouders, heeft voorlopig niet tot indrukwekkende leerprestaties geleid. Al weet je niet hoe het anders zou zijn geweest. Wel heeft het tot oneerlijke situaties geleid. Autochtone kinderen met een achterstand, en die zijn er ook, krijgen niets extra. Er zijn 'zwarte' scholen met, zeg, 250 leerlingen die twee keer zoveel personeel kunnen betalen als 'witte' scholen met evenveel leerlingen. Volgens insiders zal de gewichtenregeling binnen nu en een jaar niet meer in deze vorm bestaan.

Slecht onderhoud. Er is veel geklaagd over vieze scholen, met stinkende wc's, smerige lokalen en doucheruimtes. Dat is de laatste zes maanden sterk verbeterd, al werd afgelopen maandag nog een school afgekeurd wegens brandgevaar. Er zijn nog te veel schoolgebouwen die verkommeren, vooral scholen van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Graffiti, ruiten die in de vakantie zijn gesneuveld. Er is vaak te weinig ruimte: scholen in nieuwbouwwijken zijn stelselmatig op een te klein aantal leerlingen berekend, zodat les wordt gegeven in de lerarenkamer of het gymnastieklokaal. Modern onderwijs heeft een ander soort schoolgebouw nodig: flexibeler. Geen smalle gangen met lokalen meer.

Vergrijzing. Leerkrachten zijn oud: 32 procent is ouder dan vijftig (in de vrije markt is dat 20 procent), en ze hebben het zwaar, ondanks al die vrije dagen. Ze klagen al jaren over de te grote werkdruk, die tot burn-out en overspannenheid leidt. Door het tekort aan leerkrachten is klassenverkleining alleen in de onderbouw ingevoerd.

Ziekteverzuim. Het ziekteverzuim is hoog: in 2000 was dat 8,35 procent in het basisonderwijs en 7,84 procent in het voortgezet onderwijs. Docenten staan voor volle klassen met kinderen die bijna allemaal iets hebben. Gescheiden ouders, allochtone ouders, niet betrokken ouders, ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), het containerbegrip PD-Nos (psychotic disorder not otherwise specified - niet nader aan te duiden psychotische afwijking), dyslexie, dyscalculie, allergieen, astma, hoog- of meerbegaafdheid. Kinderen kortom die veel extra aandacht opeisen en een zware druk op de rest van de groep kunnen leggen. Door de invoering van Weer Samen Naar School en het 'rugzakje', bedoeld om kinderen met een lichamelijke of geestelijke achterstand zo lang mogelijk op een gewone school te houden, worden die problemen alleen maar groter.

Onduidelijkheid. Het studiehuis, de leerprofielen, de basisvorming die vanaf 2004 vernieuwd zal zijn, kerndoelen, doorlopende leerlijnen: het voortgezet onderwijs is niet erg toegankelijk georganiseerd. De nadruk is verlegd van onderwijs krijgen van iemand die veel van een vak weet, naar een 'coach' die de leerlingen terzijde staat op hun zoektocht naar antwoorden op het internet. Misschien een slim onderwijskundig concept: erg goed is het niet aan de man gebracht.

Scholen voor vmbo, het stokpaardje van de PvdA tijdens de paarse kabinetten, zijn in de grote steden bijna allemaal zwart geworden, wat grote problemen oplevert voor ouders die hun kind daar niet heen willen sturen. Zij kunnen kiezen: hun kind naar een vmbo buiten de stad sturen, naar een vmbo-groen, de voormalige landbouwschool die door allochtonen wordt gemeden vanwege de associatie met boer zijn, of domweg verhuizen.

In een aantal opzichten, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau in zijn rapport Voortgezet onderwijs in de jaren negentig, wijkt Nederland af van de omringende landen. Er is 'een sterke neiging tot gelijkheid in de interpersoonlijke verhoudingen (tussen leerlingen en leraren), een geringe prestatiegerichtheid en een grote neiging tot zorgzaamheid in het onderwijs'. Leerlingen moeten vooral niets doen waar ze geen zin in hebben.

Dat wreekt zich op de universiteit: taaie studies als de betavakken en de talen, vooral Frans en Duits, kampen met een sterk teruglopend aantal studenten. Die doen liever communicatie-, of film- en televisiewetenschappen. Dat begint al op de basisschool met het 'ontwikkelingsgericht onderwijs': er komen steeds meer scholen waar kinderen zelf mogen 'aangeven' wat, en of, ze willen leren. Onderwijs is een pedagogisch project geworden, waarbij de overdracht van kennis steeds meer naar de achtergrond verdwijnt.

Kader bij artikel:

SCHOOLAGENDA

Wanneer begint waar welk soort onderwijs weer?

11 augustus: Basisscholen regio noord weer begonnen

18 augustus: Voortgezet onderwijs regio noord begint weer

18 augustus: Bassischolen regio midden beginnen weer

25 augustus: Voortgezet onderwijs regio midden begint weer

1 september Basisscholen regio zuid beginnen weer

1 september Voortgezet onderwijs regio zuid begint weer


GRAPHIC: Marco Hillen, De recessie heeft ook voordelen: de belangstelling voor het onderwijs als vak neemt toe. Dan ben je tenminste verzekerd van een baan, ja


LOAD-DATE: August 14, 2003



42 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


August 2, 2003


SECTION: Binnenland; Pg. 2


LENGTH: 922 words


HEADLINE: 'Kinderen gaan stuk aan wat goed voor ze is' ; Psychologe Delfos over de nadelen van een goede opvoeding


BYLINE: DOOR ONZE REDACTEUR SHEILA KAMERMAN


DATELINE: UTRECHT, 2 AUG.


BODY:

Zoveel kinderen krijgen de 'diagnose' hoogbegaafd, ADHD of autistisch dat het soms lijkt of er geen gewone kinderen meer zijn. "Ik zie steeds vaker kinderen die onterecht een klas hebben overgeslagen."

Max (2) is hoogbegaafd. Dat denkt de crecheleidster. Hij kent namelijk het woord 'paperclip'. Zijn moeder legt het haar uit: hij speelt vaak met paperclips, ze maakt kettingen van paperclips voor hem. Voor Max is 'paperclip' een gewoon woord. Net zo gewoon als 'beker'.

Er lijken bijna geen normale kinderen meer te bestaan. Iedereen is hoogbegaafd, autistisch of heeft ADHD, zegt dr. Martine F. Delfos, psychologe en auteur van verschillende therapeutische boeken voor kinderen. "Of ze zijn dyslectisch, hebben dyscalculie, worden gepest of hebben gescheiden ouders. Met elk kind is wel iets bijzonders aan de hand."

Delfos ziet verschillende redenen voor de enorme toename aan diagnoses. Het kan zijn dat kinderen echt wat vaker gedragsstoornissen hebben omdat vrouwen gemiddeld later kinderen krijgen. "Het is bekend dat oudere moeders meer kans hebben op bijvoorbeeld een kind met het syndroom van Down, maar een toename van gedragsstoornissen zou ook kunnen. Daarnaast wordt, in de huidige kleine gezinnen met gemiddeld twee kinderen, scherper en beter naar kinderen gekeken." Gedrag waar vroeger geen bijzondere aandacht aan werd besteed, wordt nu eerder uitzonderlijk gevonden. En ook, zegt Delfos, denk ik dat werkende ouders druk en lastig gedrag minder accepteren als iets dat nu eenmaal bij kinderen hoort omdat ze zelf vaak moe en gestresst zijn.

Maar de belangrijkste reden, zegt ze, is dat ouders steeds hogere eisen zijn gaan stellen aan kinderen. "Kinderen moeten vrolijk zijn, en speels, evenwichtig, gehoorzaam en rustig. Natuurlijk ook intelligent. En liefst ook nog muzikaal en taalvaardig. Kinderen hebben de plicht gelukkig te zijn, want dat betekent dat zij als ouders zijn geslaagd. Hun kinderen moeten een afspiegeling zijn van hun succes als mens. Als een kind niet in dat ideale beeld past, moet er wel een stoornis zijn."

Kinderen worden al jong op allerlei manieren gestimuleerd om zich optimaal te ontwikkelen. Maar als ze te veel worden gestimuleerd heeft volgens Delfos allerlei negatieve gevolgen. "Een goed voorbeeld zijn de taalstimuleringsprogramma's bij kleuters. Vooral jongetjes lopen qua taalontwikkeling op een bepaalde leeftijd achter bij meisjes. Maar dat is een normaal aspect van hun rijping. In de tijd dat meisjes taal ontwikkelen, onderzoeken jongens voorwerpen en ontwikkelen ze hun technisch inzicht. Je moet bij kinderen geen vaardigheden trainen waar ze niet aan toe zijn. Het kost meer tijd en de training op het ene gebied remt de ontwikkeling elders. Einstein was geen briljante leerling. Had hij de relativiteitstheorie kunnen ontwikkelen als hij taalstimuleringsprogramma's had moeten volgen?

"Ik kom nu steeds vaker kinderen tegen die onterecht een klas hebben overgeslagen en daar de dupe van zijn. Een meisje zei tegen me: 'Ik denk dat ik niet zo goed kan rekenen omdat ik een klas heb overgeslagen'. Ze had gelijk. Haar intelligentie was gemiddeld en dan moet je het hebben van herhaling. Tja. Hoogbegaafdheid is een zeldzaamheid. Bovendien vervelen hoogbegaafden zich nooit. Die hebben hun speelgoed altijd bij zich. Of beter gezegd: juist als ze zich vervelen, gaan ze creeren."

In Japan is de druk om te presteren zo groot dat kinderen die niet aan de verwachtingen kunnen voldoen gaan pesten, depressief worden of zelfs zelfmoord plegen. Delfos vreest geen 'Japanse toestanden'. "Het blijft Nederland." Maar ze merkt wel dat de druk op kinderen om zo perfect mogelijk te zijn toeneemt. "Het is onmiskenbaar de tijdgeest dat middelmatigheid niet wordt geaccepteerd."

De enorme aandacht heeft nog een keerzijde. De kinderen worden enorm verwend. "We knuffelen ze dood. Ze gaan stuk aan wat goed voor ze is. We lossen het liefst alle problemen voor ze op. 'Word je gepest? Papa komt wel even mee naar school.' Maar ouders zien iets over het hoofd. Kinderen hebben ook frustraties nodig. Frustraties zijn nodig om doorzettingsvermogen te ontwikkelen. En zelfvertrouwen. Het is niet voor niets dat bijna alle grote mensen op aarde een nare jeugd hebben gehad."

Dit is natuurlijk geen pleidooi voor een nare jeugd, zegt ze. Maar de consequenties van het gebrek aan doorzettingsvermogen zijn ernstig. Neem de enorme schooluitval. "Vroeger had ik wel eens een kind in mijn praktijk dat niet meer naar school ging, maar dan waren er allemaal verschrikkelijke dingen aan de hand. Nu gebeurt het vaak. Zomaar. Kinderen hebben weinig doorzettingsvermogen en lijden daar ernstig onder. Elke dag naar school, steeds maar weer huiswerk maken. Dat is een frustratie. Maar ze leren ook dat de problemen op te lossen zijn als ze maar doorzetten."

"De verwachtingen van goedbedoelende ouders zijn zo hoog dat veel kinderen bij voorbaat denken: 'Daar kan ik nooit aan voldoen'. De ouders van nu zijn ook heel moeilijk te overtreffen. Het is een generatie met een kolosaal opleidingsniveau. Ze hebben ongekend kunnen stijgen op de maatschappelijke ladder. Vroeger konden ouders tegen hun kinderen zeggen: als jij goed je best doet op school krijg je het beter dan ik. Voor het kind was er de drang om uit de vaak troosteloze situatie van de ouders te komen. Ouders zeggen nu: 'Als je heel erg je best doet, krijg je het misschien net zo goed als ik.' Zo'n kind denkt dan: 'Nou zo goed heb je het niet. Laat maar zitten'."

Martine Delfos


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: August 2, 2003



43 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


June 19, 2003


SECTION: Regio


LENGTH: 482 words


HEADLINE: Onder de loep


BODY:
Remedial teacher Mart van Grinsven uit Oss viert zijn 25-jarig onderwijsjubileum. Hij stond al die tijd niet alleen maar voor de klas, vanaf 1986 werkt hij ook als remedial teacher en intern begeleider. Afgelopen jaren heeft Van Grinsven (48) heel wat probleemkinderen en kinderproblemen zien passeren, vertelt hij aan Loepkijker. Echte probleemkinderen zijn een uitdaging voor hem. "Je moet tijd nemen om echt te luisteren naar een kind, maar aan die tijd ontbreekt het veel mensen tegenwoordig. Door de hectiek van het werk komen ook de leerkrachten daar niet meer aan toe, hoe goed ze soms ook proberen. Kinderen die het goed doen, slagen in het huidige systeem. Wie dat niet lukt, valt af en kan dan probleemgedrag vertonen." De jubilaris geeft toe dat hij eerst ruime ervaring als leerkracht op heeft moeten bouwen, voordat hij als remedial teacher (RT'er) kinderen en hun problemen goed kon inschatten en benaderen. Van 1978 tot 1985 onderwees hij aan de Osse Elzeneindschool. Na het behalen van het diploma Remedial Teacher werkte hij 16 jaar in Ammerzoden. Sinds 2001 werkt hij weer in Oss, maar nu op de Ruwaardschool. Daar is hij intern begeleider en RT'er. "Het verschil is duidelijk: de RTer begeleidt kinderen met individuele leerproblemen, zoals dyslexie, dyscalculie, taalzwakte en dergelijke. De intern begeleider ondersteunt leerkrachten." Het is voor hem onbegrijpelijk dat je tegenwoordig direct na het diploma van de Pabo al door kunt leren voor RTer. "Ondanks mijn ervaring heb ik zelf ook wel eens de plank misgeslagen. Als RT'er moet je ervaren hebben wat het basisonderwijs kan en wat je aan dat onderwijs kunt vragen." In de loop der jaren is zijn insteek wel veranderd: "Vroeger keek ik vooral naar het probleem, nu naar wat een kind wel kan. Door positieve dingen te zoeken versterk je de persoonlijkheid, van daaruit kun je verder werken." De officiele dyslexietest is zaak voor de orthopedagoog, maar Van Grinsven zoekt wel naar aanwijzingen of verder onderzoek gerechtvaardigd is. "Goed en tijdig verwijzen is heel belangrijk," meent hij. In de loop van zijn carriere ziet hij dat niet de kinderen veranderen, maar de maatschappij. Ook de opvoeding is expliciet anders dan vroeger, net als het wereldbeeld van hedendaagse kinderen. "Ook het feit dat heel veel moeders nu buitenshuis werken en het moderne speelgoed speelt mee. Ik keur dat niet af, maar het geeft wel consequenties voor opvoeding en onderwijs." Van Grinsvens visie hoe het onderwijs zou moeten zijn is duidelijk: "De leerkracht moet de manager van zijn groep zijn en veel meer dan nu beschikken over vakmensen daaromheen, zoals logopedist, fysiotherapeut, maatschappelijk werker enzovoorts. Als het nodig is, schakel je die meteen in." Morgen viert de Ruwaardschool het jubileum van Van Grinsven. Als cadeau vraagt hij financiele steun voor een leeskar met boeken voor de school. LOEPKIJKER


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: June 19, 2003



44 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
De Dordtenaar


June 13, 2003


SECTION: ZHZ; Pg. 5


LENGTH: 651 words


HEADLINE: 'Het was met jonge mensen goed werken' ; Evert van Dijk vertrekt bij Titus Brandsma


BODY:

DORDRECHT - Evert van Dijk (59) neemt volgende week officieel afscheid als plaatsvervangend rector op het Titus Brandsmacollege. Sinds 1966 was hij er korte tijd leraar wis- en natuurkunde. Veel jaren stond hij als leraar Nederlands voor een klas vol Dordtse pubers.

Als leerlingbegeleider begeleidde hij ook jongeren met dyslexie, dyscalculie of sociale of emotionele problemen. Sinds 1985 was hij plaatsvervangend rector.

Het afscheid is zorgvuldig gepland en geregisseerd. Al in 1989 wist Van Dijk dat hij rond zijn zestigste wilde stoppen. "Het is mooi geweest. Ik wil nu van andere dingen in het leven gaan genieten."

Met plezier blikt de geboren Dordtenaar terug op zijn onderwijscarriere die zich binnen de muren van Titus Brandsma afspeelde en draaide om het leven van jonge mensen. Het zijn goede herinneringen, maar het dramatische dalen van het aantal leerlingen op 'Titus', dat al inzette in 1990, 'doet ook een beetje pijn'.

Van Dijk zit er ontspannen bij in de lerarenkamer in het schoolgebouw aan de Kapteynweg in Sterrenburg. "Evert, je ziet er goed uit", zegt een van de onderwijzers. Van Dijk is als altijd correct gekleed. Hij zorgt voor koffie en zegt dat hij zo af en toe nog aanloopt in de school die zo'n belangrijke plek innam in zijn leven.

De zee aan vrije tijd die nu voor hem ligt, wil hij invullen met reizen, het lezen van boeken (hij heeft er thuis 15.000), inspanningen voor de Rotary en genieten van zijn drie kleinkinderen.

Ook is hij benaderd door Randstad Uitzendbureau om zijinstromers te gaan begeleiden. Die moeten voor het eerst van hun leven les gaan geven aan een klas vol pubers.

"Er is mij gevraagd of ik hen wil leren hoe ze met groepen moeten omgaan, hoe ze met jongeren moeten omgaan, hoe ze de lessen moeten indelen en hoe je een les moet voorbereiden. Dat ze rekening houden met de spankracht van kinderen." Zijinstromers lopen spaak op de begeleiding van kinderen, weet Van Dijk. "Iemand die natuurkunde of economie beheerst, is nog geen onderwijzer."

Waarom hij het onderwijs in is gegaan? Hij kent het antwoord niet. "Dat gebeurde gewoon. Ik heb hier geen dag met chagrijn gezeten. Mensen vind ik interessant. Dat is een gegeven."

"Ik ben een bevoorrecht mens dat ik op deze school heb mogen werken. Ik heb veel aardigheid van de mensen gekregen. Ik ben dus erg dankbaar", vindt Van Dijk.

De bevoegdheid om Nederlands te geven, haalde hij vanaf 1968 in deeltijd. Overdag gaf Evert van Dijk les in natuur- en wiskunde. 's Avonds en in het weekeinde was er de studie. "Voordat ik naar bed ging, liet ik de hond uit, totdat mijn hoofd leeg was en ik kon slapen. Het was een strak schema, vijf jaar lang. Ik was al getrouwd en had twee jonge kinderen. Daar heb ik nooit 'tijd' laten liggen. Ik ging ook nog met mijn vrouw naar het theater en speelde met mijn kindertjes."

Lezen? "Als ik lees, hoor ik niets meer." Thuis heeft Van Dijk 15.000 boeken. De boekenkasten puilen uit en staan op zolder en in twee slaapkamers.

Op het schoolplein poseert hij voor de foto, met op de achtergrond een groep jongeren. "Vroeger waren er geen mobieltjes en Playstations, maar pubers blijven hetzelfde in alle tijden. Ze zijn op zoek naar zichzelf." Binnen: "Ieder mens is uniek. Als je dat niet meer ziet, zit je fout."

Waardevolle herinneringen heeft hij aan zijn jaren als leerlingbegeleider. 'Titus' was de eerste school in Dordrecht die een leerlingbegeleider had. "Het ging om kinderen met emotionele of sociale problemen, maar ook om kinderen met dyslexie of dyscalculie. Die kinderen hebben zoveel weerstand te overwinnen. Zoveel onbegrip hebben ze te trotseren. Dan wordt hen laksheid of luiheid verweten, maar ze zijn vaak bovengemiddeld intelligent."

Evert van Dijk neemt op 19 juni afscheid. Er is een bijeenkomst voor relaties, ouders en oud-leerlingen. "Het was met jonge mensen ongelooflijk goedwerken."


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: June 18, 2003



45 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


May 20, 2003


SECTION: Opinie; Pg. OPI1


LENGTH: 817 words


HEADLINE: Er is geen tekort aan leraren


BYLINE: TON VAN HAPEREN


BODY:

Het nieuwe kabinet heeft oog voor de verloedering van het onderwijs. Nederland is qua kenniseconomie ver verwijderd van de kopgroep van Europa. De achterstand inhalen lijkt een noodzakelijke voorwaarde voor economisch overleven.

Het lerarentekort neemt zonder twijfel een fors deel van dit probleem voor zijn rekening. Kinderen krijgen te weinig en vaak slecht les, ontwikkelen zich onvoldoende en stromen niet door naar opleidingen die passen bij hun specifieke kwaliteiten, met bijvoorbeeld een tekort aan studenten in de exacte wetenschappen als gevolg.

Tot zover het gangbare beeld.

Maar dat beeld klopt niet helemaal. Er zijn inderdaad te weinig betastudenten, er is ook te veel lesuitval, maar Nederland heeft geen lerarentekort.

Wel is het zo dat scholen hun personeel eigenaardig inzetten. Dat komt door modern personeelsbeleid, met als uitgangspunt dat leraren meer zijn dan lesgever. Ze moeten ook andere rollen binnen de organisatie vervullen. Sinds de introductie van deze zogeheten functiedifferentiatie is het aantal niet lesgebonden taken explosief toegenomen. Zo ontstaat een tekort aan mensen voor de klas, terwijl binnen onderwijsorganisaties meer dan voldoende bevoegde leerkrachten aanwezig zijn.

Leraren zijn tegenwoordig van alles: sociale vaardigheidstrainer, dyslexietherapeut, studiebegeleider, docentencoach, faalangtsreductietrainer, vertrouwenspersoon, praatgroepleider bij kinderen met een overleden dierbare, mentor, toetsontwikkelaar, corrector, coordinator - ga zo maar door. Op het eerste gezicht lijkt dit een positieve ontwikkeling. Docenten doen eens wat anders en kinderen hebben het soms moeilijk, door zaken die het leren belemmeren. Attention deficit disorder (ADD), dyslexie, hyperactiviteit, dyscalculie, faalangst, het bestaat allemaal. De vraag is wel of scholen daar iets mee moeten. Nederland geeft al meer dan een decennium weinig uit aan onderwijs. Gemiddeld een half procent van het bruto binnenlands product (bbp) minder dan omringende landen. Dat komt neer op twee miljard euro per jaar - te weinig. Ook met de 700 miljoen voor de komende kabinetsperiode dalen de onderwijsuitgaven als percentage van het bbp dus verder. Hierdoor zijn de budgetten krap en beleidskeuzes bepalen dan de maatschappelijke opbrengst van elke ingezette euro.

Momenteel worden op scholen de plannen van inzet gemaakt voor het volgend jaar. Die staan vol met allerlei gefaciliteerde baantjes en functies. Het lijkt heel wat, maar het rendement van al die activiteiten is twijfelachtig. Soms vinden kinderen het best leuk om met een zorgcoordinator over hun persoonlijke problemen te praten, maar anderen hebben er juist een hekel aan. Feit is dat in beide gevallen de leerprestaties zelden omhooggaan. Een kind met serieuze leermoeilijkheden is op school vaak niet te helpen. Dyslexie? Weinig aan te doen. Meer examentijd en soepel omgaan met spelfouten, meer smaken zijn er niet. Of neem een ADD-leerling. Die zet zichzelf geregeld 'uit', hangt in de bank, oogt ongemotiveerd en scoort diepe onvoldoendes. Ambachtelijk onderwijs is dan het enige dat helpt. In een duidelijke werksfeer houdt een goede leraar zo'n kind bij de les. Gedwongen meedoen, contact maken, humor, het conflict aangaan, extra huiswerk, dat controleren en de leerling laten terugkomen. Dat heeft meer effect dan eens in de maand een tienminutenafspraak met een onbekende deskundige die in de baas zijn tijd de cursus leermoeilijkheden bij een pedagogisch centrum heeft gevolgd.

Toch voorzien alle decentrale onderwijs-CAO's in een verschuiving van lestaken naar niet-lestaken. Bij het grootste bestuur van Nederland heeft een week 27 lessen. Een leraar geeft er maximaal 23. Die overige vier zijn voor de andere taken. Als deze onderwijsorganisatie zijn leraren fulltime voor de klas zet, neemt de lesgevende capaciteit met ruim 17 procent toe en is het lerarentekort opgelost. Privatiseer leerproblemen, zet leraren volledig voor de klas en lesuitval is niet langer nodig. Klassen met dertig leerlingen evenmin. Van kleinere groepen worden kinderen niet slimmer, leraren niet beter, maar de anonimiteit daalt wel. Potentiele uitvallers worden snel zichtbaar, krijgen aandacht en glijden niet meer onzichtbaar af.

Probleem is wel dat al die faalangstreductietrainers en coordinatoren niet uit zichzelf teruggaan naar de klas. Daar hebben ze namelijk geen zin in. Maar geen zin, dat hebben we allemaal wel eens. Prikkels en regels brengen ons dan in het gareel. Een minister die geen geld heeft kan niet anders dan daar gebruik van maken.

Bepaal het maximale leerlingenaantal per klas, geef boetes bij lesuitval en scholen zullen zich hier naar plooien. Vanaf dan draait onderwijs weer om wat er in de klas gebeurt. De leraar heeft zijn identiteit terug en de aanmeldingen voor lerarenopleidingen zullen toenemen.

Ton van Haperen is leraar en lerarenopleider.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 20, 2003



46 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Trouw


April 15, 2003


SECTION: de Verdieping ; Pg. 13


LENGTH: 1936 words


HEADLINE: De bel gaat voor het rugzakje ; Onderwijs


BYLINE: HENRIETTE LAKMAKER


BODY:

Met de Wet op de leerlinggebonden financiering (LGF) doet het licht gehandicapte kind zijn intrede in het reguliere onderwijs. Wat moet de gewone docent met de dyslectische kinderen, autisten en adhd'ers in zijn klas? Eerste deel van een serie over 'leerlingen met een rugzakje'.

Nu weet ik dat ik er eentje op mijn school heb, zegt John, een zorgcoordinator op een vmbo. Met zijn mede-cursisten keek hij zojuist naar een videofilm over autisten, en er ging hem een lichtje op. 'Deze jongen heeft veel moeite met de buitenwereld', beschrijft hij de betreffende leerling. 'Hij is snel boos als je contact probeert te maken. Laatst, bij een spelletje dat hij niet begreep, vloog er bijna een tafel door de klas.' Zijn collega Hans heeft een onbehaaglijk gevoel: hoeveel lopen er rond bij hem op school?

De opvang van licht gehandicapte kinderen in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) gaat moeizaam, meldde deze krant gisteren. Vooruitlopend op de Wet op de leerlinggebonden financiering, per 1 augustus 2003, nemen het basisonderwijs en de andere schooltypen in het voortgezet onderwijs de eerste 'rugzakjes' op, maar de docenten moeten nog veel leren. 'In de trein hier naartoe dacht ik dat ik wist wat een 'nld-er' was, maar nu niet meer', zegt John.

Hij is een van de deelnemers aan de driedaagse cursus 'Omgaan met verscheidenheid in leren' van onderwijsadviesbureau KPC-Groep. Intern begeleiders, zorg- en brugklascoordinatoren en remedial teachers uit het voortgezet onderwijs laten zich voorlichten over dyslexie, dyscalculie (rekenstoornis), adhd (hyperactiviteit), autisme, het verwante syndroom van Asperger en pdd-nos, en nld (niet-verbale leerstoornis). Overigens, niet omdat het moet: scholen moeten deze kinderen accepteren, maar de voorbereiding op hun komst is niet landelijk voorgeschreven.

Deze ochtend gaat het over het syndroom van Asperger en pdd-nos, beiden vormen van autisme. 'Het kind met Asperger is de intelligente autist', zegt cursusleidster Heleen Schoots. 'Het is, bijvoorbeeld, de wetenschapper achter de microscoop, die volledig in zijn werk opgaat. Zelfsturing, hoog in het vaandel in het huidige onderwijs, is teveel gevraagd. Met hulp van een ambulant begeleider en liefst een buddy, een maatje in de klas, kan hij op een gewone school blijven.'

Meestal zijn de kinderen al gediagnostiseerd voor ze op school komen, van anderen blijkt pas gaandeweg dat er 'iets' mee is. Of ze wachten op de uitslag van onderzoek, en draaien tot dan op school mee, zo goed en zo kwaad als het gaat. 'We hebben een paar leerlingen met pdd-nos op school', zegt Bregje, orthopedagoog en remedial teacher. 'Bij eentje loopt het onderzoek nog steeds. Hij wijst alle contacten af, staat in de pauze schichtig in een hoekje.' Ze is verontwaardigd. 'Het is ongelooflijk dat hij op deze school terecht is gekomen. Dat kind is zo ongelukkig.' In eerste instantie vond de school dat deze jongen een training voor sociale vaardigheden moest volgen, maar juist groepswerk is verschrikkelijk voor hem, weten ze nu. Een andere pdd-nos-er doet het wel goed op school, vertelt Bregje. Deze jongen kan goed aangeven of hij wel of niet in groepjes wil werken of alleen wil zitten.

Het lastige voor de leek die de gemiddelde docent nu eenmaal is op dit gebied, is dat de grenzen van de aandoeningen moeilijk aan te geven zijn; Asperger kan samen gaan met hoogbegaafdheid, of adhd met dyslexie. Ook de zelfkennis kan verschillen -de een weet dat hij een gebruiksaanwijzing heeft, de ander heeft daar geen idee van. Als school hoef je niet zelf de etiketjes plakken -de diagnose stellen anderen wel- als je de leerling met dyslexie of autisme maar herkent. Als je maar weet dat een adhd'er oogcontact wil en vertrouwen in de docent, en dat een autist graag altijd op dezelfde plaats wil zitten.

Antoinette, wiskundelerares en zorgcoordinator op een klein vmbo, loopt nogal eens te mopperen op een jongen met pdd-nos en adhd, zegt ze schuldbewust. 'Hij doet heel druk, en ik word er een beetje gek van. Ik weet ook niet wat er aan de hand is, het houdt maar niet op in mijn hoofd, zei hij.' Het moeilijke gedrag is geen onwil, maar onmacht, benadrukt Schoots. 'Dat moet elke docent op school beseffen.'

Het kind met Asperger wordt vaak niet een-twee-drie herkend. Het kan vaak goed meekomen op school, maar de sociale contacten gaan moeizaam. Hans, van een kleine scholengemeenschap in Noord-Holland, steekt zijn hand op: hij heeft er een. 'Hij is gesloten, chaotisch. Hij levert niet veel problemen op, moet ik zeggen.' Een andere leerling met een autistische stoornis kan behoorlijk driftig worden, maar Hans verbaast zich erover dat deze jongen voordat hij de pennendoos door de klas smijt, eerst al zijn pennen eruit haalt. Is dit het gedrag van een Aspergerkind of van een puber? Dat maakt in wezen niet eens zoveel uit, vindt Schoots. 'Leg korte, duidelijke regels op. Leg ze niet uit, want een autist doorgrondt meestal niet waarom hij wel of niet iets mag. Daar is hij niet invoelend genoeg voor. En wat het pubergedrag betreft: niemand, ook de autistische gehandicapte leerling niet, mag een pennendoos door de klas gooien.'

Toch mogen sommige leerlingen meer dan anderen. Op de school van een van de cursisten komt een autist standaard te laat. Hij moet wel een briefje halen, is nu de afspraak, maar hij hoeft niet de volgende dag om kwart over acht op school te komen. Tot ergernis van zijn klasgenoten.

Wat te doen echter met een leerling die het domweg vertikt, zoals autisten dat kunnen, om Frans te leren? 'Je kunt op je kop staan', zegt de docent, 'maar hij doet het niet'. Voor kinderen die een vak niet kunnen of willen volgen is er de mogelijkheid tot dispensatie: een leerling krijgt een ander vak of extra remedial teaching.

Een moeder zei onlangs tegen Schoots: het is het systeem, het onderwijs zelf dat de grootste problemen creeert, niet het autistische kind. Neem de tweede fase in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, waarbij een sterk beroep gedaan wordt op de zelfstandigheid en creativiteit van de leerling. Een kind met Asperger is niet in staat om stap voor stap, analyserend en probleem-oplossend door de leerstof te gaan. Deze kinderen moeten een schaduwprogramma volgen in de tweede fase, suggereert Schoots. En ze hamert, niet voor de eerste of laatste keer, op het feit dat zij wel degelijk iets kunnen bereiken, zelfs een diploma kunnen halen -als ze maar goed worden bijgestaan.

Dan is er nog de dagelijkse verrassing van de uitgevallen les, de humeurige docent die tenslotte ook maar een mens is, de vervanger voor de zieke leraar. Of de wiskundeles die wegens verbouwing in het muzieklokaal wordt gegeven: 'Juf, dat kan toch niet?!', reageert de vertwijfelde autist. En elk uur staat er een ander voor de klas. Binnen die onzekerheden moet de docent het kind met autisme, adhd en nld zoveel mogelijk structuur bieden, veiligheid, voorspelbaarheid en feedback.

De aanwezige docenten doen hun best. Met trial and error, een beetje kennis en voor de rest op intuitie. Antoinette zet haar autisten vooraan in de klas, anders zakken ze weg. En altijd zitten ze op dezelfde plek. Een collega schrijft het huiswerk altijd op de rechterkant van het bord, nooit links. Bij weer een ander neemt de pdd-nos-leerling altijd een schrift mee, dat zij afgeeft aan de volgende docent. Schoots geeft praktische tips mee om met de kinderen om te gaan. Gretig nemen de cursisten de adviezen in zich op.

Steeds weer noemt zij de buddy, het maatje in de klas dat de autist onder zijn of haar hoede neemt. 'Een zware belasting', twijfelt Hans. 'Juist die lieve leerling die dat in het begin graag wil, moet je tegen zichzelf beschermen.' Het zou mooi zijn als het buddy-zijn gehonoreerd zou worden met studiepunten, zegt iemand.

Een andere cruciale raad is 'zwakke' leerlingen te beschermen tegen pesten. Schoots: 'Het is ongelooflijk hoeveel er nog oogluikend wordt toegestaan.' Het beste is de leerlingen duidelijk te vertellen waarom hun klasgenoot zich wat anders gedraagt. Maar dat schiet niet echt op, zegt Hans, als je te maken hebt met ouders die niet willen dat de klasgenoten weten wat hun kind heeft. 'Deze ouders drongen er wel op aan dat de klas hun zoon accepteert, maar wat ze moeten accepteren mogen ze niet weten.'

Aan hem en zijn collega's in het zaaltje zal het niet liggen. Zij zijn min of meer voorbereid, en gemotiveerd genoeg om de kinderen op te vangen en te begeleiden. Maar de collega's, de 'ja-maars', de 'het zal mijn tijd wel duren'-types tot en met de regelrechte tegenstanders van het rugzaksysteem -daar zullen ze ook iets mee moeten. 'Ik houd echt geen rekening met kinderen met dyscalculie of dyslexie. Daar worden ze maar lui van', citeert een docente een collega bij haar op school. 'Daar stond ik dan met mijn goede bedoelingen.'

Allereerst, zegt Schoots, moeten deze en alle andere docenten duidelijk gemaakt worden dat de leerling met het rugzakje er komt, op iedere school. 'Dat is fase 1.' Vervolgens moet je vooral niet te lang stilstaan bij de verstokte mopperaars. 'Ze mogen hun hart luchten, maar 'kan niet, wil niet' parkeren we even.' De cursisten brengen de communicatielijnen binnen hun school in kaart, met flappen en stiften. Is er wel een lijntje tussen de mentor en de directie? Hoe soepel zijn de contacten met de ouders? En is het van overheidswege verplichte zorg-advies-team er eigenlijk wel?

Na een halve dag verhalen uit de moeizame praktijk dringt de vraag zich op: is Operatie Rugzakje haalbaar? Boven haar lunch haalt Antoinette haar schouders op. 'Ik heb 14 zorgleerlingen in een klas van 28', zegt ze. 'Haalbaar? Nee dus.' Bij toeval kwamen ze bij elkaar in de klas, van de meesten wist ze 'het' niet van te voren. 'We staan bekend als kleine zorgschool, maar ik weet er helemaal niet veel van. Daarom zit ik hier.'

De wet op het rugzakje

Ouders van kinderen met een handicap kunnen met de komst van de Wet op de leerlinggebonden financiering tot op zekere hoogte kiezen tussen regulier en speciaal onderwijs. Zij kunnen aanspraak maken op een eigen leerlinggebonden budget: een rugzak met middelen die met hun kind meegaat naar school.

Een indicatiecommissie (cvi) met daarin een psycholoog, orthopedagoog en andere deskundigen stelt vast of een kind de gewone school aankan, dan wel in welk deel van het speciaal onderwijs het thuishoort. Elke leerling krijgt een behandelingsplan mee. Als de beslissing van de cvi positief is, kunnen ouders kiezen voor een reguliere of speciale school. De reguliere school mag een kind weigeren als daar goede redenen voor zijn.

Een autist heeft stoornissen op het gebied van sociaal gedrag, spraak en voorstellingsvermogen. Hij heeft een beperkt repertoire als het gaat om interesses, en kan zo opgaan in iets (draaiende wielen, een stuiterbal) dat hij niets meer van de omgeving opneemt. Het syndroom van Asperger is een vorm van autisme waarbij mensen over hun gevoelens kunnen vertellen -dat kunnen 'echte' autisten niet. Kinderen met Asperger kunnen goed meekomen op school. Zij hebben vooral moeite met andere kinderen om te gaan. Pdd-nos (pervasive development disorder - not otherwise specified) is een a-typische autistische stoornis: een kind met pdd-nos heeft alle autistische kenmerken maar dan licht, of juist enkele, of pas later ontwikkelt dan een 'gewone' autist. Nld (non-verbal learning disabilities) is een neurologische ontwikkelingsstoornis. Vaak is een leerling welbespraakt maar het gedrag is onhandig. Hij heeft veel moeite met onverwachte situaties en met zijn concentratie.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: April 15, 2003



47 of 87 DOCUMENTS


©Copyright 2003 BN/DeStem  
BN/DeStem


January 16, 2003


SECTION: Regio


LENGTH: 261 words


HEADLINE: Juffen en meesters spelen Idols;


Van onze correspondent


HIGHLIGHT:
OUD GASTEL - De kinderen van alle katholieke scholen in Halderberge en de dorpen Noordhoek en Standdaarbuiten waren gisteren een hele dag vrij. Alle schriften en boeken bleven dicht. De juffen en meesters (zo'n 170) kwamen niet naar school. Het was Barlakedag in Het Veerhuis in Oud Gastel. En op zo'n dag zoekt het onderwijsvolkje elkaar massaal op.


BODY:
Onderwijsstichting Het Barlake heeft er een gewoonte van gemaakt om al haar personeel eenmaal per jaar bij elkaar te brengen. Onder het motto Kom Aan Mijn Bureau, zaten alle leerkrachten die in dezelfde groep les geven 's ochtends bij te kletsen. Wat doen we na de CITO in groep 8? Hoe staat het met het huiswerk in groep 7 en hoe gaat het adaptief onderwijs in 6? Handelingsplannen, tempoverschillen, leesproblemen, Bavi-lezen, dagritmekaarten, de weekplanner, ADHD, dyslexie, dyscalculie, beelddenker. Het huidige onderwijs is zo divers als het maar kan. Juf Kina in Noordhoek, remedial teacher juf Jo uit Bosschenhoofd, Jeanne met haar handwerken (textiele werkvormen in deftig Nederlands) of de handelingsplannen van juf Rosine uit Hoeven. Er gingen heel wat lades open. Wie overigens dacht de juffen en meesters alleen serieuze plannen hadden, had het behoorlijk mis. Alle twaalf scholen gingen in de middag op de bekende Idols tour. Elk team bracht een eigengemaakt lied dat uiteraard over het onderwijs ging. Wie helpt ons aan een nieuwe 'dirk', wie heeft er zin in een job als adjunct. Waarom doet Manfred het in Stampersgat met tien vrouwen? Waarom puilen de scholen in Hoeven uit van de kinderen? Veel vrouwen, weinig manvolk. Welke jonge knul is er nog zo gek, omaaaaa. Gelukkig geen tijd voor moeilijke woorden. Gewoon gezellig onder en met elkaar. Zelfs bovenschooldirecteur Gerrit Jan Boomaars trok zichtbaar een Idols-gezicht. Iedereen was 'door'. Wat wil je. Er zijn uberhaupt geen juffen en meesters genoeg. Volgend jaar weer Barlake-dag.


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: January 16, 2003



48 of 87 DOCUMENTS


© Copyright 2003 Provinciale Zeeuwse Courant  
Provinciale Zeeuwse Courant


January 13, 2003


SECTION: 6


LENGTH: 720 words


HEADLINE: Dyslexietraining slaat aan


BODY:

Dyslexietraining slaat aan

door Rene' van Stee

SLUIS - Zo"n tien procent van de Nederlanders heeft aanleg voor dyslexie. Deze stoornis in het vermogen om te leren lezen is volgens Leo en Christine D"Hoore uit Sluis geen verontrustend gegeven. Dat wil zeggen, je moet er niet faalangstig of ongelukkig van worden. Hun dyslectische zonen Oscar (11) en Marcel (15) zijn hiervan het levende bewijs. Na het volgen van een Davis Orie"ntatie Counseling, een intensieve training die dyslexie corrigeert, boekten zij een spectaculaire verbetering in hun leerprestaties. Ook hun gedrag ging met sprongen vooruit.

,,Onze kinderen zijn heel creatief. Zodra ze naar school gingen veranderden ze volledig. Hoewel de onderwijzers begrip hadden voor hun problemen, kregen ze faalangst en verdween hun creativiteit. In onze zoektocht naar een oplossing zijn we uiteindelijk in contact gekomen met de Davisstichting"", vertelt Christien.

De Davis Orie"ntatie Counseling is ontwikkeld door de Amerikaan Ron Davis die zelf dyslectisch is. Hij ontdekte dat dyslexie meestal te maken heeft met beelddenken en desorie"ntatie. De doorgaans uiterst creatieve beelddenkers zijn mensen die in beelden denken en niet in woorden. Desorie"ntatie is een tijdelijk verlies van contact met de werkelijkheid en leidt tot vervormde waarnemingen.

,,Woorden waarvan ze betekenis kunnen voorstellen, zoals paard, stoel of tafel, kunnen ze makkelijker leren lezen dan lidwoorden of zogenaamde triggerwoorden waarbij ze zich geen voorstelling kunnen maken. Davis ontdekte ook dat sommige beelddenkers van nature onbewust desorie"ntatie gebruiken om bepaalde waarnemingsproblemen op te lossen. Hierdoor kunnen ze op sommige terreinen buitengewone prestaties leveren. Vooral hun ruimtelijk inzicht is sterk ontwikkeld. Daarom noemt Davis dyslexie een gave"", aldus Leo die zelf ook kenmerken van dyslexie vertoont.

Leo en Christine waren zo enthousiast over de Davismethode dat ze besloten zelf een opleiding tot Davis Counselor te volgen. Momenteel zijn ze de enigen in Zeeuws-Vlaanderen die volgens de Davismethode werken. Ook in Middelburg is er nu een gediplomeerd Davis Counsellor. Dat de methode aanslaat, blijkt uit het grote aantal aanmeldingen dat ze sinds het begin van de trainingen in oktober vorig jaar hebben binnengekregen.

Standpunten

Leo en Christine verzorgen vijfdaagse individuele trainingen van dertig uur aan kinderen en volwassenen. ,,Na een intake die bepaalt of de persoon geschikt is voor een training, maken we ze bewust van het feit dat zij letters en teksten vanuit verschillende perspectieven bekijken, vergelijkbaar met camera-opnames vanuit drie of vier standpunten. Wij leren ze als het ware twee camera"s uit te schakelen, waardoor bij het lezen en schrijven de desorie"ntatie verdwijnt en de prestaties op dit gebied doorgaans sterk vooruitgaan. Het is feite ook een manier die niet alleen op symptomen mikt -verbeteren van leesvaardigheid- maar ook de oorzaken van de stoornis aanpakt"", legt Christine uit.

Intensief werken met klei, waarmee de "cursisten" de letters leren vormen, is een van de praktische hulpmiddelen bij de training. Zo maken ze gebruik van hun beeldende vermogen. Het volgen van de training leidde ertoe dat oudste zoon Marcel in korte tijd wel de ondertitels op televisie kon lezen en ook beter wist wat van hem werd verwacht. Oscar is veel zwaarder dyslectisch en heeft voor zijn taalprogramma nog steeds nodig dat er met klei wordt gewerkt. Zijn leesvaardigheid beweegt zich op het niveau van een leerling van groep vier, maar hij leest volgens Christien met veel meer plezier dan voorheen.

,,Ondanks zijn probleem volgt hij geen bijzonder onderwijs. Ook is hij weer helemaal opgefleurd"", aldus Christien.

Leo benadrukt dat de Davismethode geen wondermiddel is. Hoewel er goede resultaten worden geboekt, waaronder ook op het gebied van dyscalculie (rekenstoornis) en dyspraxi (onhandigheid), blijkt dat ieder kind anders is en reageert op zijn of haar manier. ,,Zo is bijvoorbeeld het toepassen van dwang uit den boze. Het uitgangspunt is dat het kind zelf wil de training volgen en niet omdat hun ouders problemen heb met hun dyslexie. Het komt wel eens voor dat een kind niet wil of kan. Dat laten we dan ook zo, omdat dwang absoluut tot teleurstelling leidt.""


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: June 6, 2003



49 of 87 DOCUMENTS


© 2003 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


January 11, 2003


SECTION: Magazine; Pg. 36


LENGTH: 2035 words


HEADLINE: THE SOPRANOS ; BABYBOOMERS FROM HELL


BYLINE: TEKST JAN KUITENBROUWER


BODY:

THE SOPRANOS IS IN AMERIKA EEN MET PRIJZEN OVERLADEN TV-KLASSIEKER. IN NEDERLAND HEEFT DE SERIE VOORALSNOG EEN CULTSTATUS. OVER MOBSTERS, ZWIJGPLICHT EN PANIEKAANVALLEN.

Meadow, de zeventienjarige dochter van Tony en Carmela Soprano, heeft samen met een vriendin een feestje gegeven in het leegstaande huis van haar grootmoeder, die naar het bejaardenhuis - pardon - naar een retirement community is. Het loopt uit de hand, te veel drank, te veel dope en te harde muziek, en uiteindelijk komt de politie eraan te pas.

Als plaatselijke notabele heeft Tony een goede verstandhouding met de politie dus het loopt nog net goed af. Toch heeft Meadow straf verdiend. Maar ja, zucht Carmela, hoe? Tony weet het ook niet direct. Kinderen straffen tegenwoordig, er is eigenlijk geen beginnen aan. Geef ze een pak slaag en je staat een week later voor de rechter, ontzeg ze het gebruik van de auto en je bent de klos voor het haal-en-breng-corvee, leg ze huisarrest op en je kunt zelf 's avonds ook niet meer de deur uit.

Meadow krijgt de straf die ze zelf bedacht heeft - tijdelijke inbeslagname van haar creditcard (gecompenseerd met cash voor benzine, handig om xtc mee te kopen) - en verlaat glimlachend de keuken.

'Je staat machteloos', zucht Carmela.

'Volkomen machteloos', verbijt Tony zijn frustratie.

De volgende ochtend ziet hij vanuit de auto een man lopen die hem nog geld schuldig is. Hij zet de achtervolging in, dwars door het park, ploegt met zijn suv diverse bloemperken en gazons om, rijdt de man klem voor de ingang van een kantoorgebouw en slaat hem ten overstaan van verbijsterde passanten totaal in elkaar. De stakker hinkt het beeld uit.

Dit is The Sopranos in een notendop: U dacht dat het leven als mafiabaas lastig was? Moet u het vaderschap eens proberen.

'Tony Soprano is een familyman', luidt een van de promo's voor de serie, 'sterker nog, hij heeft er twee.'

Want behalve hoofd van zijn family (als gezin) is Tony ook het hoofd van de DiMeo Family, de machtigste misdaadbende van New Jersey. Hij heeft het er maar druk mee. Zijn moeder dementeert en moet in een tehuis, maar ze spant ook samen met zijn oom Cor rado, die Tony uit de weg wil ruimen. To ny bedriegt zijn vrouw Carmela, die last heeft van gewetensproblemen, spirituele ondervoeding en een naderend emptynest-syndroom, maar gelukkig is daar de plaatselijke priester, die vaak langskomt voor guidance. Een van Tony's capo's ligt in bed met de fbi, maar welke weet hij niet. Zijn dochter is verliefd op een zwarte jongen, Tony ziet haar liever met een paisan, maar ja, die zijn allemaal crimineel.

En dan zijn er de panic attacks. Tony raakt soms zomaar buiten westen. Als er geen enkele somatische oorzaak te vinden is, stelt hij zich met tegenzin onder behandeling van een psychotherapeut. Dat moet kost wat kost geheim blijven. Als lid van de mafia heeft To ny tenslotte een zwijgeed afgelegd - omerta! - en als de anderen erachter komen dat hij wekelijks zijn hart uitstort bij een psychiater, een vrouw nota bene, is hij de volgende voor een cementen voetenbadje.

In klassieke gangsterseries als The Untouchables werd de mafia voorgesteld als een maatschappelijke uitwas die bestreden diende te worden, in The Godfather kregen we ze te zien als zich emanciperende immigranten, en in The Sopranos is de mobster een individu geworden. Een mens, met een ziel en een broodwinning (niet noodzakelijkerwijs in die volgorde.) Kijkend naar Michael Cor leone in The Godfather (Al Pacino) denk je soms: die man zou zich na moeten laten kijken. In The Sopranos gebeurt dat ook. Veel woede, veel verdriet, veel schuldgevoel, stelt psychotherapeut Dr. Melfi vast.

De - historische - achtergrond van het verhaal is de rico-act van 1994, een nieuwe wet tegen Racketeering Influenced and Cor rupt Organisations, waarmee de fbi regelmatig veroordelingen boekt, en die ook effectief blijkt in het losweken van verklikkers die beloond worden met een nieuw leven via het fameuze getuigenbeschermingsprogramma. Vroeger lukte dat justitie maar zelden, maar de mobster van nu is de mobster van toen niet meer. Zoals Tony zelf zegt: 'These guys today, they don't have room for the penal experience anymore.' (Ze hebben geen ruimte meer voor de penitentiaire ervaring.)

In Amerika is net de vierde serie van dertien afleveringen afgesloten en The Sopranos zijn populairder dan ooit. De serie werd bedolven onder bekroningen, gooit ook weer hoge ogen voor de komende Golden Globes (19 januari) en is door critici al op een lijn gesteld met tv-klassiekers als I Claudius en Ber lin Alexanderplatz. Het internet wemelt van de Soprano-sites, waar je alles over de serie kunt zien en lezen, en desgewenst een Soprano-t-shirt, -petje, -pastasaus of -kook boek kunt aanschaffen. De vara zond zojuist seizoen 1 uit en gaat in april verder met 2. (Dat hadden ze beter meteen kunnen doen, het Nederlandse tv-publiek begint net de smaak te pakken te krijgen, de kijkcijfers gaan de laatste weken gestaag omhoog en over drie maanden moet de kijker weer opnieuw veroverd worden.)

Gelukkig is er dvd. Wie niet tot april wil wachten kan bij de betere platenwinkel terecht voor dvd-sets van seizoen 1 tot en met 3 (hbo/Warner Home Entertainment).

De kwaliteit van Nederlandse speelfilms en dramaseries is de laatste jaren flink verbeterd, The Sopranos laat zien dat ze in Amerika ook niet stil zitten. Jonge filmregisseurs als Quentin Tarantino, Sam Mendes, Kevin Smith en p.t. Anderson leveren meesterwerkjes af, en ook de huidige generatie televisiemakers legt een indrukwekkend vakmanschap aan de dag, getuige voor treffelijke dramaseries als Beggars and Choosers, West Wing en dus The Sopranos.

Goed, The Sopranos haalt het niveau van The Godfather, zoals menig criticus beweert, maar is dat de enige verklaring voor het fenomenale succes?

Vermoedelijk heeft het ook te maken met die andere gebeurtenis in het Amerika van het einde van de vorige eeuw: de nederlaag van Al Gore. Amerika heeft het een beetje gehad met het politiek correcte denken van de jaren negentig, dat een grenzeloos vertrouwen stelt in de goedheid, of beter braafheid van de mens en elk maatschappelijk probleem wegmoffelt onder een custardlaag van cultuurrelativisme en selfhelp-gezever. Waar in voor elke vorm van onaangepast gedrag een paramedische afkorting werd verzonnen. Domheid wordt omschreven als 'een ongelukkige combinatie van dyslexie en dyscalculie', fatsoen heet 'frustratietolerantie' en een ploert is iemand met een 'bipolaire gedragsstoornis'.

Je zou haast gaan denken dat Het Kwaad niet meer bestond. Terwijl het natuurlijk nog net zo onder ons is als voor Al Gore. Sterker, het woont gewoon nog steeds om de hoek, ook hier, in deze gezapige tuinwijk, en het ziet eruit als een joviale buurman met een Sports Utility Vehicle, die in zijn kamerjas de krant haalt, zijn sigaren in de tuin rookt omdat anders de vitrage bruin wordt, en een therapeut bezoekt om over zijn dominante moeder te praten. Tony Soprano is gewoon een babyboomer!

Als halfgoden verrezen ze uit het puin van de wereldoorlog, die fonkelende generatie, de vleesgeworden belofte van een nieuw en beter mensdom, maar het vlees is zwak, de materie weerbarstig en geleidelijk begonnen ze meer en meer op gewone mensen te lijken. Met gewone, menselijke eigenschappen. Na jaren van zelfbedrog kijkt Amerika zichzelf weer recht in de ogen. Iemand die van de misdaad leeft maar 'geen ruimte heeft voor de penitentiaire ervaring'. Is dat zo vreemd? We're bad!

En welke setting leent zich beter voor dat demasque dan de benauwenis waarin iedereen, ook de babyboomers, simpelweg door het tikken van de klok, uiteindelijk worden teruggezogen: het gezin. Daar zitten ze, bekneld tussen hun kinderen en hun ouders, beiden in de lastige leeftijd.

Het is niet voor niets dat de grootste literaire bestseller van de laatste jaren in Amerika, The Corrections van Jonathan Franzen, precies daarover gaat: moderne familieverhoudingen. Oprah Winfrey wilde The Corrections meteen hebben voor haar boekenclub (de auteur weigerde medewerking), en dat is logisch: Oprahs publiek bestaat grotendeels uit babyboomers, die precies begrijpen wat Jonathan Franzen en Tony Soprano meemaken. Ook in Nederland is de familieroman weer terug, zie onder anderen Adriaan van Dis. En over de vreugde en de geneugten van het familieleven gaan die boeken niet. Integendeel, veel boomers zijn bij de therapeut geweest, die ze heeft laten zien dat dat schijnbaar vredige gezinnetje van toen een orgie van agressie en geweld was, een mij nenveld van trauma's en frustraties. Een bloedbad, vergelijkbaar metellipse de mafia!

'Did other kids ever find fifty thousand dollars in Krugerrands and a .45 automatic while they were hunting for Easter eggs?', werpt Mea dow haar vader op een gegeven moment voor de voeten. Een retorische vraag, die zij voor zichzelf al ontkennend beantwoord heeft, terwijl het ware antwoord misschien toch bevestigend moet zijn. Ja, condooms in het nachtkastje, een militaire onderscheiding in een la, een brief van de deurwaarder, elk kind doet ongewild ontdekkingen die een ontluisterend licht op zijn ouders werpen.

Families redefined, zegt de Amerikaanse televisiezender hbo zelf over de serie, en zo is het. Tony Soprano's tweede family is zoals menigeen zijn eerste family voelt. Dat zijn de ware two families waar het in The Sopranos om draait: die van buiten en die van binnen. In die van buiten geldt het heden, in die van binnen het verleden. 'Buiten is het misschien 2000, maar hier in huis is het 1954', zegt Tony, die zichzelf ook graag een old school-gangster noemt. 'Whatever happened to Gary Cooper, the strong silent type? Dat was een Amerikaan. Die had geen contact met zijn gevoelens. He just did what he had to do. En toen ze hem eenmaal in contact met zijn gevoelens hadden gebracht, kon hij zijn mond niet meer dichthouden. Toen was het dysfunction this and dysfunction that.'

Soms komen de twee families angstig dicht bij elkaar. En meestal botsen ze dan.

Een gokverslaafde die zijn schuld aan Tony niet kan betalen biedt hem als alternatief een terreinwagen aan. Tony accepteert en geeft het ding stralend aan Meadow, die net haar rijbewijs gehaald heeft, maar Meadow barst in snikken uit. Het is de auto van een vriendje van haar, de zoon van de Tony's crediteur. Junior Corrado komt als oom naar een verjaardagsfeestje, maar Carmela ziet de rivaal die haar man naar het leven stond en gooit de deur in zijn gezicht.

Tony's hardnekkige ontkenning dat zijn beide families een en dezelfde zijn, is de ware oorzaak van zijn panic attacks, de reden dat hij in therapie moet. Dat zijn moeder geprobeerd heeft hem te laten omleggen begrijpt en accepteert hij, maar als Dr. Melfi oppert dat zijn moeder dat 'onbewust altijd al' heeft gewild, raakt hij buiten zichzelf van razernij en wurgt haar zowat. Zijn twee families moeten gescheiden blijven.

Maar het is onmogelijk. Want de code van zijn ene familie is 'mondje toe' en de code van de andere is 'praat erover'.

De zwijgplicht van de mafia versus de praatplicht van Oprah, dat is de duivelse mix die The Sopranos onweerstaanbaar maakt.

Een enkele keer werken de families goed samen. Janice, Tony's zus, verlooft zich met Richie Aprile, een overambitieuze capo van wie alleen Tony last van heeft. Hoe vervelend hij het ook vindt om haar bruiloft te bederven, hij besluit dat Richie moet worden opgeruimd. Maar voor hij heeft kunnen toeslaan, schiet Janice haar aanstaande zelf in koelen bloede neer omdat hij haar geslagen heeft. Het enige dat Tony nog hoeft te doen is de rommel opruimen, en waste management is zijn vak. Althans, officieel.

'Really?', zegt Carmela als ze van de 'verdwijning' hoort. 'Now that was not a marriage made in heaven!'

The Sopranos op dvd, serie 1 tot en met 3, (HBO/Warner Home Entertainment)

foto's KIPPA

LINKS

Paulie Walnuts, Silvio Dante (Paul van Zandt) en Tony Soprano

MIDDEN

Tony Sporna met de psychiater uit de serie, dr. Jennifer Melfi (Lorraine Bracco).

RECHTS

Big Pussy Bonpensiero met Tony Soprano.

foto ABC

Film ; Televisie ; Media ; Omroep ; Kunst en Cultuur ; Kunst


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



50 of 87 DOCUMENTS


©Copyright 2003 BN/DeStem  
BN/DeStem


January 10, 2003


SECTION: Regio


LENGTH: 610 words


HEADLINE: 'Dyslexie is niet verontrustend';


Door Rene van Stee


HIGHLIGHT:
SLUIS - Zo'n tien procent van de Nederlanders heeft aanleg voor dyslexie. Deze stoornis in het vermogen om te leren lezen is volgens Leo en Christine D'Hoore uit Sluis geen verontrustend gegeven. Hun dyslectische zonen Oscar en Marcel zijn hiervan het levende bewijs.


BODY:
"Onze kinderen zijn heel creatief. Zodra ze naar school gingen veranderden ze volledig. Hoewel de onderwijzers begrip hadden voor hun problemen, kregen ze faalangst en verdween hun creativiteit. In onze zoektocht naar een oplossing zijn we uiteindelijk in contact gekomen met de Davisstichting", vertelt Christien.De Davis Orientatie Counseling is ontwikkeld door de Amerikaan Ron Davis die zelf dyslectisch is. Hij ontdekte dat dyslexie meestal te maken heeft met beelddenken en desorientatie. De doorgaans uiterst creatieve beelddenkers zijn mensen die in beelden denken en geen of weinig woorden gebruiken. Desorientatie is een tijdelijk verlies van contact met de werkelijkheid en leidt tot vervormde waarnemingen."Woorden waarvan ze zich de betekenis kunnen voorstellen, zoals paard, stoel of tafel, kunnen ze makkelijker leren lezen dan lidwoorden of zogenaamde triggerwoorden waarbij ze zich geen voorstelling kunnen maken. Davis ontdekte ook dat sommige beelddenkers van nature onbewust desorientatie gebruiken om bepaalde waarnemingsproblemen op te lossen. Hierdoor kunnen ze op sommige terreinen buitengewone prestaties leveren. Vooral hun ruimtelijk inzicht is sterk ontwikkeld. Daarom noemt Davis dyslexie een gave", aldus Leo die zelf ook kenmerken van dyslexie vertoont.EnigenLeo en Christine waren zo enthousiast over de Davismethode dat ze besloten zelf een opleiding tot Davis Counselor te volgen. Momenteel zijn ze de enigen in Zeeuws-Vlaanderen die volgens de Davismethode werken. Ook in Middelburg is er nu een gediplomeerd Davis Counsellor. Dat de methode aanslaat, blijkt uit het grote aantal aanmeldingen dat ze sinds het begin van de trainingen in oktober vorig jaar hebben binnengekregen. TrainingenLeo en Christine verzorgen vijfdaagse individuele trainingen van dertig uur aan kinderen die gemiddeld tussen de zes en twaalf jaar oud zijn. "Na een intake die bepaalt of de kinderen geschikt zijn voor een training (onder meer om vast te stellen of ze niet analfabetisch zijn), maken we de kinderen bewust van het feit dat zij letters en teksten vanuit verschillende perspectieven bekijken, vergelijkbaar met camera-opnames vanuit drie of vier standpunten. Wij leren ze als het ware twee camera's uit te schakelen, waardoor bij het lezen en schrijven de desorientatie verdwijnt en de prestaties op dit gebied doorgaans sterk vooruitgaan. Het is feite ook een manier die niet alleen op symptomen mikt -verbeteren van leesvaardigheid- maar ook de oorzaken van de stoornis aanpakt", legt Christine uit.Intensief werken met klei, waarmee de kinderen de letters leren vormen, is een van de praktische hulpmiddelen bij de training. Zo worden ze al doende abstracte begrippen aangeleerd. Het volgen van de training leidde ertoe dat oudste zoon Marcel in korte tijd wel de ondertitels op televisie kon lezen en ook beter wist wat van hem werd verwacht. Bij Oscar boekte de Davismethode in minder sterke mate resultaat. Zijn leesvaardigheid beweegt zich nog steeds op het niveau van een leerling van groep vier, maar hij leest volgens Christien met veel meer plezier dan voorheen.Leo benadrukt dat de Davismethode geen wondermiddel is. Hoewel er goede resultaten worden geboekt, waaronder ook op het gebied van dyscalculie (rekenstoornis) en dyspraxi (onhandigheid), blijkt dat ieder kind anders is en reageert op zijn of haar manier. "Zo is bijvoorbeeld het toepassen van dwang uit den boze. Het uitgangspunt is dat het kind zelf de training wil volgen en niet omdat hun ouders problemen heb met hun dyslexie. Het komt wel eens voor dat een kind niet wil of kan. Dat laten we dan ook zo, omdat dwang absoluut tot teleurstelling leidt."


LANGUAGE: Dutch


LOAD-DATE: January 10, 2003



51 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 Tijd Electronic Services NV  
De Financieel-Economische Tijd


October 26, 2002, Saturday


SECTION: Pg. 12


LENGTH: 323 words


HEADLINE: LETOP.BE


Guym


BODY:

10 procent van de Vlaamse scholieren kampt met leerproblemen. Ouders, leerkrachten en medestudenten weten niet altijd op welke manier ze daarmee moeten omgaan. Een antwoord op hun vragen kunnen ze vinden op het nieuwe letop.be, dat zichzelf omschrijft als een trefpunt voor al wie met leerstoornissen te maken heeft. De site werd ontwikkeld door Dies-Lekti-kus, een VZW die projecten over leerstoornissen organiseert en ondersteunt. Het fris ogende letop.be bestaat uit een achttal rubrieken met informatie over leerproblemen als dyslexie (woordblindheid) en dyscalculie (rekenstoornissen). Veruit het interessantste onderdeel van de site is de Infotheek. Die bevat een erg uitgebreide gegevensdatabank met teksten over onder meer gedragsleer, alle soorten leerstoornissen of hoogbegaafdheid. Die artikels, bedoeld voor leerkrachten, ouders en scholieren, kan je vrij snel downloaden in PDF -formaat. Verschillende beeldfragmenten in Quicktime- en Windows Media Player -formaat geven je nog meer inzicht in het dagelijkse leven van iemand met leerproblemen. Verder kan je er nog terecht voor een vrij uitgebreide linklijst en adressen van andere organisaties die werken rond leerstoornissen. Al die gegevens werden trouwens mooi geklasseerd per thema en voorzien van enkele woordjes uitleg.

Behalve een nuttige bron van informatie wil letop.be ook een virtuele ontmoetingsplaats zijn voor al wie met leerstoornissen heeft te maken. De Hotspot-rubriek bevat daarom een forum waar zowel kinderen als ouders en leerkrachten vragen kunnen stellen of tips kunnen geven. Daarnaast is er ook nog een zoekertjespagina en een (te) summiere vraagbaak. In de loop van 2003 mag je ook een apart Kids-and-Teens-gedeelte verwachten op deze stek, met info en tips speciaal voor jongeren.

De grote hoeveelheid praktische teksten en de bijzonder gebruiksvriendelijke structuur maakt van letop.be een heel doeltreffende site.

www.letop.be


LOAD-DATE: October 26, 2002



52 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 VUM Groep  
Het Nieuwsblad


October 24, 2002


EDITION: Antwerpen Kempen, Antwerpen Mechelen, Antwerpen Stad, Noordrand-Brussel, Pajottenland-Brussel, Dender, De Gentenaar, Limburg, Eeklo-Deinze-Gent, Oudenaarde-Wetteren-Gent, Waas, Brugge, Kortrijk, Roeselare, Oostende-Westhoek, Brabant Leuven


SECTION: Algemeen; Pg. 11


LENGTH: 127 words


HEADLINE: Website helpt bij leerstoornissen


BODY:

De vzw Die-s-lekti-kus startte gisteren de website www.letop.be voor kinderen met leerstoornissen. De website wordt een virtuele ontmoetingsplaats voor al wie met kinderen en jongeren met leermoeilijkheden te maken heeft. Verenigingen, leerkrachten, hulpverleners, kinderen, jongeren en ouders treffen er elkaar. Bezoekers vinden er alle mogelijke informatie over leerstoornissen overzichtelijk verzameld. Het is een toegankelijke site die ook gebruiksvriendelijk is voor mensen met een leerstoornis.

Tien procent van de leerlingen kampt met een of andere leerstoornis zoals dyslexie, dyscalculie, aandachtsstoornissen, autisme... Ook hoogbegaafdheid kan problemen veroorzaken. Heel wat ouders zijn op zoek naar bruikbare hulpmiddelen en informatie.


LOAD-DATE: October 24, 2002



53 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


September 4, 2002


SECTION: Regio Zuid; Pg. 742


LENGTH: 293 words


HEADLINE: Symposium richt zich op kinderen met stoornissen


DATELINE: Rotterdam


BODY:

Kinderen met gedrags-, ontwikkelings- en/of leerproblemen staan centraal op een symposium dat op zondag 22 en maandag 23 september plaatsvindt in Rotterdam. In verschillende workshops en lezingen zal worden ingegaan op aandoeningen als dyslexie, dyscalculie, Gilles de la Tourette, adhd, autisme en het syndroom van Down.

Het symposium richt zich op ouders, verzorgers, mensen uit het onderwijs, maar ook artsen, orthopedagogen en therapeuten die te maken hebben met kinderen met bovenstaande problemen. Deskundigen van de Adhd-stichting, de stichting Gilles de la Tourette, de Nederlandse Vereniging voor Autisme, de vereniging voor een geintegreerde opvoeding van kinderen met het syndroom van Down en de Stichting Down's Syndroom komen hun visie en werkmethoden met het publiek delen.

Zij gaan in op de aard van de diverse stoornissen en aandoeningen, maar ook op aanverwante zaken zoals therapieen, de rol van de leerkracht, de mogelijkheden van homeopathie en aangepaste voeding bij gedragsproblemen, integratie binnen het reguliere onderwijs en sociale vaardigheidstrainingen.

Verder wordt ingegaan op de stand van zaken rond de voorlopig uitgestelde Wet Leerlinggebonden Financiering en het daaraan verbonden zogenaamde rugzakje, dat het kinderen met een handicap mogelijk moet maken om naar een 'gewone' school te gaan. Ook het persoonsgebonden budget krijgt aandacht.

Organisator van het congres is Wegwijzer, een platform voor praktische informatie over kinderen met gedrags-, ontwikkelings- en/of leerproblemen. Bezoekers van het symposium, dat zondag 22 september om 09.15 uur begint in het Erasmus Expo- en Congrescentrum, moeten zich van tevoren opgegeven. Dat kan via de website van het platform.

www.onzewegwijzer.nl


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



54 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


September 3, 2002


SECTION: Rotterdam; Pg. 722


LENGTH: 293 words


HEADLINE: Symposium richt zich op kinderen met stoornissen


DATELINE: Rotterdam


BODY:

Kinderen met gedrags-, ontwikkelings- en/of leerproblemen staan centraal op een symposium dat op zondag 22 en maandag 23 september plaatsvindt in Rotterdam. In verschillende workshops en lezingen zal worden ingegaan op aandoeningen als dyslexie, dyscalculie, Gilles de la Tourette, adhd, autisme en het syndroom van Down.

Het symposium richt zich op ouders, verzorgers, mensen uit het onderwijs, maar ook artsen, orthopedagogen en therapeuten die te maken hebben met kinderen met bovenstaande problemen. Deskundigen van de Adhd-stichting, de stichting Gilles de la Tourette, de Nederlandse Vereniging voor Autisme, de vereniging voor een geintegreerde opvoeding van kinderen met het syndroom van Down en de Stichting Down's Syndroom komen hun visie en werkmethoden met het publiek delen.

Zij gaan in op de aard van de diverse stoornissen en aandoeningen, maar ook op aanverwante zaken zoals therapieen, de rol van de leerkracht, de mogelijkheden van homeopathie en aangepaste voeding bij gedragsproblemen, integratie binnen het reguliere onderwijs en sociale vaardigheidstrainingen.

Verder wordt ingegaan op de stand van zaken rond de voorlopig uitgestelde Wet Leerlinggebonden Financiering en het daaraan verbonden zogenaamde rugzakje, dat het kinderen met een handicap mogelijk moet maken om naar een 'gewone' school te gaan. Ook het persoonsgebonden budget krijgt aandacht.

Organisator van het congres is Wegwijzer, een platform voor praktische informatie over kinderen met gedrags-, ontwikkelings- en/of leerproblemen. Bezoekers van het symposium, dat zondag 22 september om 09.15 uur begint in het Erasmus Expo- en Congrescentrum, moeten zich van tevoren opgegeven. Dat kan via de website van het platform.

www.onzewegwijzer.nl


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



55 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 VUM Groep  
De Standaard


July 18, 2002


EDITION: Nationaal


SECTION: Cultuur; Pg. 15


LENGTH: 253 words


HEADLINE: NEDERLAND 3, 19.55-20.25 uur NOORDERLICHT


BODY:

WISKUNDEKNOBBEL. Wie in onze contreien een voorliefde aan de dag legt voor wiskunde, wordt met een scheef oog bekeken, maar in Japan wordt de schoonheid van het vak luidop bezongen. Wiskunde is dan ook een enorm populair schoolvak in het land van de rijzende zon.

In de reportage zien we een klasje, waar de kinderen bijna joelend op de banken klimmen om in de gratie van de leraar te komen. Allemaal willen ze de oplossing van de som op het bord schrijven. Het geheim van de leraar: ervoor zorgen dat kinderen wiskunde niet haten, door hun nieuwsgierigheid te prikkelen. Ze moeten spelenderwijs problemen leren oplossen, waarvoor niet per se een oplossing bestaat. Wiskunde is geen vreemde, onbegrijpelijke code voor de Japanse jeugd..

Nog vreemder wordt het als we de manieren bekijken waarop wiskunde wordt aangeleerd. Centraal in de wiskundelessen in het land van de hightech en de digitale wondertjes staat... het telraam. Het vak telraamrekenen wordt er nog altijd gegeven, afgesloten met een examen telraam. Volgens de Japanners stimuleert het telraam het brein, omdat het rekenproces zichtbaar wordt voor de kinderen. Een rekenmachine laat alleen de start en de finish zien, de achterliggende denkstructuren worden niet zichtbaar.

In een land waar wiskunde zo'n belangrijke plaats inneemt, heet de ultieme vloek dan ook dyscalculie -- een stoornis waarbij mensen moeite hebben bij het rekenen. In geen enkel ander land wordt er zoveel onderzoek gedaan naar deze complexe stoornis als in Japan.


LOAD-DATE: July 18, 2002



56 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 VUM Groep  
De Standaard


June 6, 2002


EDITION: Nationaal


SECTION: Binnen-Buitenland; Pg. 5


LENGTH: 634 words


HEADLINE: REPORTAGEBRUGKLAS VOOR KINDEREN MET LEERSTOORNISSEN WINT PRIJS KONINGIN PAOLA; Plus-klas geeft leerling adempauze


HIGHLIGHT:

KESSEL-LO -- Elf leerlingen buigen zich over de grafiekjes en vraagstukken in hun map. 'Meer dan de helft van de profwielrenners heeft geen kinderen: waar of niet waar?' Moeilijk, want daar komt zowel taal als wiskunde bij kijken. En de leerlingen van 1B+ van het Sint-Jozefinstituut in Kessel-Lo kampen allen met leerstoornissen. 'Het gaat hier wat trager', legt de 13-jarige Willem De Witte uit. De school kreeg voor het brugklas-project gisteren de Koningin Paola-prijs.


BODY:

Van onze redactrice Alexandra De Laet

WILLEM De Witte (13) heeft dyslexie, Anais Dewaele (12) kampt met aandachtsstoornissen (ADHD), Glenn Dubois (12) zakte in de lagere school voor wiskunde.

Elke leerling in 1B+ heeft een eigen verhaal, allen krijgen ze een jaartje meer de tijd om zich voor te bereiden op het middelbaar onderwijs. Driekwart van de brugklassers zijn jongens: leerstoornissen komen veel meer voor bij jongens.

Sinds september 1997 organiseert het Sint-Jozefinstituut in Kessel-Lo een brugklas voor kinderen met leerstoornissen: 1B+. De school begon daarmee op vraag van een groepje ouders van kinderen met dyslexie, dyscalculie, aandachtsstoornissen of andere moeilijkheden. 'Kinderen voor wie de lagere school niet vlekkeloos is verlopen', zo vat directeur Jeannine Engelbosch het samen.

Anais Dewaele is een van hen: 'Ik zit in de brugklas omdat het tempo hier redelijk is. Als je in de lagere school niet kon volgen, had je pech en kende je het niet op het einde van het jaar. Hier helpen ze je, zodat je wel kunt volgen.' De examens komen eraan, maar ze denkt dat het wel zal lukken: 'Tot nu gaat alles goed.'

Haar klasgenoot Glenn Dubois heeft helemaal geen moeilijkheden meer met wiskunde, terwijl hij daardoor in de lagere school zijn getuigschrift miste. 'Dyslectische kinderen hebben vaak problemen met wiskunde', legt de wiskundelerares Ria Roger uit. 'Niet omdat ze het niet kunnen of willen, maar omdat ze moeilijkheden hebben om de opgaven te lezen. Als je een woord fout leest, is het antwoord vast verkeerd.' Wiskunde is een van de drie vakken waaraan in 1B+ hard wordt gewerkt. De andere hoofdvakken zijn Nederlands en Frans.

Klastitularis Hilde De Schepper van 1B+ is van bij de start betrokken bij het project. Het doel is de kinderen voor te bereiden op het eerste middelbaar zodat ze nog alle kanten opkunnen. 'We kunnen niet toveren', zegt ze relativerend. 'We proberen de kinderen te leren leven met hun handicap. Ze missen zelfvertrouwen. Daarom is het zeker de eerste maanden belangrijk dat ze succes ervaren. Dat ze eens denken: Aha, eigenlijk kan ik dat wel en ben ik niet dom.Ze moeten zich goed voelen: in hun vel en in de klas.'

De school werkt daarvoor op verschillende domeinen: stimuleren, compenseren, remedieren en dispenseren (sti-co-r-di).Dispenseren kan bijvoorbeeld betekenen dat een dyslectische leerling niet hoeft voor te lezen. Andere maatregelen zijn kopieen met een extra groot lettertype, het voorlezen van examenvragen, toetsen voor Frans vooral mondeling organiseren...

Zaken die elke leerkracht kan, stelt De Schepper. De leerlingen nemen hun sticordi-rugzakje daarom mee naar hogere jaren. Driekwart van de leerlingen komt na 1B+ inderdaad in 1A terecht, de anderen meestal in het tweede beroepsvoorbereidend middelbaar. De meeste 1B+'ers opteren uiteindelijk voor een opleiding in het technisch middelbaar. De ouders -- meestal uit de middenklasse -- zijn bijzonder tevreden over het project. Directeur Engelbosch: 'Veel moeders en vaders hebben elke dag soms uren mee gestudeerd. Ze vinden dat hun kinderen en zijzelf wat ademruimte krijgen in 1B+. En de kinderen voelen zich begrepen.'

Koen Paradis (15) bevestigt dit. Hij zat drie jaar geleden in 1B+ en volgt nu moderne talen. Hij wil later kleuterleider worden. 'Ik had in de lagere school veel moeilijkheden', vertelt hij. 'Mijn punten leden eronder. Hier in 1B+ waren ze met mij bezig. En nu gaat het heel goed.'

Vijf leerkrachten van het Sint-Jozefinstituut mochten gisteren op het paleis de Koningin Paola-prijs voor het Onderwijs in ontvangst nemen. De leerlingen van 1B+ stelden er het project voor. De stichting beloont de school met 6.200 euro. De directie en de leerkrachten hopen vooral dat ook andere scholen zo'n initiatief opzetten.


LOAD-DATE: June 6, 2002



57 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 VUM Groep  
De Standaard


May 15, 2002


EDITION: Nationaal


SECTION: Binnen-Buitenland; Pg. 4


LENGTH: 770 words


HEADLINE: Twee soorten 'gelijke kansen' botsen met elkaar


HIGHLIGHT:

BRUSSEL -- Al wie begaan is met 'de gelijke kansen in het onderwijs', loopt dezer dagen met een bloedend hart rond. Twee opvattingen over gelijke kansen die elkaar perfect aanvullen, zijn door een ontwerp-decreet -- waarvan de eindbespreking morgen begint in het Vlaams Parlement -- vijanden geworden van elkaar. Wat de ene wint, verliest de andere, en omgekeerd. Wie de sociale achterstelling van groepen wil aanpakken, moet geld afpakken van wie kinderen met individuele leerproblemen wil aanpakken. En omgekeerd.


BODY:

Afgelopen decennium zijn in de onderwijswereld een reeks geldstromen tot stand gekomen om scholen te helpen bij de aanpak van probleemsituaties. Er waren er voor scholen die met collectieve achterstelling te maken hadden (veel leerlingen uit achtergestelde buurten, uit migrantenmilieus, uit rondreizende gezinnen); en er waren er voor scholen die kinderen met individuele leerproblemen (dyslexie, dyscalculie, ADHD) speciaal begeleidden. Het ging om tijdelijke projecten waarvoor er maar een beperkt budget was; wie goed projecten kon indienen, had een voetje voor.

Bij haar aantreden nam Vanderpoorten zich voor orde op zaken te stellen en de aanpak van alle vormen van achterstelling breed uit te bouwen. Het was de vlag die zij wou planten. Haar eerste visietekst hierover, lokte veel reacties en bijsturingen uit. Stilaan werd ook klaar dat er geen geld genoeg was om alles tegelijk uit te bouwen.

De liberale Vanderpoorten besliste voorrang te geven aan de scholen die worstelen met collectieve achterstelling -- een typisch 'links' thema. Dat zijn onder meer de 'zwarte scholen' met een grote migrantenpopulatie.

De voorrang die Vanderpoorten gaf aan de collectieve achterstelling, vond de SP.A in die tijd maar zwakjes. Voorzitter Patrick Janssens zei dat veel meer geld moest worden herverdeeld ten voordele van de scholen met vooral leerlingen uit kansarme gezinnen.

De uitbouw van de aanpak voor de leerlingen met individuele problemen werd door Vanderpoorten verschoven naar een tweede decreet dat 'later' zou volgen. Dat leidde tot teleurstelling in die scholen. Maar toen kort nadien bleek dat het geld dat tot nu aan de individuele leerproblemen was besteed, zelfs afgenomen werd om de aanpak van de collectieve achterstelling te financieren, was het hek van de dam.

Zo werden de bestrijders van de individuele achterstelling en die van de collectieve achterstelling, vijanden van elkaar.

Scholen waar leerkrachten met veel ijver, weinig middelen en een slecht statuut al jaren werkten aan die individuele achterstelling, kwamen in opstand. Het waren niet de klassieke pressiegroepen die op de barricades klommen, maar nieuwe sociale bewegingen: verenigingen van ouders van kinderen met een bepaalde handicap en zo. De politiek kan die minder gemakkelijk het zwijgen opleggen. Zij vonden een luisterend oor bij oppositiepartij CD&V en kregen ook gehoor in de media.

Twee regeringspartijen, Agalev en nadien SP.A, zwichtten. De sociale achterstelling 'was wel belangrijk', maar er moest 'ook' geld blijven gaan naar de individuele leerproblemen zeiden beide partijen, tot woede van de liberale partner. Ze zegden niet hardop dat er dan maar wat minder geld moest gaan naar de aanpak van de collectieve achterstelling.

Vanderpoorten deed geleidelijk toegevingen aan de 'individuelen', in drie stapjes. Gisteren raakte de derde bekend. Scholen die voor de individuele leerproblemen 18 leerkrachturen of minder hadden tot nu, behouden wat ze hadden; scholen die meer dan 18 uren kregen, vallen terug op twee derde daarvan, maar met een minimum van 18 uren; scholen die niets hadden, krijgen voorlopig ook niets. Dit zal onafwendbaar leiden tot minder geld voor de strijd tegen de collectieve achterstelling. Vanderpoorten deed nog een poging om voor deze bijsturing geld af te pingelen van de SP.A- en Agalev-ministers 'omdat hun partijgenoten voor de problemen hadden gezorgd', maar of dat gelukt is, is niet bekend.

Agalev zei gisteren blij te zijn met de bijsturing, maar ook te betreuren dat niet alles ineens geregeld wordt. Het zal wellicht 'voor' stemmen. CD&V zal de komende dagen alle mogelijkheden uitputten om de goedkeuring van het decreet tegen te houden. Het vindt het project 'niet voldragen'.

Intussen blijven actiegroepen opduiken voor het behoud van het personeel voor de individuele leerproblemen, de BZB, de Bond Bezorgd Basisonderwijs, bijvoorbeeld staat klaar om de minister een petitie met 1.500 handtekeningen af te geven.

Op de achtergrond rijst inmiddels de vraag wat al dit extra personeel zal opleveren. Er is al wel genoeg pedagogische knowhow om de kinderen met individuele leerproblemen efficient aan te pakken, zo blijkt. Maar hoe werk je in het onderwijs sociale achterstelling weg? In de onderwijskunde weerklinken erg pessimistische stemmen daarover. Ook internationaal. 'Education cannot compensate for society', schreef de grote onderwijssocioloog Basil Bernstein. Over de ontwikkeling van methodieken om kansarmen niet alleen meer personeel maar ook echt meer kansen te geven via het onderwijs, zijn nog geen ministeriele plannen bekend.


LOAD-DATE: May 15, 2002



58 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 Tijd Electronic Services NV  
De Financieel-Economische Tijd


March 16, 2002, Saturday


SECTION: Pg. 4


LENGTH: 230 words


HEADLINE: OUDERS PROTESTEREN TEGEN


Ilsedv


SOURCE: tijd


BODY:

Met een ballonnenactie protesteerde de vereniging Ouders voor Zorgverbreding gisteren tegen het ontwerpdecreet gelijke onderwijskansen dat het Vlaams Parlement nog moet goedkeuren. Volgens de vereniging, die al meer dan 30.000 protesthandtekeningen verzamelde, valt met het decreet een grote groep kansarme kinderen uit de boot. Het gaat om 10 procent van de leerlingen in elke basisschool. Het zijn onder meer de leerlingen met dyslexie en dyscalculie, verklaarde woordvoerder Stijn Verkinderen. Ze vallen uit de boot omdat in het nieuwe decreet het criterium eenoudergezin als een van de indicatoren voor kansarmoede wegvalt. Door dit criterium ontving bijna elke school middelen voor zorgverbreding, eenoudergezinnen zijn er immers overal. Die zorgverbredingsmiddelen gebruiken de scholen voor alle leerlingen die kansarm zijn, dus niet alleen de sociaal-economisch kansarme. Met het nieuwe decreet gaat er een enorme verschuiving van de zorgverbredingsmiddelen komen ten voordele van de scholen in de grote steden. Wij hebben daar niets op tegen, maar minister Vanderpoorten mag diegenen die uit de boot vallen niet in de kou laten staan. Er is wel in een overgangsperiode voorzien voor volgend schooljaar. Maar voor daarna is er alleen maar een vage belofte voor een extra zorgverbredingstoelage voor elke basisschool. Daarmee kan de minister ons niet sussen. IdV


LOAD-DATE: March 18, 2002



59 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 VUM Groep  
De Standaard


March 4, 2002


EDITION: Nationaal


SECTION: Opinie; Pg. 8


LENGTH: 837 words


HEADLINE: Gelijkekansendecreet creeert nieuwe ongelijkheid


Frans Ramon en Ludo Sannen


BODY:

HET debat over gelijke kansen is een breed debat. Het gaat om de toegang tot het onderwijs, de kansen die je krijgt tijdens de schooltijd en de wijze waarop je met het behaalde diploma in onze maatschappij aan de slag kunt. Het ontwerpdecreet dat nu ter tafel ligt is in velerlei opzichten een goede zaak, maar kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen zijn er wel de dupe van.

Alles begint uiteraard met een gelijke toegang. Een toegang die bemoeilijkt kan worden door bijvoorbeeld de hoge kostprijs of de cultuur van de school. Gelukkig wint het idee veld dat scholen niet langer leerlingen mogen weigeren in te schrijven op basis van nepargumenten. Het nieuwe decreet betreffende gelijke onderwijskansen-I legt terecht de nadruk op een principieel recht op inschrijving in de school van keuze.

Om alle leerlingen zoveel mogelijk kansen te bieden tijdens de schooltijd, werden in het verleden de tijdelijke projecten onderwijsvoorrang en zorgverbreding opgezet. Het was de bedoeling om extra ondersteuning te bieden aan kinderen met achterstand uit arme gezinnen die bedreigd worden door veelvuldig overzitten, het vroegtijdig verlaten van de school, het onnodig doorverwijzen naar het buitengewoon onderwijs. Maar het was net zo goed de bedoeling om kinderen met leerproblemen en leerstoornissen zoals dyslexie, ADHD, concentratiemoeilijkheden met extra zorg te begeleiden.

Het nieuwe ontwerpdecreet gelijke kansen I zet deze tijdelijke projecten stop: de voorziene middelen worden gebundeld in een ondersteuningsaanbod. De klemtoon ligt in het decreet op kansarmoede, die gemeten wordt op basis van socio-economische indicatoren: het opleidingsniveau van de moeder, de thuistaal e.a. De extra middelen gaan naar scholen die op 1 februari van het voorafgaand schooljaar ten minste tien procent regelmatige leerlingen tellen die beantwoorden aan een of meer van bovengenoemde gelijkekansenindicatoren.

Ongeveer de helft van de basisscholen kreeg tot op heden extra ondersteuning in het kader van onderwijsvoorrang en zorgverbreding. Volgens het nieuwe decreet dreigen heel wat scholen uit de boot te vallen en daarom komen er een schooljaar lang overgangsmaatregelen. De voorwaarden zijn strikt: de school moet bijvoorbeeld vijf procent doelgroepleerlingen tellen en het verschil tussen de vroegere en de huidige regeling moet meer dan 12 lestijden bedragen. Concreet betekent dit dat veel basisscholen moeten inleveren en hun projecten zorgverbreding niet verder kunnen uitbouwen. Het gevolg van het voorliggende decreet is dat er in het basisonderwijs vanaf 1 september 2002 een sterke verhoging zal plaatsvinden van de middelen voor kinderen die opgroeien in kansarme gezinnen en een spectaculaire daling van de middelen voor kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen. Die regeling creeert dus een nieuwe ongelijkheid.

Zorgverbreding is een opdracht voor elke basisschool en een recht voor alle kinderen die extra zorg nodig hebben. Daarvoor moeten de middelen aanwezig zijn in de basisfinanciering van elke school. Om extra uren zorgverbreding te bekomen, mag de norm niet alleen bepaald worden door de afkomst van een kind, maar ook door de objectief vast te stellen leer- en ontwikkelingsproblemen.

Deze ruimere invulling van zorgverbreding zal geregeld worden in een volgend decreet: gelijke onderwijskansen-II. Dat heeft minister Vanderpoorten aangekondigd in haar visietekst Maatwerk in samenspraak.Daarbij zullen meer middelen worden vrijgemaakt voor het basisonderwijs, meer bepaald voor extra zorgtaken via onder meer een interne zorgcoordinator.

Probleem is echter dat mevrouw Vanderpoorten niet voorziet in een adequate overgangsregeling. Het decreet gelijke onderwijskansen-I geeft voorrang aan kinderen uit kansarme gezinnen, en daarover bestaat een ruime consensus. Maar daardoor dreigen goede initiatieven inzake zorgverbreding die nu in basisscholen lopen, minder of zelfs geen middelen meer te krijgen tijdens een overgangsjaar.

Na dat overgangsjaar waarin scholen moeten inleveren, zou de regering dan weer wel middelen vrijmaken. Voor de continuiteit van de aanpak en de uitbouw van de zorgverbreding niet echt de meest logische oplossing. De ondersteuning van kinderen met extra noden en de verhoging van de draagkracht en de competentie van scholen inzake zorgverbreding komt op de helling te staan. Minder hulp voor kinderen met leerstoornissen zoals dyslexie, dyscalculie, autisme, minder aandacht voor kinderen met socio-emotionele problemen en minder onderwijs op maat, het is niet aanvaardbaar.

Nu het nieuwe decreet-I nog bijgestuurd kan worden moeten we er voor zorgen dat deze dreigende afbouw van de zorgverbreding voorkomen wordt. Agalev wil niet alleen zeker zijn van een nieuw decreet-gelijke kansen II om de zorgverbreding in het basisonderwijs te versterken. Onze partij gaat er ook van uit dat in een overgangsperiode de huidige projecten zorgverbreding verdergezet kunnen worden.

(De auteurs zijn Vlaams volksvertegenwoordiger voor Agalev.)


LOAD-DATE: March 4, 2002



60 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2002 Het Financieele Dagblad  
Het Financieele Dagblad


February 19, 2002


SECTION: Column; Pg. 8


LENGTH: 1033 words


HEADLINE: COMPUTER: KLASSE-APPARAAT


BODY:
Joost Steins Bisschop

Je kon erop wachten. Op de eerste gepeperde publicaties waarin wordt aangekondigd dat computers anti-apparaten zijn, tot niets in staat en verderfelijk voor volk en vaderland. Hel en verdoemenis is het onafwendbaar lot voor een maatschappij vol afgestompte eenparige wezens die hun ziel en zaligheid hebben gelegd in een vaardigheid die zich beperkt tot het kunnen omgaan met het beperkt aantal knoppen van een telefoon, toetsenbord of rekenmachine.

In de NRC van 26 januari krijgt astronoom Dap Hartmann op de opiniepagina volop de gelegenheid om te verkondigen dat alle computers de klas moeten worden uitgeschopt. De laatste nuttige functie die het apparaat nog kan vervullen is bij het natuurkunde practicum: het klassieke experiment van Galilei kan prachtig worden toegelicht door de computer vanaf bij voorkeur de hoogste verdieping van de school het raam uit te denderen. Hij is benieuwd wat eerder beneden is: de computer of de software.

Eerder in het artikel heeft hij al duidelijk gemaakt hoe hij over een aantal zaken denkt. We zijn met z'n allen verslaafd aan Microsoft, computers houden scholen in een verstikkende wurggreep, computers zijn volstrekt overbodig in de klas, geen enkel vak heeft er baat bij. Op het internet is niets te halen want het is gratis, ooit iets nuttigs gevonden op het web? De verloedering van het onderwijs begon met de introductie van de rekenmachine. Dyscalculie is het rekenequivalent van dyslexie, maar waarom zou je een duur woord gebruiken als een simpele diagnose volstaat? Immers, 'dyscalculie'='nooit hoofdrekenen geleerd'. En zo wordt er doorgedraafd. Ik vraag me af of dit ook betekent dat 'dyslexie' gelijk is aan 'nooit lezen geleerd'. Dan heb je toch nog iets uit te leggen, denk ik zo.

De geluiden van Hartmann zijn overigens niets nieuws. In de NRC schrijft hij: 'Bij wiskunde leer je de oppervlakte van een cirkel te bepalen; pi maal r kwadraat. Een cirkel met straal 5 heeft dus een oppervlakte van 25 pi. Een prima antwoord dat zeker niet beter wordt als een rekenmachine het benadert met 78,538163'.

In November 1999 schrijft Clifford Stoll (High Tech Heritic, uitgever Doubleday): 'Moreover, those blinking digits obscure deeper truths. The circumference of a circle isn't 3.14159 times its diameter, but rather pi times the diameter'. Het eerste hoofdstuk van Stoll luidt: 'Why computers don't belong in the classroom'.

Als het echt zo dramatisch is als wordt gesteld, zouden we nu ook moeten besluiten om alle werkplekken in Nederland te verlossen van die lelijke witte - al dan niet geplette - waterhoofden. Huppetee, weg ermee, carbonpapier weer uit de lade gehaald, de flesjes met typex en het telraam worden in ere hersteld en we gaan terug naar de buizenpost. Iedereen praat over education permanante, dus zoveel verschil is er nu ook weer niet tussen een afdeling en een schoolklas. Procuratiehouder Hartmann pakt om 6 uur zijn diligence, melkt onderweg een koe en steekt wat turf, verwarmt thuisgekomen zijn glaasje melk en gaat naar bed na de koekoeksklok ritueel te hebben opgewonden.

Kijk, als je dan oorlog wilt, eigen je dan de goede wapens toe. Ga niet op vlinderjacht met een hengel. Dat is mijn grote bezwaar tegen wijze waarop de discussie wordt gevoerd. De zorgen zijn geldig, maar het mikpunt is populistisch en verkeerd gekozen. Rekenmachines en computers zijn buitengewoon nuttige apparaten die ons die ons heel veel tijd kunnen besparen zodat we nuttiger zaken kunnen leren.

Een computer kan zich volledig richten op een individuele leerling. Dyslectische kinderen hebben grote baat bij programma's waardoor ze individueel en in hun eigen tempo leesvaardigheden ontwikkelen, met veel meer succes dan in het computerloze tijdperk. De grote boosdoeners zijn de leermethodes die op een oneigenlijke manier inspelen op de verleidelijkheden van digitale speeltjes.

De grote boosdoeners zijn de cursussen die de computer of de bediening ervan als object van hun leerdoelen hebben; daar heb je informatica-opleidingen voor.

De grote boosdoener is de overheid die nog steeds in gebreke blijft bij het ter beschikking stellen van moderne apparaten aan het onderwijs; hierdoor worden scholen in de verleiding gebracht om pc-dumpdagen te bezoeken, en dat leidt weer tot problemen die tijd kosten. Dat is nu eenmaal de makke van verouderd materiaal, het geldt ook voor stencilmachines en roestende drangers.

De grote boosdoener is de politiek die het wachten van ergernis tot norm heeft gepromoveerd. Niet alleen op de weg en het perron, maar ook in de klas. Wachten op aandacht van de leraar. Verslaafd aan Microsoft? Onzin. Het zou dezelfde verslaving zijn als die van de baby van een junk. Mamma kon er niet afblijven, en het kind krijgt de schuld. Natuurlijk moet er iets gedaan worden aan het door de grote mensen gecreeerde monopolie, en natuurlijk is het zo dat de prijsstrategie aan de orde moet worden gesteld.

We leren niet meer lezen en schrijven? Je leert net zoveel lezen en schrijven als vroeger. Ja, de verleiding om een werkstuk van het internet te pakken is groot. Maar het uitrekselboek was vroeger ook bijzonder gewild. Het is maar net hoe leraren en scholieren hiermee omgaan.

Berekeningen waarin pi voorkomt laten voor wat het is? Je bent het anker met de werkelijkheid kwijt. Vergelijk pi met de euro. Een cd van euro 20,99? Scholieren gebruiken voorlopig gretig hun rekenmachine om er achter te komen dat de platenindustrie denkt dat kinderen al gedaan hebben wat Hartmann propageert.

Plato waarschuwde in de Phaedrus al voor nieuwe technologieen als kleitabletten; we zouden lui worden in het ontwikkelen van onze kritisch verstandelijke vermogens. De enige overdracht van kennis zou mogen plaatsvinden middels wijze en ervaren leraren. Plato heeft gelijk, de meest trefzekere overdracht van kennis is die van mens tot mens. Plato heeft inmiddels ongelijk, want er zijn nu eenmaal meer leerlingen dan leraren, en om in die ongelijkheid tegemoet te komen kunnen computers en rekenmachines ons wel degelijk helpen.

Joost Steins Bisschop is senior consultant bij Aebly, Den Bosch.


LANGUAGE: Dutch / Nederlands


LOAD-DATE: February 19, 2002



61 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


February 7, 2002


SECTION: Voorne-Putten; Pg. 734


LENGTH: 906 words


HEADLINE: Eigen autiklasje geeft school extra uitstraling


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


DATELINE: Spijkenisse


BODY:

De zorg van scholen over de verwachte instroom van leerlingen met stoornissen zoals dyslexie, adhd en autisme is niet helemaal terecht. Eind vorig jaar is namelijk de leerlinggebonden financiering wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat deze kinderen straks een 'rugzakje' met geld meebrengen, waarmee expertise kan worden ingekocht om ze goed te begeleiden. Een slimme school zet een eigen adhd- of autiklas op.

Spijkenisse _ Vanaf augustus mogen ouders van kinderen, die nu nog naar het speciaal onderwijs gaan, kiezen. De kinderen kunnen daar blijven, of overstappen naar het reguliere onderwijs. Een onderzoek onder zorgcoordinatoren en remedial teachers van 'gewone' scholen wees onlangs uit dat 53 procent van hen problemen verwacht bij de instroom van deze kinderen. Men voelt zich onvoldoende geschoold en zegt geen geld te hebben om deskundigheid in te kopen.

De kinderen die deze overstap maken, komen echter niet met lege handen. Ze krijgen een 'rugzakje' mee met geld om de nodige expertise in te kopen. Scholen die benaderd worden door meer kinderen met dezelfde stoornis, zouden voor hen een speciaal klasje kunnen opzetten en op termijn een bescheiden specialisme kunnen ontwikkelen. Kinderen met veel voorkomende aandoeningen zoals adhd, dyslexie of aan autisme verwante stoornissen, krijgen zo'n 16.000 mee. De helft daarvan is bedoeld voor de genoemde deskundigheid, die moet worden ingekocht bij een van de regionale expertisecentra (REC's) die deels nog in oprichting zijn. De andere helft wordt besteed aan leermiddelen en andere uitgaven binnen de school.

Opdracht

J.P. van Nuland, voorzitter van het REC Rijndrecht-cluster 4, dat zich in het zuiden van Zuid-Holland bezighoudt met psychiatrische en gedragsstoornissen, is blij met de komende integratie van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs. "Ik denk dat de school wat dat betreft een opdracht heeft te vervullen." Hij ziet voordelen in zo'n speciaal klasje met kinderen met dezelfde stoornis. De school bouwt aan de eigen deskundigheid, kan meer met de bij elkaar gelegde gelden en de kinderen varen wel bij de eenduidige aanpak.

Ook ouders zien kansen in het nieuwe systeem. Tonnie Tuyl is mede-oprichter van het Platform voor Elkaar, een belangenvertegenwoordiger voor ouders van kinderen met psychiatrische handicaps in zuidelijk Zuid-Holland. Als moeder van twee zonen met adhd-kenmerken is ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd op zoek naar passende scholing. Tuyl wordt dagelijks gebeld door ouders in een noodsituatie.

Bij psychiatrische aandoeningen is het vaak moeilijk om een diagnose te stellen. Een autistische stoornis komt bij elk kind weer anders tot uiting, en bovendien komt dit soort stoornissen zelden alleen. Adhd gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met dyslexie. Ook dyscalculie, het moeilijk kunnen rekenen, is onder deze groep vrij gewoon. Door die complexheid staan hulpverleners zelden te trappelen. Tuyl: "De een wijst het kind af omdat er sprake is van psychiatrische problematiek, de ander vanwege de gedragsproblematiek."

Kinderen die te 'licht' zijn voor het speciaal onderwijs, kunnen door hun gedrag wel degelijk voor problemen zorgen. Leerkrachten zitten soms met de handen in het haar. Wordt de situatie onhoudbaar, dan gaat het kind naar huis. Wanneer straks deskundigheid wordt ingekocht voor de kinderen die van het speciaal onderwijs komen, zullen ook deze kinderen daar allicht van meeprofiteren.

Het Platform voor Elkaar vreest echter, dat het toekennen van rugzakjes veel te traag zal verlopen. De aangesloten ouders hebben slechte ervaringen met wachtlijsten. Voor de rugzak is een diagnose door een psychiater nodig, en die zit niet bepaald duimen te draaien. Het platform heeft met succes minister Borst van Volksgezondheid voor de rechter gedaagd om daar wat aan te doen. "Twee dagen voor ons kort geding stelde Borst acht miljoen extra beschikbaar," zegt Tuyl stralend. Een leuk succesje, maar, relativeert ze, een druppel op een gloeiende plaat.

Van Nuland denkt echter dat het toewijzen van 'rugzakjes' met geld geen problemen hoeft op te leveren. "Volgens de nieuwe wet moet er binnen zes weken een uitspraak zijn over de indicatie, en dat moet lukken."

De Platform-ouders vinden dat leerkrachten zelf ook enigszins geschoold moeten worden in veel voorkomende stoornissen, liefst al op de pabo. "Zolang het ministerie niet zorgt voor een betere opleiding en begeleiding van leerkrachten, ben ik bang dat de rugzak een farce gaat worden," zegt Tonnie Tuyl.

Bij afwijzing door een school of een conflict over een handelingsplan kunnen ouders straks terecht bij een speciale commissie. Worden problemen desondanks niet opgelost, dan moeten ouders en leerkrachten vooral aan de bel trekken, is de raad van Tuyl. "De ministeries van volksgezondheid en onderwijs zijn heel gevoelig voor kritiek van ouders. Er valt echt van alles te regelen."

Van Nuland is optimistisch. "Wij hebben goede ervaringen met het uitplaatsen van kinderen. Er wordt een stevig stuk begeleiding op gezet. Geen enkele school hoeft bang te zijn voor de opvang van deze kinderen. Als de ouders en de school een akkoord sluiten, komt die expertise er gewoon. En als het echt niet gaat, lossen wij dat met de school op."

De regionale expertisecentra zijn deels nog in oprichting. Voor adressen kan, via basisscholen, contact worden opgenomen met Schoolbegeleidingsdiensten.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



62 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


February 2, 2002


SECTION: Binnenland; Pg. 805


LENGTH: 207 words


HEADLINE: Dyslexie Veel misverstanden


BODY:

Dyslexie is het onvermogen om letters en woorden te herkennen. Bij deze rijpingsstoornis in het centrale zenuwstelsel bevindt de leesvaardigheid zich ver onder het normale niveau. Dyslexie is de meest voorkomende leerstoornis. Het komt voor bij tien tot vijftien procent van de bevolking, twee procent heeft ernstige dyslexie.

Rond deze aandoening leven veel misverstanden, zegt orthopedagoog Van Luit, gespecialiseerd in onder meer dyslexie. "Het gaat namelijk niet om kinderen die een beetje moeite hebben met lezen, zoals mensen vaak denken. Bij echte dyslexie heb je een lees- en/of schrijfachterstand van minstens twee jaar. Dat betekent dat je het pas vanaf groep 4,5 definitief kunt vaststellen. Ook moet er al alles aan gedaan zijn, door middel van bijlessen. Dat neemt niet weg dat bij een vermoeden van dyslexie op jonge leeftijd meteen ingegrepen moet worden. Een orthopedagoog moet de diagnose stellen." Opkomende en nog relatief onbekende groepen zijn de dyscalculie (rekenstoornis) en dyspractie (motorische stoornis).

Balans, landelijke vereniging voor ontwikkelings-, gedrags- en leerproblemen (waaronder ADHD en Dyslexie), Bilthoven, tel. 030-2255050

www.balanspagina.demon.nl/

dyslexie.pagina.nl/


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



63 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


January 26, 2002


SECTION: Opinie; Pg. 7


LENGTH: 1657 words


HEADLINE: Schop de computer snel de klas uit


BYLINE: DAP HARTMANN


BODY:

Sigarettenfabrikanten deelden in de jaren vijftig gratis sigaretten uit op scholen. Microsoft geeft scholen computersoftware voor een fractie van de winkelprijs. Maar scholen moeten kiezen voor goed onderwijs en daarvoor zijn zijn computers absoluut niet nodig, vindt Dap Hartmann.

Het was voorpaginanieuws op vrijdag 18 januari: scholen zijn zich rot geschrokken omdat Microsoft veel meer geld wil beuren voor de software die op schoolcomputers wordt gebruikt. Windows, Word en al dat andere moois wordt na 1 februari twee- tot driemaal zo duur. Diezelfde dag stond ook in de krant dat de winst van Microsoft vorig kwartaal 13 procent lager was dan het jaar daarvoor. Voornaamste oorzaak: de juridische kosten van een aantal slepende rechtszaken in de VS wegens vermeend misbruik van de dominante marktpositie. 's Werelds grootste softwaremaker dreigt nu te worden opgesplitst, en er liggen hoge boetes in het verschiet.

In een vertwijfelde poging het naderende onheil af te kopen, bood Microsoft onlangs ruimhartig aan om hardware en software ter waarde van een miljard dollar te schenken aan armlastige scholen. Voorlopig is dat schikkingsvoorstel afgewezen. Ook Raymond K., verdacht van het smokkelen van xtc-pillen, mag zijn straf vast niet afkopen door 100 duizend xtc-pillen op middelbare scholen uit te delen.

Zelfde idee: eerst iets weggeven, en later flink aan de nieuwe verslaafden verdienen. Verslaafd aan Windows of Word? Als ik lees dat bijna alle negenduizend scholen in Nederland software van Microsoft gebruiken, dan denk ik dat je daar onderhand wel van kunt spreken. Het is ondenkbaar dat al die scholen straks 'afkicken' en overschakelen op Linux, het enige redelijke alternatief. Toch bestaat er een prima oplossing, die geld bespaart en de kwaliteit van het onderwijs verhoogt: schop alle computers de klas uit!

Met een computer haal je een witte olifant in de klas. Kijk maar eens naar de stier Herman die aan Naturalis is geschonken. Herman kost Naturalis ongeveer een ton per jaar. Of neem het meisje uit Waddinxveen dat in een Yorin-kwisje een eiland won. Alleen al de reis er naar toe kost een klein vermogen. Zo houden ook computers, gekocht of gekregen, scholen in een verstikkende wurggreep. Wie onderhoudt ze? De geschiedenisleraar? Een onhandige of baldadige leerling hoeft maar een kritisch bestand te wissen om een computer te reduceren tot sfeerverlichting met een laag rendement. Meestal in de standaarduitvoering 'witte foutmelding op stemmig blauwe achtergrond'. Het herstel kan vele (over)uren in beslag nemen.

Computers zijn in de klas volstrekt overbodig. Geen enkel vak heeft er baat bij. 'Het internet is een schatkamer boordevol vrije informatie', is een veel gehoord argument. Ooit iets nuttigs op het web gevonden? En bleek toen ineens de hele avond verstreken te zijn? Het internet is gratis, en juist daarom is waardevolle informatie er uiterst schaars. Want waardevol en gratis gaan zelden hand-in-hand. Kijk maar wat doorgaans gratis door de brievenbus valt. Vergelijk de gratis treinkrant met NRC Handelsblad. Alle waar naar zijn geld. Daarom kosten boeken meer dan de prijs van het papier alleen. Je betaalt voor de auteur die zo hard heeft gewerkt om zijn kennis te bundelen en over te dragen. Ouders klagen steen en been over de hoge prijzen van schoolboeken. Tegelijkertijd moeten ze geloven dat het internet een kosteloze bron van waardevolle informatie is.

Zelfs al zou dat waar zijn, dan nog is informatie niet hetzelfde als kennis. En losse flarden kennis leiden zelden tot inzicht en begrip. Het internet is als een doos goedkope chocolaatjes: er zit nooit een lekkere tussen.

Een derderangs scriptie in elkaar flansen wordt kinderspel, dankzij het world wide web. Wat leerlingen uit de kleurenprinter toveren ziet er al snel gelikt uit. Maar hoe fraaier een scriptie oogt, des te groter is de kans dat de inhoud aan de aandacht ontsnapt. Vaak zijn het klakkeloos van het internet geplukte plaatjes en tekstfragmenten die met een digitale lijmkwast aan elkaar zijn geplakt. Rapportcijfer acht voor de cut-and-paste-vaardigheid, en een nul voor originaliteit en inzicht. Voor de prijs van een nieuw kleurenpatroon voor de printer koop je overigens een uitstekend boek dat duizendmaal langer mee gaat.

Computers in de klas vormen een moeilijk te beteugelen verleiding. In het slechtste geval zijn de leerlingen aan het chatten, spelen games, of downloaden MP3 bestanden van de laatste tophits, beltonen voor hun mobiele telefoon of pornografie. In het beste geval verspillen ze kostbare lestijd door met menu-gestuurde programmatuur te prutsen. Wat is nuttiger om te leren: hoe je een gekopieerde foto van een appel kunt positioneren binnen een gekopieerde tekst over Newton, of wat het verschil is tussen massa en gewicht? Een computer is in de klas net zo nuttig als een papagaai: je moet hem verzorgen, hij leidt de aandacht af en je steekt er niks van op.

Op school leerde ik vroeger rekenen en elementaire taalvaardigheden waarvan ik nog iedere dag plezier heb. De verloedering van het onderwijs begon met de introductie van de rekenmachine in de klas. Naast een lijst met verplichte boeken, schrijven scholen tegenwoordig zelfs voor welke calculator de leerlingen moeten aanschaffen. Volslagen onzin. Rekenmachines zijn hulpmiddelen, reuze handig voor boekhouders die 28,3 procent van 32,41 euro tot op de cent nauwkeurig moeten uitrekenen. In de klas zijn ze volstrekt overbodig.

Bij wiskunde leer je de oppervlakte van een cirkel te bepalen: pi maal r kwadraat. Een cirkel met straal 5 heeft dus een oppervlakte van 25 pi. Een prima antwoord dat zeker niet beter wordt als een rekenmachine het benadert met 78,538163.

Onlangs ontdekte ik vol afgrijzen wat tegenwoordig op de middelbare school voor wiskunde doorgaat. Veel opgaven vragen om een antwoord in de vorm van een 'machientjes-schema'. Dat is een opsomming van de toetsen die je achtereenvolgens op een rekenmachine moet indrukken. Als ik het niet zelf in dat 'wiskundeboek' had gelezen, had ik het waarschijnlijk niet geloofd. De rekenmachine is opgeklommen van hulpmiddel tot doelstelling, en heeft onderweg enorme schade aangericht.

De huidige generatie scholieren heeft grote moeite hebben met kinderlijk eenvoudige sommetjes als 76 of 98. Ook het rekenen met breuken is een vergeten vaardigheid. De basis van het hoofdrekenen, de tafels van vermenigvuldiging, is uit het moderne onderwijs gesloopt. Als de kassa in de supermarkt niet zou aangeven wat het wisselgeld is van 32,41euro betaald met een biljet van 50, dan zouden er lange rijen ontstaan. Voor wie denkt dat het allemaal best meevalt: dit rekensommetje, dat thuis hoort op de lagere school, staat in eerder genoemd 'wiskundeboek', bestemd voor de tweede klas van het middelbaar onderwijs. Een nieuwe lichting '-logen' en '-gogen' roept al enige tijd dat veel kinderen tegenwoordig lijden aan 'dyscalculie', het rekenequivalent van dyslexie. Waarom een duur woord gebruiken als een simpele diagnose volstaat? Want 'dyscalculie' = 'nooit hoofdrekenen geleerd'.

Na de rekenmachine is het nu de beurt aan de computer om het onderwijs verder uit te hollen. Welke computervaardigheden worden zoal op school onderwezen? Niet hoe een computer werkt, of hoe je een computer programmeert. De nadruk ligt op gebruik van commerciele programmatuur, te beginnen bij het besturingssysteem. Dat is net zo nuttig als het leren omgaan met een videorecorder, of het op tijd zetten van een digitaal horloge. Dat wordt toch (hopelijk) ook niet onderwezen in de klas? Het zijn vaardigheden die iedereen zich op een vrije avond zelf kan aanleren.

Als die behoefte tenminste bestaat. Want waarom moet een middelbare scholier leren hoe je met Word een brief typt? Ik vermijd bewust het woord 'schrijft', want leren schrijven is natuurlijk iets totaal anders. Iedereen kan typen, maar weinigen kunnen schrijven. Er was ooit een tijd dat alleen handgeschreven sollicitatiebrieven in overweging werden genomen.

Niets veroudert zo snel als computers en software. De beste computer van vandaag is over drie jaar volstrekt achterhaald. Van de meeste software komt iedere paar jaar een nieuwe versie op de markt, waarvoor overigens wel steeds een krachtigere computer nodig is. Dat is geen toeval maar markstrategie: de zachte hand wast de harde. Marktstrategie is ook het niet langer ondersteunen van oude programma's en apparatuur. Wie eenmaal een computer heeft aangeschaft ontdekt dat hij in een fuik is gezwommen, en moet meedraaien in een vicieuze tweetraps-cirkel: nieuwe software, nieuwe hardware, nieuwe software, nieuwe hardware enzovoorts en zo verder.

Ik hoop dat minister Hermans een wijs besluit neemt. Niet het computerbudget van scholen verhogen, en ook niet bedelen om een schikking bij de software-maffia. Want dat is alleen uitstel van executie. Als Microsoft de verslaafde scholen nu nog geen poot mag uitdraaien, dan slaat het zijn slag volgend jaar wel.

De enige verstandige beslissing is om alle computers uit de klas te verbannen, en het vrijgekomen geld te besteden aan boeken. En aan pennen en papier - dan kunnen leerlingen weer een handschrift ontwikkelen.

Boeken zijn handzaam, duurzaam, draagbaar, algemeen toegankelijk, ongevoelig voor storing, en verouderen nauwelijks. Wat Euclides 23 eeuwen geleden schreef over de grondslagen van de geometrie is nog steeds waar. Dat geldt ook de stelling van Pythagoras, de wetten van Newton en ga zo maar door.

De computer kan nog wel een laatste nuttige functie vervullen bij het natuurkunde practicum, uit te voeren vanaf de bovenste verdieping van de school. Het klassieke experiment van Galilei. Benieuwd wat eerder beneden is: de computer of de software.

Dr. Dap Hartmann is astronoom en publicist.

Illustratie: Frits Muller

Onderwijs ; Computers en randapparatuur ; Informatica ; Wetenschap en Techniek ; Technische Wetenschappen


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 12, 2003



64 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


January 18, 2002


SECTION: Zuidrand; Pg. 742


LENGTH: 905 words


HEADLINE: Eigen autiklasje geeft school extra uitstraling


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


DATELINE: Rotterdam


BODY:

De zorg van scholen over de verwachte instroom van leerlingen met stoornissen zoals dyslexie, adhd en autisme is niet helemaal terecht. Eind vorig jaar is namelijk de leerlinggebonden financiering wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat deze kinderen straks een 'rugzakje' met geld meebrengen, waarmee expertise kan worden ingekocht om ze goed te begeleiden. Een slimme school zet een eigen adhd- of autiklas op.

Rotterdam _ Vanaf augustus mogen ouders van kinderen, die nu nog naar het speciaal onderwijs gaan, kiezen. De kinderen kunnen daar blijven, of overstappen naar het reguliere onderwijs. Een onderzoek onder zorgcoordinatoren en remedial teachers van 'gewone' scholen wees onlangs uit dat 53 procent van hen problemen verwacht bij de instroom van deze kinderen. Men voelt zich onvoldoende geschoold en zegt geen geld te hebben om deskundigheid in te kopen.

De kinderen die deze overstap maken, komen echter niet met lege handen. Ze krijgen een 'rugzakje' mee met geld om de nodige expertise in te kopen. Scholen die benaderd worden door meer kinderen met dezelfde stoornis, zouden voor hen een speciaal klasje kunnen opzetten en op termijn een bescheiden specialisme kunnen ontwikkelen. Kinderen met veel voorkomende aandoeningen zoals adhd, dyslexie of aan autisme verwante stoornissen, krijgen zo'n 16.000 mee. De helft daarvan is bedoeld voor de genoemde deskundigheid, die moet worden ingekocht bij een van de regionale expertisecentra (REC's) die deels nog in oprichting zijn. De andere helft wordt besteed aan leermiddelen en andere uitgaven binnen de school.

J.P. van Nuland, voorzitter van het REC Rijndrecht-cluster 4, dat zich in het zuiden van Zuid-Holland bezighoudt met psychiatrische en gedragsstoornissen, is blij met de komende integratie van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs. "Ik denk dat de school wat dat betreft een opdracht heeft te vervullen." Hij ziet voordelen in zo'n speciaal klasje met kinderen met dezelfde stoornis. De school bouwt aan de eigen deskundigheid, kan meer met de bij elkaar gelegde gelden en de kinderen varen wel bij de eenduidige aanpak.

Kansen

Ook ouders zien kansen in het nieuwe systeem. Tonnie Tuyl is mede-oprichter van het Platform voor Elkaar, een belangenvertegenwoordiger voor ouders van kinderen met psychiatrische handicaps in zuidelijk Zuid-Holland. Als moeder van twee zonen met adhd-kenmerken is ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd op zoek naar passende scholing. Tuyl wordt dagelijks gebeld door ouders in een noodsituatie.

Bij psychiatrische aandoeningen is het vaak moeilijk om een diagnose te stellen. Een autistische stoornis komt bij elk kind weer anders tot uiting, en bovendien komt dit soort stoornissen zelden alleen. Adhd gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met dyslexie. Ook dyscalculie, het moeilijk kunnen rekenen, is onder deze groep vrij gewoon. Door die complexheid staan hulpverleners zelden te trappelen. Tuyl: "De een wijst het kind af omdat er sprake is van psychiatrische problematiek, de ander vanwege de gedragsproblematiek."

Kinderen die te 'licht' zijn voor het speciaal onderwijs, kunnen door hun gedrag wel degelijk voor problemen zorgen. Leerkrachten zitten soms met de handen in het haar. Wordt de situatie onhoudbaar, dan gaat het kind naar huis. Wanneer straks deskundigheid wordt ingekocht voor de kinderen die van het speciaal onderwijs komen, zullen ook deze kinderen daar allicht van meeprofiteren.

Het Platform voor Elkaar vreest echter, dat het toekennen van rugzakjes veel te traag zal verlopen. De aangesloten ouders hebben slechte ervaringen met wachtlijsten. Voor de rugzak is een diagnose door een psychiater nodig, en die zit niet bepaald duimen te draaien. Het platform heeft met succes minister Borst van Volksgezondheid voor de rechter gedaagd om daar wat aan te doen. "Twee dagen voor ons kort geding stelde Borst acht miljoen extra beschikbaar," zegt Tuyl stralend. Een leuk succesje, maar, relativeert ze, een druppel op een gloeiende plaat.

Van Nuland denkt echter dat het toewijzen van 'rugzakjes' met geld geen problemen hoeft op te leveren. "Volgens de nieuwe wet moet er binnen zes weken een uitspraak zijn over de indicatie, en dat moet lukken."

De Platform-ouders vinden dat leerkrachten zelf ook enigszins geschoold moeten worden in veel voorkomende stoornissen, liefst al op de pabo. "Zolang het ministerie niet zorgt voor een betere opleiding en begeleiding van leerkrachten, ben ik bang dat de rugzak een farce gaat worden," zegt Tonnie Tuyl.

Bij afwijzing door een school of een conflict over een handelingsplan kunnen ouders straks terecht bij een speciale commissie. Worden problemen desondanks niet opgelost, dan moeten ouders en leerkrachten vooral aan de bel trekken, is de raad van Tuyl. "De ministeries van volksgezondheid en onderwijs zijn heel gevoelig voor kritiek van ouders. Er valt echt van alles te regelen."

Van Nuland is optimistisch. "Wij hebben goede ervaringen met het uitplaatsen van kinderen. Er wordt een stevig stuk begeleiding op gezet. Geen enkele school hoeft bang te zijn voor de opvang van deze kinderen. Als de ouders en de school een akkoord sluiten, komt die expertise er gewoon. En als het echt niet gaat, lossen wij dat met de school op."

De regionale expertisecentra zijn deels nog in oprichting. Voor adressen kan, via basisscholen, contact worden opgenomen met Schoolbegeleidingsdiensten.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



65 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


January 10, 2002


SECTION: Hoeksche Waard; Pg. 744


LENGTH: 903 words


HEADLINE: Eigen autiklasje geeft school extra uitstraling


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


DATELINE: Rotterdam


BODY:

De zorg van scholen over de verwachte instroom van leerlingen met stoornissen zoals dyslexie, adhd en autisme is niet helemaal terecht. Eind vorig jaar is namelijk de leerlinggebonden financiering wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat deze kinderen straks een 'rugzakje' met geld meebrengen, waarmee expertise kan worden ingekocht om ze goed te begeleiden. Een slimme school zet een eigen adhd- of autiklas op.

Rotterdam _ Vanaf augustus mogen ouders van kinderen, die nu nog naar het speciaal onderwijs gaan, kiezen. De kinderen kunnen daar blijven, of overstappen naar het reguliere onderwijs. Een onderzoek onder zorgcoordinatoren en remedial teachers van 'gewone' scholen wees onlangs uit dat 53 procent van hen problemen verwacht bij de instroom van deze kinderen. Men voelt zich onvoldoende geschoold en zegt geen geld te hebben om deskundigheid in te kopen.

De kinderen die deze overstap maken, komen echter niet met lege handen. Ze krijgen een 'rugzakje' mee met geld om de nodige expertise in te kopen. Scholen die benaderd worden door meer kinderen met dezelfde stoornis, zouden voor hen een speciaal klasje kunnen opzetten en op termijn een bescheiden specialisme kunnen ontwikkelen. Kinderen met veel voorkomende aandoeningen zoals adhd, dyslexie of aan autisme verwante stoornissen, krijgen zo'n 16.000 mee. De helft daarvan is bedoeld voor de genoemde deskundigheid, die moet worden ingekocht bij een van de regionale expertisecentra (REC's) die deels nog in oprichting zijn. De andere helft wordt besteed aan leermiddelen en andere uitgaven binnen de school.

J.P. van Nuland, voorzitter van het REC Rijndrecht-cluster 4, dat zich in het zuiden van Zuid-Holland bezighoudt met psychiatrische en gedragsstoornissen, is blij met de komende integratie van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs. "Ik denk dat de school wat dat betreft een opdracht heeft te vervullen." Hij ziet voordelen in zo'n speciaal klasje met kinderen met dezelfde stoornis. De school bouwt aan de eigen deskundigheid, kan meer met de bij elkaar gelegde gelden en de kinderen varen wel bij de eenduidige aanpak.

Ook ouders zien kansen in het nieuwe systeem. Tonnie Tuyl is mede-oprichter van het Platform voor Elkaar, een belangenvertegenwoordiger voor ouders van kinderen met psychiatrische handicaps in zuidelijk Zuid-Holland. Als moeder van twee zonen met adhd-kenmerken is ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd op zoek naar passende scholing. Tuyl wordt dagelijks gebeld door ouders in een noodsituatie.

Bij psychiatrische aandoeningen is het vaak moeilijk om een diagnose te stellen. Een autistische stoornis komt bij elk kind weer anders tot uiting, en bovendien komt dit soort stoornissen zelden alleen. Adhd gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met dyslexie. Ook dyscalculie, het moeilijk kunnen rekenen, is onder deze groep vrij gewoon. Door die complexheid staan hulpverleners zelden te trappelen. Tuyl: "De een wijst het kind af omdat er sprake is van psychiatrische problematiek, de ander vanwege de gedragsproblematiek."

Kinderen die te 'licht' zijn voor het speciaal onderwijs, kunnen door hun gedrag wel degelijk voor problemen zorgen. Leerkrachten zitten soms met de handen in het haar. Wordt de situatie onhoudbaar, dan gaat het kind naar huis. Wanneer straks deskundigheid wordt ingekocht voor de kinderen die van het speciaal onderwijs komen, zullen ook deze kinderen daar allicht van meeprofiteren.

Het Platform voor Elkaar vreest echter, dat het toekennen van rugzakjes veel te traag zal verlopen. De aangesloten ouders hebben slechte ervaringen met wachtlijsten. Voor de rugzak is een diagnose door een psychiater nodig, en die zit niet bepaald duimen te draaien. Het platform heeft met succes minister Borst van Volksgezondheid voor de rechter gedaagd om daar wat aan te doen. "Twee dagen voor ons kort geding stelde Borst acht miljoen extra beschikbaar," zegt Tuyl stralend. Een leuk succesje, maar, relativeert ze, een druppel op een gloeiende plaat.

Van Nuland denkt echter dat het toewijzen van 'rugzakjes' met geld geen problemen hoeft op te leveren. "Volgens de nieuwe wet moet er binnen zes weken een uitspraak zijn over de indicatie, en dat moet lukken."

De Platform-ouders vinden dat leerkrachten zelf ook enigszins geschoold moeten worden in veel voorkomende stoornissen, liefst al op de pabo. "Zolang het ministerie niet zorgt voor een betere opleiding en begeleiding van leerkrachten, ben ik bang dat de rugzak een farce gaat worden," zegt Tonnie Tuyl.

Bij afwijzing door een school of een conflict over een handelingsplan kunnen ouders straks terecht bij een speciale commissie. Worden problemen desondanks niet opgelost, dan moeten ouders en leerkrachten vooral aan de bel trekken, is de raad van Tuyl. "De ministeries van volksgezondheid en onderwijs zijn heel gevoelig voor kritiek van ouders. Er valt echt van alles te regelen."

Van Nuland is optimistisch. "Wij hebben goede ervaringen met het uitplaatsen van kinderen. Er wordt een stevig stuk begeleiding op gezet. Geen enkele school hoeft bang te zijn voor de opvang van deze kinderen. Als de ouders en de school een akkoord sluiten, komt die expertise er gewoon. En als het echt niet gaat, lossen wij dat met de school op."

De regionale expertisecentra zijn deels nog in oprichting. Voor adressen kan, via basisscholen, contact worden opgenomen met Schoolbegeleidingsdiensten.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



66 of 87 DOCUMENTS


© 2002 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


January 8, 2002


SECTION: Hoeksche Waard; Pg. 744


LENGTH: 905 words


HEADLINE: Eigen autiklasje geeft school extra uitstraling


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


DATELINE: Rotterdam


BODY:

De zorg van scholen over de verwachte instroom van leerlingen met stoornissen zoals dyslexie, adhd en autisme is niet helemaal terecht. Eind vorig jaar is namelijk de leerlinggebonden financiering wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat deze kinderen straks een 'rugzakje' met geld meebrengen, waarmee expertise kan worden ingekocht om ze goed te begeleiden. Een slimme school zet een eigen adhd- of autiklas op.

Rotterdam _ Vanaf augustus mogen ouders van kinderen, die nu nog naar het speciaal onderwijs gaan, kiezen. De kinderen kunnen daar blijven, of overstappen naar het reguliere onderwijs. Een onderzoek onder zorgcoordinatoren en remedial teachers van 'gewone' scholen wees onlangs uit dat 53 procent van hen problemen verwacht bij de instroom van deze kinderen. Men voelt zich onvoldoende geschoold en zegt geen geld te hebben om deskundigheid in te kopen.

De kinderen die deze overstap maken, komen echter niet met lege handen. Ze krijgen een 'rugzakje' mee met geld om de nodige expertise in te kopen. Scholen die benaderd worden door meer kinderen met dezelfde stoornis, zouden voor hen een speciaal klasje kunnen opzetten en op termijn een bescheiden specialisme kunnen ontwikkelen. Kinderen met veel voorkomende aandoeningen zoals adhd, dyslexie of aan autisme verwante stoornissen, krijgen zo'n 16.000 mee. De helft daarvan is bedoeld voor de genoemde deskundigheid, die moet worden ingekocht bij een van de regionale expertisecentra (REC's) die deels nog in oprichting zijn. De andere helft wordt besteed aan leermiddelen en andere uitgaven binnen de school.

J.P. van Nuland, voorzitter van het REC Rijndrecht-cluster 4, dat zich in het zuiden van Zuid-Holland bezighoudt met psychiatrische en gedragsstoornissen, is blij met de komende integratie van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs. "Ik denk dat de school wat dat betreft een opdracht heeft te vervullen." Hij ziet voordelen in zo'n speciaal klasje met kinderen met dezelfde stoornis. De school bouwt aan de eigen deskundigheid, kan meer met de bij elkaar gelegde gelden en de kinderen varen wel bij de eenduidige aanpak.

Nieuw

Ook ouders zien kansen in het nieuwe systeem. Tonnie Tuyl is mede-oprichter van het Platform voor Elkaar, een belangenvertegenwoordiger voor ouders van kinderen met psychiatrische handicaps in zuidelijk Zuid-Holland. Als moeder van twee zonen met adhd-kenmerken is ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd op zoek naar passende scholing. Tuyl wordt dagelijks gebeld door ouders in een noodsituatie.

Bij psychiatrische aandoeningen is het vaak moeilijk om een diagnose te stellen. Een autistische stoornis komt bij elk kind weer anders tot uiting, en bovendien komt dit soort stoornissen zelden alleen. Adhd gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met dyslexie. Ook dyscalculie, het moeilijk kunnen rekenen, is onder deze groep vrij gewoon. Door die complexheid staan hulpverleners zelden te trappelen. Tuyl: "De een wijst het kind af omdat er sprake is van psychiatrische problematiek, de ander vanwege de gedragsproblematiek."

Kinderen die te 'licht' zijn voor het speciaal onderwijs, kunnen door hun gedrag wel degelijk voor problemen zorgen. Leerkrachten zitten soms met de handen in het haar. Wordt de situatie onhoudbaar, dan gaat het kind naar huis. Wanneer straks deskundigheid wordt ingekocht voor de kinderen die van het speciaal onderwijs komen, zullen ook deze kinderen daar allicht van meeprofiteren.

Het Platform voor Elkaar vreest echter, dat het toekennen van rugzakjes veel te traag zal verlopen. De aangesloten ouders hebben slechte ervaringen met wachtlijsten. Voor de rugzak is een diagnose door een psychiater nodig, en die zit niet bepaald duimen te draaien. Het platform heeft met succes minister Borst van Volksgezondheid voor de rechter gedaagd om daar wat aan te doen. "Twee dagen voor ons kort geding stelde Borst acht miljoen extra beschikbaar," zegt Tuyl stralend. Een leuk succesje, maar, relativeert ze, een druppel op een gloeiende plaat.

Van Nuland denkt echter dat het toewijzen van 'rugzakjes' met geld geen problemen hoeft op te leveren. "Volgens de nieuwe wet moet er binnen zes weken een uitspraak zijn over de indicatie, en dat moet lukken."

De Platform-ouders vinden dat leerkrachten zelf ook enigszins geschoold moeten worden in veel voorkomende stoornissen, liefst al op de pabo. "Zolang het ministerie niet zorgt voor een betere opleiding en begeleiding van leerkrachten, ben ik bang dat de rugzak een farce gaat worden," zegt Tonnie Tuyl.

Bij afwijzing door een school of een conflict over een handelingsplan kunnen ouders straks terecht bij een speciale commissie. Worden problemen desondanks niet opgelost, dan moeten ouders en leerkrachten vooral aan de bel trekken, is de raad van Tuyl. "De ministeries van volksgezondheid en onderwijs zijn heel gevoelig voor kritiek van ouders. Er valt echt van alles te regelen."

Van Nuland is optimistisch. "Wij hebben goede ervaringen met het uitplaatsen van kinderen. Er wordt een stevig stuk begeleiding op gezet. Geen enkele school hoeft bang te zijn voor de opvang van deze kinderen. Als de ouders en de school een akkoord sluiten, komt die expertise er gewoon. En als het echt niet gaat, lossen wij dat met de school op."

De regionale expertisecentra zijn deels nog in oprichting.

Voor adressen kan, via basisscholen, contact worden opgenomen met Schoolbegeleidingsdiensten.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



67 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


December 24, 2001


SECTION: Rotterdam; Pg. 723


LENGTH: 919 words


HEADLINE: Eigen autiklasje geeft school extra uitstraling


BYLINE: MARIJKE NIJBOER


DATELINE: Rotterdam


BODY:

De zorg van scholen over de verwachte instroom van leerlingen met stoornissen zoals dyslexie, adhd en autisme is niet helemaal terecht. Afgelopen donderdag is namelijk de leerlinggebonden financiering wettelijk vastgelegd. Dat betekent dat deze kinderen straks een 'rugzakje' met geld meebrengen, waarmee expertise kan worden ingekocht om ze goed te begeleiden. Een slimme school zet een eigen adhd- of autiklas op.

Rotterdam _ Vanaf augustus mogen ouders van kinderen, die nu nog naar het speciaal onderwijs gaan, kiezen. De kinderen kunnen daar blijven, of overstappen naar het reguliere onderwijs. Een onderzoek onder zorgcoordinatoren en remedial teachers van 'gewone' scholen wees onlangs uit dat 53 procent van hen problemen verwacht bij de instroom van deze kinderen. Men voelt zich onvoldoende geschoold en zegt geen geld te hebben om deskundigheid in te kopen.

De kinderen, die die overstap maken, komen echter niet met lege handen. Ze krijgen een 'rugzakje' mee met geld om de nodige expertise in te kopen. Scholen die benaderd worden door meer kinderen met dezelfde stoornis, zouden voor hen een speciaal klasje kunnen opzetten en op termijn een bescheiden specialisme kunnen ontwikkelen. Kinderen met veel voorkomende aandoeningen zoals adhd, dyslexie of aan autisme verwante stoornissen, krijgen zo'n 16.000 mee. De helft daarvan is bedoeld voor de genoemde deskundigheid, die moet worden ingekocht bij een van de regionale expertisecentra (REC's) die deels nog in oprichting zijn. De andere helft wordt besteed aan leermiddelen en andere uitgaven binnen de school.

J.P. van Nuland, voorzitter van het REC Rijndrecht-cluster 4, dat zich bezighoudt met psychiatrische en gedragsstoornissen, is blij met de komende integratie van kinderen met een handicap in het reguliere onderwijs. "Ik denk dat de school wat dat betreft een opdracht heeft te vervullen." Hij ziet voordelen in zo'n speciaal klasje met kinderen met dezelfde stoornis. De school bouwt aan de eigen deskundigheid, kan meer met de bij elkaar gelegde gelden en de kinderen varen wel bij de eenduidige aanpak.

Ook ouders zien kansen in het nieuwe systeem. Tonnie Tuyl is mede-oprichter van het Platform voor Elkaar, een belangenvertegenwoordiger voor ouders van kinderen met psychiatrische handicaps. Als moeder van twee zonen met adhd-kenmerken is ze vaak van het kastje naar de muur gestuurd op zoek naar passende scholing. Tuyl wordt dagelijks gebeld door ouders in een noodsituatie.

Bij psychiatrische aandoeningen is het vaak moeilijk om een diagnose te stellen. Een autistische stoornis komt bij elk kind weer anders tot uiting, en bovendien komt dit soort stoornissen zelden alleen. Adhd gaat bijvoorbeeld vaak gepaard met dyslexie. Ook dyscalculie, het moeilijk kunnen rekenen, is onder deze groep vrij gewoon. Door die complexheid staan hulpverleners zelden te trappelen. Tuyl: "De een wijst het kind af omdat er sprake is van psychiatrische problematiek, de ander vanwege de gedragsproblematiek."

Kinderen die te 'licht' zijn voor het speciaal onderwijs, kunnen door hun gedrag wel degelijk voor problemen zorgen. Leerkrachten zitten soms met de handen in het haar. Wordt de situatie onhoudbaar, dan gaat het kind naar huis. Wanneer straks deskundigheid wordt ingekocht voor de kinderen die van het speciaal onderwijs komen, zullen ook deze kinderen daar allicht van meeprofiteren.

Het Platform voor Elkaar vreest echter, dat het toekennen van rugzakjes veel te traag zal verlopen. De aangesloten ouders hebben slechte ervaringen met wachtlijsten. Voor de rugzak is een diagnose door een psychiater nodig, en die zit niet bepaald duimen te draaien. Het platform heeft met succes minister Borst van Volksgezondheid voor de rechter gedaagd om daar wat aan te doen. "Twee dagen voor ons kort geding stelde Borst acht miljoen extra beschikbaar," zegt Tuyl stralend. Met dat geld is onder andere een extra psychiater aangesteld bij het Rotterdams Medisch Psychotherapeutisch en Psychiatrisch Centrum voor Kind, Jeugd en Gezin. Een leuk succesje, maar, relativeert ze, een druppel op een gloeiende plaat.

Van Nuland denkt echter dat het toewijzen van rugzakjes geen problemen hoeft op te leveren. "Volgens de nieuwe wet moet er binnen zes weken een uitspraak zijn over de indicatie, en dat moet lukken."

De Platform-ouders vinden dat leerkrachten zelf ook enigszins geschoold moeten worden in veel voorkomende stoornissen, liefst al op de pabo. "Zolang het ministerie niet zorgt voor een betere opleiding en begeleiding van leerkrachten, ben ik bang dat de rugzak een farce gaat worden," zegt Tonnie Tuyl.

Bij afwijzing door een school of een conflict over een handelingsplan kunnen ouders straks terecht bij een speciale commissie. Worden problemen desondanks niet opgelost, dan moeten ouders en leerkrachten vooral aan de bel trekken, is de raad van Tuyl. "De ministeries van volksgezondheid en onderwijs zijn heel gevoelig voor kritiek van ouders. Er valt echt van alles te regelen."

Van Nuland is optimistisch. "Wij hebben goede ervaringen met het uitplaatsen van kinderen. Er wordt een stevig stuk begeleiding op gezet. Geen enkele school hoeft bang te zijn voor de opvang van deze kinderen. Als de ouders en de school een akkoord sluiten, komt die expertise er gewoon. En als het echt niet gaat, lossen wij dat met de school op."

De regionale expertisecentra zijn deels nog in oprichting. Voor adressen kan, via basisscholen, contact worden opgenomen met Schoolbegeleidingsdiensten.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



68 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


October 22, 2001


SECTION: Binnenland; Pg. 3


LENGTH: 764 words


HEADLINE: 'We gaan er bij rekenles ten onrechte van uit dat kinderen al kunnen tellen'


BYLINE: VAN ONZE VERSLAGGEEFSTER MARGREET VERMEULEN


DATELINE: UTRECHT


BODY:

Promovenda Julie Menne van het Freudenthal Instituut heeft een methode ontwikkeld waarmee zwakke rekenaartjes zonder extra lessen hun achterstand in een jaar kunnen inhalen.

Het Nederlandse rekenonderwijs staat hoog aangeschreven. Toch is een kwart van de basisschoolkinderen zwak in rekenen. 'Dat is helemaal niet nodig', vindt onderwijskundige Julie Menne van Freudenthal Instituut, het expertisecentrum voor reken- en wiskunde onderwijs. Ze hoopt vandaag te promoveren op een oefenprogramma waarmee bijna alle zwakke rekenaartjes hun achterstand in een jaar inhalen; zonder extra lessen.

- Waaraan herken je zwakke rekenaars?

'Ze hebben allemaal moeite met de telrij. Daarmee bedoel ik: getallen ordenen van klein naar groot. Ze hebben geen idee dat 98 vlakbij 100 ligt. Laat staan dat ze weten dat een getal als 60 is opgebouwd uit zes tientallen. Als je dat allemaal niet weet, val je in groep 5 of 6 met rekenen hopeloos door de mand.'

- Dan moet de juf of meester toch bijtijds ingrijpen?

'Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De meeste methodes beginnen al heel snel met het maken van sommetjes. Er is lef voor nodig om pas op de plaats te maken, de methode even opzij te leggen en de getalrij te gaan oefenen. Daar komt nog bij dat er nauwelijks oefenprogramma's bestaan om te leren tellen.'

- Hoe is dat mogelijk?

'We gaan er ten onrechte van uit dat kinderen kunnen tellen als het rekenonderwijs begint.'

- Is het niet gewoon een kwestie van aanleg?

'Het zijn relatief vaak kinderen met laag opgeleide ouders. En natuurlijk zijn er verschillen in aanleg en talent. Maar iedereen kan op een redelijk niveau leren rekenen. Behalve de circa 1 procent van de mensen die last heeft van dyscalculie. In mijn groep van tweehonderd zwakke rekenaars zaten twee kinderen die ik niet verder kon helpen. Die zijn niet in staat om in een oogopslag te zien dat er vier dropjes op tafel liggen. Ook niet als ze keurig twee aan twee liggen.'

- Hoe werkt uw programma?

'Binnen de gewone rekenles wordt drie keer per week een kwartier op een speelse manier geoefend met getallen. Het helpt ook om getallen een betekenis te geven. Als je vertelt dat hun vader pas met pensioen kan als hij 65 is, gaat zo'n cijfer voor het kind leven. We laten de kinderen ook springen over een denkbeeldige getallenlijn. Zo ervaren ze dat het van 10 naar 11 een klein sprongetje is. En dat het van 10 naar 20 een hele grote sprong is. Na een jaar zijn ze opgeklommen naar het landelijk gemiddelde.'

- Wat kunnen ouders van zwakke rekenaars doen?

'Veel spelletjes doen waar getallen aan te pas komen. Yatzee, dobbelen, rummikub, bamzaaien, ganzenbord.'

- Kunnen scholen uw oefenprogramma's bestellen?

'Dat niet. Maar we hebben subsidie gekregen van het ministerie van Onderwijs waarmee we elk jaar een kleine vijfhonderd scholen helpen bij het opzetten van oefenprogramma's.

'De leerkrachten zijn heel blij als ze eindelijk een instrument in handen krijgen waarmee ze iets voor zwakke rekenaars kunnen betekenen.'

- Misschien schort er ook iets aan de kwaliteit van de leerkracht?

'Pabo-studenten krijgen hooguit twee uur rekendidactiek per week. Dat is inclusief huiswerk en zelfstudie en inclusief de tijd die ze nodig hebben om hun eigen rekenvaardigheid op peil brengen. Dat is te weinig. Tijdens het onderzoek merkte ik dat dat veel leerkrachten onzeker maakt. Dat ze vaak ook van zichzelf vinden dat ze maar net boven de stof staan.

'Maar we moeten niet vergeten dat rekenvaardigheid relatief kwetsbaar is. Als er thuis iets misgaat, zie je dat als eerste aan de rekenprestaties. Geen wonder ook. Taal zit veel langer in onze genen. De noodzaak om te leren rekenen kwam eeuwen en eeuwen later.'

- Betekent de invoering van de euro een extra belasting voor zwakke rekenaars?

'Nee. Voor de kinderen maakt het niet uit of ze nu in euro's of in guldens rekenen. Ze beseffen heel goed dat ze straks van hun zakgeld in euro's evenveel patat en snoep kunnen kopen als van hun oude zakgeld in guldens.'

- Wordt het belang van rekenen niet overschat? Op de basisschool wordt 20 procent van de tijd aan rekenen besteed.

'Absoluut niet. Wiskunde is tegenwoordig een verplicht eindexamenvak op havo en vwo. Maar rekenen is ook belangrijk voor je persoonlijk welbevinden. Als je bij de vlaggetjesweken van C&A 25 procent korting krijgt en je hebt geen idee wat je straks aan de kassa moet afrekenen, is dat echt heel vervelend.'

Julie Menne

FOTO RAYMOND RUTTING

Hoger onderwijs ; Basisonderwijs ; Schoolvakken ; Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



69 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


July 5, 2001


SECTION: Voorpagina; Pg. 1


LENGTH: 675 words


HEADLINE: SB


BYLINE: JAN KUITENBROUWER


BODY:

- Zeg.

- Hmmmm?

- Jij had het laatst over. . . hoe noemde jij dat nou?

- Wat?

- Als het betrekkelijk voornaamwoord niet klopt.

- Dat kan een Voudfout of een Goortje zijn. Bij een Voudfout worden enkel- en meervoud verward, en bij een Goortje het geslacht.

- Juist, dan is dit een Goortje.

- Lees voor.

- Volkskrant van vandaag, maandag. Interview met de internationale strafrechtgeleerde professor G. Strijards. Die zegt: 'Het internationaal Strafhof staat los van de Verenigde Naties, het is een zelfstandige, onafhankelijke verdragsorganisatie, dat in principe niet kan stuiten op een veto van leden in de V- raad.'

- Een klassiek Goortje. De spreker verwijst naar 'organisatie', maar hij denkt dat hij naar 'strafhof' verwijst. Je zou haast denken dat iemand die zoiets zegt. . .

- Of opschrijft.

- Ja, of opschrijft. . .

- Wat mij hier waarschijnlijker lijkt.

- Hoezo?

- Er staat een foto bij van die professor. Lijkt me niet iemand die met het betrekkelijk voornaamwoord rommelt.

- Hoezo?

- Hij kijkt nogal grammaticaal de lens in. Maar goed, je zou haast denken.

- Stel je voor zeg, denken, dat moeten we niet hebben.

- Je zou haast denken, dat zei jij, voor ik je onderbrak, over dat Goortje, van die professor.

- Oh ja, nou je zou dus haast denken dat iemand die zoiets fout doet niet begrijpt hoe die zin in elkaar zit. Niet beseft wat nu eigenlijk in verbinding staat met wat. Waarbij dit overigens een a-typisch geval is, wat je meestal ziet is dat mensen ter plaatse een betrekking maken die bedoeld was voor een eerder zinsdeel, terwijl hier dus juist ten onrechte wordt teruggegrepen op iets eerders, waar de betrekking niets mee te maken heeft.

- Juist. Misschien iemand die Hedenlands gelezen heeft en koste wat het kost geen Goortje wil maken.

- Zou kunnen. Laatst las ik een advertentie voor iets dat evenveel calorieen bevat dan ik weet niet meer, een half kopje magere thee of zo. Die tekstschrijver is waarschijnlijk een keer betrapt op 'groter als' en nu gebruikt hij voor de zekerheid alleen nog maar dan.

- Zeg, dus die getals- en geslachtsverandering is in feite maar bijzaak, waar het om gaat is dat mensen betrekkingen verwarren.

- Een zorgelijke ontwikkeling!

- Syntactische betrekkingswaan, daar hebben wij het eigenlijk over.

- SB, een nieuwe handicap. Onze zoon blijft dit jaar zitten. Hij heeft dyscalculie en een milde vorm van SB.

- Verder nog iets in de krant?

- Mooie zin van Ben Haveman.

- Lees voor.'

- Gaat over Jeanne Roos.

- Ah, de grand old lady. Hoe zou dat gaan, ben je eerst grand, en komt later dat old erbij, of word je het op een gegeven moment allebei tegelijk?

- Geen idee. Hoe dan ook, mevrouw Roos heeft ook nog in het verzet gezeten. En dan schrijft Haveman: 'Dat betekende: door de stad fietsen met een boodschappentas aan het stuur waar pakken zeeppoeder in zaten; in werkelijkheid springstof, afgedekt met een bosje peterselie.'

- Ja mooi.

- En slim ook, van die Roos, vind je niet? Niet gewoon springstof in die pakken zeeppoeder doen, maar ook nog afdekken met een bosje peterselie. Dus stel de Gestapo hield haar aan en zei: 'Mach mal auf, die Dose mit Pulverzeife' - dan deed ze dat, en dan zat daar peterselie! Duitsers helemaal in de war natuurlijk, peterselie in een zeepdoos, dit meisje is zwakbegaafd, rij maar door jij.

- Je begrijpt toch wat hij bedoelt?

- Het schijnt trouwens dat Jeanne Roos het later nog een aantal keer gedaan heeft, maar dan met springstofdozen, gevuld met peterselie, afgedekt met een handje zeeppoeder. Dat is natuurlijk helemaal geniaal!

- God wat zijn we leuk.

- Nog meer in de krant?

- Nee, dat was het wel zo'n beetje.

Reacties, vragen, tips? Schrijf (Hedenlands, de Volkskrant, postbus 1002, 1000 BA Amsterdam) of e-mail (hedenlands@volkskrant.nl).

Hedenlands is ook te vinden op de website van de Volkskrant (www.volkskrant.nl/hedenlands).

Taalgebruik ; Kunst en Cultuur ; Kunst ; Taal- en Letterkunde ; Taalkunde


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



70 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


July 2, 2001


SECTION: Voorpagina; Pg. 1


LENGTH: 649 words


HEADLINE: Rekenproblemen duiden zelden op dyscalculie


BYLINE: JO NELISSEN


BODY:

Rekenproblemen bij kinderen kunnen worden veroorzaakt door de hersenen. Volgens Jo Nelissen gaat het om promillen, te weinig om ze met het stempel dyscalculie op te zadelen.

'DYSCALCULIE is een officieel erkend leerprobleem', lezen we in de Volkskrant van 23 juni. Een zucht van verlichting, maar wat is eigenlijk dyscalculie? Dat is als je een probleem snapt, maar het niet kunt uitrekenen, citeert Mieke Zijlmans de orthodidact de Feyter.

Laten we eens naar de volgende eenvoudige opgaven kijken: 'Een broek droogt in een half uur. Drie broeken drogen in ...?' Of: 'Ik woon op huisnr. 3 en mijn buur woont op 1. Wij wonen samen in ...huizen?'. 'Oh gemakkelijk', vonden de kinderen aan wie deze deze opgaven werd voorgelegd. Als een broek in een half uur droogt, dan drogen drie broeken uiteraard in anderhalf uur. En die mensen wonen samen in 3 + 1 = 4 huizen. En zo zien we dat deze kinderen de sommen uitstekend uitrekenden, terwijl ze er vrijwel niets van begrepen. Het probleem van deze kinderen is dat ze juist keurig volgens de regels mechanisch een som uitrekenen, zonder voorafgaande analyse van het probleem. De definitie van de Feyter lijkt schipbreuk te lijden, want wat is nu dyscalculie?

De Feyter licht toe dat het gaat om problemen met 'automatiseren in de rechter hersenhelft'. De kinderen in mijn voorbeelden hadden helemaal geen problemen met automatiseren en volgens deze definitie zal trouwens vroeger vrijwel geen enkel kind rekenproblemen hebben ondervonden, want het rekenonderwijs bestond grotendeels uit mechanisch automatiseren van tafels en rekenregels. Ik noem maar een regel die nooit iemand heeft begrepen, maar wel blind kon toepassen: 'vermenigvuldigen van een breuk is delen door het omgekeerde'.

Complexer is dat beroep op die hersenhelft. Als een leerling ergens niet goed in is, en de leerkracht krijgt te horen dat het aan de hersenen ligt, wordt het al snel als tijdverspilling gezien zo'n leerling extra te stimuleren. Wat is nou de zin van deze stelling? Nou, het kan toch aan de hersenen liggen, zo'n rekenprobleem, hoor ik de lezer denken.

Natuurlijk heeft rekenen met de werking van de hersenen te maken, welk menselijk gedrag heeft dat niet? Het maken van een koprol, het likken aan een ijsje: allemaal onmogelijk zonder een normale hersenfunctie. Maar laten we niet gaan beweren dat een kind met rekenproblemen aan een hersenstoornis (of iets dergelijks) lijdt. Dat neemt niet weg dat er grote verschillen optreden in de niveaus van wiskundig denken die leerlingen behalen, net zo goed als niet iedereen even goed zal leren schaken, fotograferen, tennissen of bierbrouwen. Inderdaad de wiskundeknobbel is een mythe. Met andere woorden, het is niet zo dat leerlingen die goed zijn in wiskunde een knobbel bezitten en de zwoegers niet. Iedereen kan wiskunde leren, zij het niet op hetzelfde niveau.

Hoe het ook zij, wiskunde leren heeft inderdaad met de hersenen te maken en het vermogen om met getallen om te gaan wordt zelfs beschouwd als een vermogen waarmee elk mens geboren wordt, net als het vermogen om taal te leren. Zo is uit onderzoek gebleken dat kinderen van slechts enkele dagen oud reeds in staat zijn veranderingen in hoeveelheden op te merken.

Tenslotte, om misverstanden te voorkomen: natuurlijk komen er problemen voor die ongetwijfeld worden veroorzaakt door de werking van de hersenen, al weet men vaak niet hoe. De Engelse psycholoog Butterworth heeft een aantal van deze gevallen uitvoerig beschreven, zoals Cathy een intelligente vrouw, die met een zeer eigenaardige voorstelling van de getallenrij werkte. Het betreft hier slechts een gering aantal gevallen, zeg enkele promillen, wel interessant maar te uitzonderlijk om kinderen met rekenproblemen met het stempel dyscalculie op te zadelen.

Jo Nelissen is werkzaam bij het Freudenthal Instituut van de Universiteit Utrecht.

Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



71 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


June 30, 2001


SECTION: Opinie; Pg. 8


LENGTH: 376 words


HEADLINE: Dyslexie/discalculie 1


BYLINE: E.S. KORTHOF, DOCENT WISKUNDE ENSCHEDE


BODY:

Dyslexieleerlingen (NRC Handelsblad, 27 juni) kunnen het vak Nederlands niet ontlopen. Hoewel er binnen de verschillende profielen in de havo ten aanzien van andere talen een aantal keuzemogelijkheden blijven, zullen ook dyslexieleerlingen niet onder een aantal, soms minimale, eisen per profiel uit kunnen en blijft er altijd het nodige aan Frans, Duits en/of Engels op het rooster staan en op het examen gevraagd.

Dyslexieleerlingen kunnen ook echt niet voorbijgaan aan de zeer 'talige' aspecten die bij andere vakken, ook wiskunde, tegenwoordig aan de orde zijn. Ze kunnen echter rekenen op tijdsverlenging bij toetsen en examens.

Zo ook ten aanzien van dyscalculie. Wil iemand een havo-diploma halen, dan houdt dat nu eenmaal in dat hij/zij een aantal vakken, waaronder wiskunde, tot op een zeker niveau machtig blijkt te zijn.

Voor wiskunde varieert dat van een betrekkelijk eenvoudig niveau bij wiskunde A1 tot een zeer pittig niveau bij wiskunde B1,2.

Niet dat A1 voor cultuur en maatschappij-profielers zo maar even te doen is, integendeel: voor hen is het een lastig vak! Maar omdat het vak alleen maar een schoolexamen kent en geen centraal examen, kan de school, c.q. de docent zelf het leerproces en toetsniveau (ook de tijdsfactor, zoals bij dyslexie formeel toegestaan) bewaken.

Daarbij komt ook nog dat de te maken praktische opdrachten ook andere vaardigheden een kans geven en aldus het eindcijfer positief kunnen beinvloeden. Dit zijn dan wel geen 'aanpassingen', maar toch: kansen en mogelijkheden genoeg.

Een goede wiskundeleraar zal zeker van de hem geboden mogelijkheden gebruikmaken om wiskunde A1-leerlingen zo goed mogelijk door dat ene jaar dat ze nog wiskunde moeten doen heen te loodsen!

Aan de ander kant: ook een havo-diploma staat ergens voor en in het profiel economie en maatschappij en de zogeheten N-profielen is helaas wegens de aard van die beestjes geen plaats voor dyscalculie-leerlingen, net zo min als dyslexie-leerlingen zich met name aan de talen in het cultuur en maatschappij-profiel zullen wagen! En dan geef ik Adelmund gelijk: als zelfs dat problemen oplevert, dan zal de leerling toch een ander schooltype moeten kiezen.

Schoolvakken ; Voortgezet onderwijs ; Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 12, 2003



72 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


June 27, 2001


SECTION: Voorpagina; Pg. 1


LENGTH: 1160 words


HEADLINE: 'Rekenzwakte' als nieuwe modekwaal


BYLINE: DOOR ONZE REDACTEUR RINSKJE KOELEWIJN


DATELINE: ROTTERDAM, 27 JUNI.


BODY:

Bijna 400.000 Nederlanders kunnen helemaal niet rekenen. Deskundigen zijn voorzichtig: straks is dyscalculie, na dyslexie, de nieuwste modekwaal.

Een op de vijf Nederlanders is rekenzwak, ze hebben moeite met rekenen, maar kunnen zich met een hoop discipline en ezelsbruggetjes redden bij de kassa in de supermarkt. Voor ongeveer 2,5 procent van de Nederlanders is rekenen een ramp. Zij hebben dyscalculie. Zij hebben, zegt professor Adri Treffers, geen wiskundeknobbel maar een gat. Treffers werkt op het Freudenthalinstituut van de Universiteit Utrecht, het belangrijkste onderzoeksinstituut voor het rekenonderwijs.

Hoogleraar orthopedagogiek Wied Ruijssenaars van de Leidse universiteit noemt het 'een blinde vlek'. 'Het zijn mensen met een normale intelligentie, die verder goed kunnen leren. Laatst sprak ik een geslaagde zakenman, we praten wat over subsidies, ik noem een bedrag van twaalfduizend gulden. Blijft het heel lang stil. Hij vraagt: met hoeveel nullen schrijf je dat?'

Als je Treffers vraagt wat dyscalculie is, zegt hij eerst dat het 'een genuanceerde kwestie' is. Dat er geen eenvoudige definitie is, dat de grens tussen rekenzwak en dyscalculie vaag is. 'Er is iets mis in de hersenen, maar waar het in zit of hoe het zich uit is voor ons ook nog onduidelijk.'

Treffers is zo voorzichtig omdat hij bang is dat dyscalculie de nieuwste modekwaal wordt, na dyslexie en de concentratiestoornis ADHD. 'Straks gaan ouders massaal hun rekenzwakke kinderen laten testen bij commerciele bureaus.' En je zult zien, vreest hij, straks heeft iedereen het. 'Net zoals er in bepaalde delen van het land bureaus zijn die opvallend veel verklaringen van dyslexie afgeven. En met die verklaring dwingen ouders allerlei vrijstellingen op school af.'

Een aantal ouders van kinderen met dyscalculie vroeg vorig jaar staatssecretaris Adelmund (Onderwijs) om hulp. Hun kinderen, schreven zij, haalden zulke slechte cijfers voor wiskunde, dat ze het eindexamen nooit zouden kunnen halen. Wiskunde is een verplicht eindexamenvak op havo en vwo. Of de staatssecretaris hun kinderen geen vrijstelling kon geven voor wiskunde.

Marion Jurrjens, de moeder van Verika Bentley (15), was een van de schrijvers. Verika zit in de derde klas havo van scholengemeenschap Angelus Merula in Spijkenisse. Voor alle vakken heeft ze goede cijfers, alleen wiskunde is een ramp. Met extra lessen en veel oefenen haalt ze nauwelijk hoger dan een vier. Haar moeder heeft zelf ook dyscalculie, zegt ze. 'Ik heb een IQ van 133, dus daar ligt het niet aan. Mijn vader had het ook, die moest wiskunde doen, omdat hij medicijnen wilde studeren. Ik kon naar de middelbare meisjesschool en wiskunde laten vallen.' Vervolg DYSCALCULIE: pagina 6

DYSCALCULIE

Bij 30 plus 30 krijgt zo'n kind grote problemen

Vervolg van pagina 1 Marion Jurrjens heeft staatssecretaris Adelmund en de school gevraagd of haar dochter wiskunde mag laten vallen als ze in plaats daarvan een extra taal, Duits bijvoorbeeld, volgt.

Deze maand gaf Adelmund de ouders antwoord. In haar brief aan de Kamer schrijft ze dat kinderen met dyscalculie geen vrijstelling voor wiskunde krijgen.

Professor Treffers vindt dat je leerlingen wel vrijstelling moet geven. 'Maar je moet geen bureaucratische oplossingen zoeken of het in een wet regelen. Dan wordt dyscalculie witte-jassenwerk. Een goede wiskundeleraar haalt de kinderen zonder rekenaanleg er zo tussenuit, kinderen die in andere vakken goed presteren, en die voor wiskunde wel hard hun best doen. Zij kunnen in overleg met de school en de inspectie oplossingen zoeken voor die kinderen.'

Niet iedereen met dyscalculie, zegt Treffers, heeft dezelfde problemen. Treffers onderzocht kinderen die grote moeite hebben met cijfersymbolen, die niet begrijpen dat het cijfer 7 zeven betekent en die het niet voor elkaar krijgen getallen naar grootte te ordenenen. Ze weten niet dat 42 meer is dan 35, ook niet na langdurig oefenen.

Andere kinderen kennen wel de cijfers en kunnen ook rekenen, maar kunnen niet subitisen. 'Je gooit vier muntjes op een tafel. Normaal kunnen mensen, en zelfs dieren, hoeveelheden onder de vijf waarnemen. Je ziet subiet dat het 3 muntjes zijn of twee. Iemand met dyscalculie moet de muntjes een voor een tellen om te weten hoeveel het er zijn.

Er zijn ook kinderen die eenvoudige rekenkundige handelingen, zoals optellen en aftrekken, niet kunnen onthouden. Een zevenjarige hoort op een gegeven moment te weten dat 3 plus 3 zes is. 'Als het kind daarvoor nog steeds zijn vingers nodig heeft, weet je dat er iets mis is. Bij 30 plus 30 krijgen ze grote problemen.' Bij die kinderen is de rekenkennis, zoals dat heet, niet geautomatiseerd. 'Er zijn volwassen die hun leven lang de tafel van 7 moeten uitrekenen.'

Zelf was Treffers tien jaar wiskundeleraar op een middelbare school. 'Ik had een jongen in de klas die verschrikkelijk zijn best deed, maar zijn proefwerken bar en boos maakte. Ik gaf hem standaard een zes. De havo rolde hij verder makkelijk door. Vlak voor zijn eindexamen wiskunde zei ik: 'Dat haal je makkelijk, je hebt toch altijd zessen gehaald. Hij scoorde een acht. Ik had hem vertrouwen gegeven. Jaren later kwam ik hem tegen, hij herkende me aan mijn houtje-touwtjejas. Toen pas heb ik hem verteld dat ik jarenlang verkeerde cijfers heb gegeven.'

Professor Ruijssenaars is het wel met staatssecretaris Adelmund eens: vrijstelling gaat te ver. Maar hij vindt wel dat scholen kinderen met dyscalculie tegemoet moeten komen, net als met dyslexie en ADHD. 'Geef ze wat meer tijd, doe proefwerken voor mijn part mondeling, en geef ze op het examen een lijstje met formules en een rekenmachine. Bij rij-examens zeg je toch ook niet: die bril moet af, de anderen doen het ook zonder.'

'We kunnen niet eindeloos uitzonderingen blijven maken,' zegt de woordvoerder van het ministerie van Onderwijs. De onderwijsambtenaren raadpleegden niet de Nederlandse deskundigen, maar een Amerikaans standaardwerk over leerstoornissen. En daar staat in dat 'mathematics disorder' nooit een op zichzelf staand gebrek is, maar 'veelal gepaard gaat met andere leerstoornissen'. En dus blijft Adelmund bij haar 'redelijk ferme standpunt', zegt de woordvoerder: kinderen die havo of vwo willen doen, kunnen kiezen voor het eindexamenprofiel 'cultuur en maatschappij', daar zit de simpelste wiskunde in. En als zelfs dat een probleem is, zegt Adelmund, zal de leerling toch een ander schooltype moeten kiezen.

Voor Verika Bentley zou dat betekenen dat ze naar de mavo moet. Ze wil graag stewardess worden of sociaal werker en daarvoor heeft ze minimaal havo nodig. Haar moeder is woedend. 'Mijn zoon heeft dyslexie en hij krijgt wel extra begeleiding, hij mag een taal laten vallen. Het is unfair en discriminerend dat mijn dochter niet dezelfde aanpassingen krijgt.'

Onderwijs ; Wiskunde ; Ziekten ; Gezondheid ; Geneeskunde ; Wetenschap en Techniek ; Exacte Wetenschappen


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 12, 2003



73 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


June 23, 2001


SECTION: Wetenschap; Pg. W5


LENGTH: 613 words


HEADLINE: Dyscalculie


BYLINE: MIEKE ZIJLMANS


BODY:

Merkwaardig krantenbericht: staatssecretaris van Onderwijs Karin Adelmund wil leerlingen die lijden aan dyscalculie geen vrijstelling geven voor wiskunde bij het eindexamen havo of vwo. Nooit van gehoord, van dyscalculie. Maar als dyslexie resulteert in leesproblemen, zal dyscalculie wel leiden tot onoverkomelijk gedonder bij het rekenen. Zoals tijdens het maken van een eindexamen wiskunde.

Inderdaad, zegt Chris de Feyter. Hij maakt deel uit van het Centrum voor Ambulante Leerlingbegeleiding in Amsterdam, alwaar onder anderen mensen met deze stoornis aankloppen. Dyscalculie is een officieel erkend leerprobleem, dat met behulp van een test wordt aangetoond, legt De Feyter uit.

Niet ieder kind dat moeite heeft met rekenen, heeft dus zomaar een leerstoornis. Kinderen met dyscalculie blijken sommen vaak wel degelijk te snappen, maar kunnen ze desondanks niet uitrekenen.

Voor zover bekend, vertelt De Feyter, heeft iemand met dyscalculie een probleem met 'automatiseren' in de rechter hersenhelft, waar zich de rekenvermogens bevinden. Automatiseren is het - zonder aarzeling en zonder er bewust bij na te hoeven denken - uitvoeren van een handeling die vastgeklonken zit in het geheugen, zoals veters strikken of zwemmen.

De stoornis manifesteert zich in diverse varianten. Elke variant is te herkennen aan allerlei symptomen, zoals het niet kunnen plaatsen van getallen in een logische getallenrij, het langdurig blijven gebruiken van rekenmethoden die bedoeld zijn voor kleine kinderen, niet uit de voeten kunnen met grote getallen, of het niet kunnen onthouden van onderdelen van een hoofdrekensom.

In het basisonderwijs kampt naar schatting zeker 2 procent van de leerlingen met dyscalculie. Nadrukkelijk: naar schatting. Want dyscalculie is als leerstoornis nog maar zo kort onderkend, dat er pas sinds een jaar of tien, vijftien serieus onderzoek naar wordt gedaan. De kennis erover moet dan ook worden gezien als een tussenstand. Op grond van die kennis wordt hulp geboden.

Het vakgebied van De Feyter bevindt zich op het snijvlak van orthodidactiek, ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek. Al die geesteswetenschap in zijn bagage, heeft De Feyter nodig, omdat kinderen met een leerstoornis, zoals dyscalculie, binnenkomen met een optelsom van psychische ellende. Veel kinderen die voortdurend struikelen tijdens het rekenen, krijgen daardoor namelijk last van faalangst, een negatief zelfbeeld en ze vertonen vermijdingsgedrag, opdat ze niet zullen terechtkomen in een situatie waarin ze opnieuw de mist in zullen gaan.

Een hulpverlener als De Feyter moet dus wel moeite hebben met een beslissing als die van de staatssecretaris, die leerlingen met dyscalculie zonder pardon het eindexamen wiskunde injaagt. Neeneenee, juist niet, reageert De Feyter. De tijd dat middelbare scholieren wiskunde mochten laten vallen, ligt achter ons. Een milde vorm zit in elk eindexamenpakket. En dat is maar goed ook, want voor het leeuwendeel van de vervolgopleidingen is basale kennis van wiskunde dwingend noodzakelijk. Dus werkt het alleen maar tegen die leerlingen, wanneer ze dat vak bij voorbaat terzijde mogen schuiven.

Wat volgens De Feyter wel nodig is? Er moeten voor scholieren met dyscalculie speciale voorzieningen en regelingen komen, vergelijkbaar met die voor dyslectici. Dat betekent bijspijkeren, bijvoorbeeld door ze gericht te trainen in het werken met een rekenmachine. En tijdens het examen moeten ze extra lang de tijd krijgen om de opdrachten te maken. Zo worden ze na dat eindexamen de wiskunde in hun vervolgopleiding ook de baas.

FOTO FRANK SCHALLMAIER

Schoolvakken ; Scholieren en studenten ; Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



74 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Algemeen Dagblad


June 15, 2001


SECTION: Binnenland; Pg. 3


LENGTH: 87 words


HEADLINE: Toch examen voor cijferblinden


DATELINE: Zoetermeer


BODY:

Havo- en vwo-scholieren met een rekenstoornis moeten gewoon examen doen in wiskunde. Staatssecretaris Adelmund wil leerlingen die lijden aan dyscalculie - cijferblindheid - geen vrijstelling geven voor dit vak, zo schrijft zij aan de Tweede Kamer. Dit jaar kwamen er enkele verzoeken binnen voor vrijstelling van de in vwo en havo verplichte wiskunde. 'Scholieren zonder enige rekenvaardigheid kunnen beter geen havo of vwo volgen', aldus Adelmund.

Voortgezet onderwijs ; Scholieren en studenten ; Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 12, 2003



75 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


June 15, 2001


SECTION: Binnenland; Pg. 3


LENGTH: 55 words


HEADLINE: Wiskunde-examen ook bij rekenstoornis verplicht


SOURCE: ANP


BYLINE: (ANP)


BODY:

ZOETERMEER - Havo- en vwo-scholieren met een rekenstoornis moeten gewoon examen doen in wiskunde. Staatssecretaris Adelmund wil leerlingen die lijden aan zogeheten dyscalculie geen vrijstelling geven voor dit vak.

Schoolvakken ; Voortgezet onderwijs ; Wiskunde ; Wetenschap en Techniek ; Exacte Wetenschappen ; Onderwijs


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



76 of 87 DOCUMENTS


© 2001 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
Rotterdams Dagblad


June 15, 2001


SECTION: Binnenland; Pg. 705


LENGTH: 95 words


HEADLINE: Wiskunde is en blijft verplicht


DATELINE: Zoetermeer


BODY:

Havo- en vwo-scholieren met een rekenstoornis moeten gewoon examen doen in wiskunde. Staatssecretaris Adelmund wil leerlingen die lijden aan zogeheten dyscalculie geen vrijstelling geven voor dit vak, schrijft zij aan de Tweede Kamer.

Een rekenstoornis is de getallenvariant van woordblindheid (dyslexie). Wiskunde is echter verplicht in alle profielen van vwo en havo. "Dat is een bewuste keuze," aldus Adelmund in haar brief. Leerlingen die slecht zijn in rekenen kunnen het profiel 'cultuur en maatschappij' kiezen, waar wiskunde het gemakkelijkst is.


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



77 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2001 Het Financieele Dagblad  
Het Financieele Dagblad


June 15, 2001


SECTION: Korte Berichten


LENGTH: 85 words


HEADLINE: ZWAKKE SCHOLIER VERPLICHT WISKUNDE


BODY:
van onze redacteur

- Havo- en vwo-scholieren met een rekenstoornis moeten gewoon examen doen in wiskunde. Staatssecretaris Adelmund wil leerlingen die lijden aan zogenaamde dyscalculie geen vrijstelling geven voor dit vak, zo schrijft zij aan de Tweede Kamer.

Een rekenstoornis is de getallenvariant van woordblindheid (dyslectie). Vorig jaar zijn verzoeken ingediend om vrijstelling van wiskunde, op havo en vwo verplicht in alle profielen. 'Dat is een bewuste keuze', zo schrijft Adelmund.


LANGUAGE: Dutch / Flemmish


LOAD-DATE: June 14, 2001



78 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2001 Stichting Algemeen Nederlands Persbureau  
Algemeen Nederlands Persbureau ANP


June 14, 2001  
21:27 Central European Time


SECTION: BINNENLAND


LENGTH: 321 words


HEADLINE: TWEEDE KAMER Wiskunde verplicht voor leerling met rekenstoornis


Roerig


DATELINE: ZOETERMEER (ANP)


BODY:

Havo- en vwo-scholieren met een rekenstoornis moeten gewoon examen doen in wiskunde. Staatssecretaris Adelmund wil leerlingen die lijden aan zogenaamde dyscalculie geen vrijstelling geven voor dit vak, zo schrijft zij aan de Tweede Kamer.

Een rekenstoornis is de getallenvariant van woordblindheid (dyslectie). Afgelopen jaar zijn ,,enkele verzoeken'' ingediend voor vrijstelling van wiskunde. Dit vak is verplicht in alle profielen van vwo en havo. ,,Dat is een bewuste keuze'', aldus Adelmund in haar brief.

Leerlingen die slecht zijn in rekenen kunnen het profiel 'cultuur en maatschappij' kiezen, waar wiskunde het gemakkelijkst is. Scholieren zonder enige rekenvaardigheid kunnen beter geen havo of vwo volgen, aldus de staatssecretaris.

Volgens de bewindsvrouw is het effect van dyscalculie niet te vergelijken met dyslectie, waarbij wel vrijstelling voor vreemde talen mogelijk is. Woordblinde leerlingen krijgen bij alle vakken toch te maken met taal. Hun 'cijferblinde' klasgenoten hebben slechts te maken met een probleemvak.

Volgens internationale gegevens gaat dyscalculie vaak gepaard met andere leerstoornissen op het gebied van taal, geheugen of aandacht. Havo en vwo zijn voor deze leerlingen daarom waarschijnlijk te moeilijk, meent Adelmund.

Veel kinderen hebben problemen met rekenen, maar dit betekent niet dat zij een rekenstoornis hebben. Deze aandoening is meestal aangeboren. Al heel snel blijkt bij de kinderen dat zij nauwelijks rekenkundig en ruimtelijk inzicht hebben. Vooral in groep 7 van de basisschool wordt dit vaak goed zichtbaar, omdat dan de meeste nieuwe rekenstof wordt aangeboden. Een rekenmachine kan de schoolloopbaan van een kind met dyscalculie flink verlichten.

Internationaal onderzoek toont aan dat, net als bij dyslectie, zo'n 6 procent van de mensen met dyscalculie kampt, zo meldde T. Braams vorig jaar in het Tijdschrift voor Remedial Teaching.


LOAD-DATE: June 15, 2001



79 of 87 DOCUMENTS


© 2000 Het Parool  
Het Parool


June 17, 2000


SECTION: Zaterdag; Pg. 27


LENGTH: 1619 words


HEADLINE: Ik keek nooit op mijn lezeressen neer


BYLINE: LEONOOR WAGENAAR


DATELINE: Rotterdam Zuid


BODY:

Jan Kruis (1933) is de schepper van Libelle-strip Jan, Jans en de kinderen, het gezin dat nooit ouder werd, zodat moeder Jans na 25 jaar nog in verwachting kon raken. Vorig jaar verkocht hij alle rechten aan VNU; de strip wordt voortgezet door Studio Jan Kruis. Op 2 juli opent zijn overzichtstentoonstelling in Slot Zeist.

'Ik stond op het punt zeven te worden toen de oorlog uitbrak, en die periode heb ik heel intens beleefd. De familie van mijn vader woonde aan de andere kant van de stad, daar waar je de rookkolommen zag opstijgen na het bombardement. Natuurlijk was het een spannende tijd. De Duitse gevechtsvliegtuigen spraken me enorm aan, ik heb er ontelbaar veel nagetekend, met angstaanjagend veel gevechtskoepels. Maar je voelde als kind de angst van je ouders, vooral over het lot van de familie, en langzaam kroop van alle kanten de dreiging er tastbaar in. Mijn vader was portier in de haven en op zijn manier pleegde hij openlijk verzet. Hij weigerde bijvoorbeeld een Ausweis te dragen.'

'Nou is Rotterdam de stad van de mariniers, en voor de kapel liep een legendarische tamboer-majoor, Witteveen, zo'n houwdegen met een geweldige rode snor. Als hij met zijn stok zwaaide, liep de halve stad voor hem uit. En op een keer, we zagen hem al in de verte, voerde hij de Hitlerjugend aan. Mijn vader was zo verschrikkelijk kwaad, hij stond naast me te vloeken van woede. Dus dwong hij me om, samen met hem, op de rand van de stoep demonstratief met onze rug naar het feest te gaan staan. Heimelijk vond ik dat wel jammer; ik had best even willen kijken.'

'Ik herinner me, toen het puin was geruimd, hoe mijn ouders in de tram zaten en dikke tranen huilden. Hun hele verleden was weggevaagd. Het heeft ons, de opgroeiende jeugd van na de oorlog, mede bepaald, dat kale hart met noodwoningen waar werkelijk niets te beleven viel. Toen ik als liftertje naar Amsterdam trok, ja, dat was de grote wereld!'

Hoogvlieger

'Helaas, op school wilde het niet zo vlotten, in deze tijd zou ik op de lom-school terecht zijn gekomen. Pas onlangs heb ik begrepen dat ik niet noodzakelijk dom ben, maar dat ik lijd aan dyscalculie, dus dyslexie maar dan met cijfertjes. Gelukkig kon ik tekenen en daar heb ik het altijd mee gered. Mijn vader was heel trots op me. Hij had ook altijd wel een tekening van me in zijn portefeuille. Als hij dan in het posthuis op de kade zat, liet hij heel terloops die tekening rondgaan. Een kunstschilder die het onder ogen kreeg, zei: 'Op de academie worden ook middagcursussen gegeven, stuur hem daar naartoe!' Mijn vader is met de directeur gaan praten en op m'n dertiende zat ik dus opeens gipsen en stillevens te tekenen.'

'Het was zo'n gedegen opleiding, dat ik slaagde op de mulo. Bij het eindexamen werden de cijfers van alle vakken opgeteld en gedeeld, en door mijn Keulse potten kreeg ik een tien voor tekenen, waarmee ik de andere cijfers op kon halen. Op de academie heb ik de afdeling reclame gekozen, tot grote opluchting van mijn vader. En toen ik klaar was, is het ook meteen als een trein gaan lopen. Ik nam werk mee naar huis van het reclamebureau. Met een tekeningetje van een puddinkje bleek ik op een avond veertig gulden te verdienen, stond mijn hele familie in bewondering om me heen. Ja, met die pudding ben ik enorm in hun achting gestegen!'

Jan, Jans en de kinderen

'Strips zijn altijd mijn grote passie geweest. Alleen, Sjors en Sjimmie, ik heb ze een jaar of twee getekend, maar ik was er nooit blij mee. Het was te weinig van mezelf. Bovendien, lange verhalen, dat is niet mijn sterkste kant. Libelle had toen nog Bessie Turf, daar wilde de redactie eigenlijk van af. Toen kwam ik met dat idee van de familiestrip; 12 december 1970 verscheen de eerste. Mijn keuze om halsoverkop een strip te beginnen, was beperkt. Want dan moet je ergens verstand van hebben en ik had nergens verstand van. Behalve hoe het is om getrouwd te zijn en twee dochters te hebben.'

'Nee, ik heb nooit op mijn lezeressen neergekeken. Ik heb mijn publiek altijd gekoesterd. Ach, en toen ik met mijn vriend Joop Wiggers met die albums begon, kregen we zo'n breed bereik. Van de 25 boeken die ik zelf heb getekend, zijn er vier miljoen verkocht! Aanvankelijk vond men in het stripschapwereldje hier en daar wel dat ik te burgerlijk was. Het waren de jaren zeventig, dus moest alles opeens over neuken gaan. Werd van mij verwacht dat ik Jan en Jans in het alternatieve circuit opeens in allerlei orgies zou storten. Nee, daar had ik geen schik in, dat paste niet in zo'n strip. In 1980 heb ik toch de Stripschapprijs gekregen!'

Bevroren figuurtjes

'Catootje en Karlijn zijn nooit ouder geworden, nee. Aanvankelijk hebben onze meiden wel model voor ze gestaan, maar ik wilde ze niet laten meegroeien, dan worden het maar van die lerpen van achttien, gaan ze het huis uit, en daar zit ik dan. Jans, ik heb vaak met de gedachte gespeeld haar zwanger te laten worden. En toen het mijn dochter overkwam, heb ik gezegd: 'Nu ga ik met je meelopen.' Want die hele kraamcultuur is enorm veranderd en nu had ik de kans dat hele gehannes met de vroedvrouw en zwangerschapsgymnastiek van dichtbij mee te maken. Het resultaat is Gertje, ik heb hem bevroren op anderhalf jaar. Ja, wreed, he? Ook de dieren zijn niet veranderd. Terwijl de Grote Rooie je-weet-wel kater al in Rotterdam bij een verhuizing is weggelopen, de Siamees Loedertje hier is overreden en de teckels, het waren er twee, een vroege maar natuurlijke dood zijn gestorven. Toch is de rooie kater het boegbeeld van de strip geworden, echt een karakter waar ik mee uit de voeten kon. Hij praatte zo lekker weg.'

Cirkeltje

'Ik ben geen virtuoos, dus als ik een gezicht maak, begin ik met een bolletje met daardoor een streepje. Kijk, dit is mijn signeer-Cato, een middenlijntje, dan pas het neusje, de oogjes en vervolgens van binnen naar buiten verder werken. Het blijft een heel getob.'

Mantinge

'Mijn dochters waren ontluikende stadskinderen, zestien en dertien jaar. Zie je die pony achter in de wei? Dat is Kobus uit de strip, in het echt heet hij Fury en ik heb in 1976 Andrea echt met hem naar Drenthe gelokt. Alletwee zouden ze een paard krijgen. Nu is Leontien rij-instructeur en heeft ze met haar gezin een eigen boerderij aan de overkant, dus lopen hier de kleinkinderen over het erf. Andrea, mijn Catootje, woont in Groningen. Ze is in mijn voetsporen getreden met een eigen familiestrip in de Margriet. Maar toen haar dochter een peuter werd, is ze gestopt. Het was gewoon niet meer vol te houden.'

Deadline

'Een hel! Dertig jaar liep ik er elke week tegenaan, het legt zo'n vreselijke druk op je. Steeds weer dat lege vel, dat is echt killing. Ik ben natuurlijk altijd een ontzettende zeur geweest, want van Jan, Jans zitten we hier nu wel riant in de weilanden, maar echt, al na nummertje drie dacht ik dat het ook mijn laatste zou zijn. Dus dan riep ik weer tegen de redactie dat ik nou echt geen zin meer had. Om vervolgens weer mokkend aan de slag te gaan. Er is me wel een bonus in het vooruitzicht gesteld, een geldbedrag als ik meer dan 44 pagina's zou maken. Is me nooit gelukt. Net zomin als vooruitwerken. In de grote vakantie nam ik gewoon vrij.'

Portretten

'In 1975 publiceerde Libelle een serie dubbelportretten. Jojanneke Claassen voerde de gesprekken en ik ging mee met mijn schetsboek en een zwartwitcamera. Majoor Bosshardt en Albert Mol lukte, dus ik dacht: je, wat is dit leuk. Toen Christine Deutekom, ik kreeg er echt lol in. Om de geinterviewde te laten zien dat ze iets meer dan een rode kater konden verwachten, nam ik dan een afbeelding mee. Carmiggelt liet ik bijvoorbeeld Duys zien. Hij kijkt en zegt: 'Nou, dan heeft u hem toch getroffen op een van zijn weinige diepzinnige momenten!' Terwijl Duys juist zo aardig tegen ons was. Toon Hermans weer niet, dat vond ik zo'n oliebol, niet te genieten. Het is ook niks geworden, echt een portret van een oliebol. Ik ben er later voor mijn eigen lol mee doorgegaan, Toonder, Peter van Straaten. En er zullen wel meer komen, ik heb nu de tijd aan mezelf.'

Afscheid

'Ik werd 65. Maar wat meer telde: na zo veel jaren echt van de ene aflevering naar de volgende te hebben gestruikeld, vond ik het wel mooi geweest. Maar de VNU wilde doorgaan; het is zo'n succesformule gebleken. Januari 1999 hebben ze de auteursrechten overgenomen en tekent Studio Jan Kruis hem verder. Die naam is pro forma, want al spoedig bleken ze niet te zitten wachten op mijn advies. Liep ik ze daar alleen maar voor de voeten. Opeens was ik mijn macht kwijt, ze deden niet wat ik zei. Nu ben ik een ontaarde vader, mijn kindertjes wonen aan de overkant, worden door een ander in bed gestopt, krijgen jasjes aan die ik ze nooit gegeven heb. Hoogst ongelukkig was ik ermee, ik heb nooit gedacht dat het me emotioneel zo zou aangrijpen.'

'Je ziet het verschil, ik natuurlijk helemaal, de rooie je-weet-wel kater is opeens een heel ander beest geworden. Er kwamen nieuwe karakters die ik nooit zo zou maken. Nou ja, ik ben natuurlijk de laatste die moet oordelen, ik ben nog veel te betrokken. Dus probeer ik nu wat te relativeren. En dat lukt steeds beter. Het valt toch ook niet mee voor die jongens!'

Hugo Walker

'Zegt me niks. Een voetbalcommentator? Ik kijk nooit naar sport. Ja, die eerste wedstrijd afgelopen zondag, maar dat vond ik zo onbevredigend, ik trek het me toch ook wel aan. Dus dan zit ik daar met kloppend hart, moet ik weer naar buiten. Nee, dat doe ik nooit meer.'

Expositie Slot Zeist, 4 juli-17 september, dinsdag t/m vrijdag 11-17 uur, zaterdag en zondag 13-17 uur. Informatie: 030.6921704.

FOTO WUBBO DE JONG

Tekenkunst ; Kunst en Cultuur ; Kunst ; Beeldende Kunst


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 9, 2003



80 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2000 Eindhovens Dagblad  
Eindhovens Dagblad


May 12, 2000


LENGTH: 328 words


HEADLINE: Korte berichten ED Oost


BODY:

NUENEN

Fietsdriedaagse

De werkgroep Senioren van de stichting 'Nuenen ca 2000 deur' heeft een fietsdriedaagse georganiseerd voor alle ouderen uit Nuenen ca en andere belangstellenden. Op dinsdag 23, woensdag 24 en donderdag 25 mei wordt vanaf 9.30 uur (tot 12.00 uur) gestart bij het Het Klooster. Er is een lange (60 kilometer) en een korte (30 kilometer) route. De route eindigt ook weer bij 'Het Klooster'. Een routebeschrijving kost f. 2,50. Voor meer info: 040 -2840028. Edu-kinesiologie

In de bibliotheek van Nuenen geeft Alja van de Burg dinsdag 6 juni een lezing over het herkennen van leer- en leefproblemen bij kinderen en volwassenen, Edu -kinesiologie genaamd.Edu-kinesiologie is een methode die verband legt tussen het cooerdinatievermogen van de mens en het lees- en leervermogen. Dit cooerdinatievermogen wordt bepaald door de samenwerking tussen de linker en rechter hersenhelft. Wanneer deze samenwerking blokkeert, kunnen problemen ontstaan zoals concentratiestoornissen, leesproblemen (dyslexie), rekenproblemen (dyscalculie), problemen met de motoriek (schrijven en sporten), gedragsproblemen (hyperactief, onzeker) en angsten, allergieen en stress.Met behulp van Edu-kinesiologie worden de problemen opgespoord en gecorrigeerd met eenvoudige oefeningen die iedereen kan toepassen.Kaarten voor de lezing op dinsdag 6 juni van acht tot tien uur kosten vijf gulden en zijn verkrijgbaar tijdens de openingsuren bij het bureau klantenservice van de bibliotheek.MIERLO Straatvoetbalin Mierlo De teams FC Brandevoort, Van Rodestraat, FC Hertshooi, Gerst, FC Daemenstraat, Mierlomarkt, 't Lijndje, Rota JC, FC Langenakker 1, FC Langenakker 2, Meidoorn, Overakker, V.W.J.C., Brugstraat, FC De Streep, Loeswijk/Bekelaar, FC De Loo en FC Zonnedauw doen dit jaar mee aan het straatvoetbaltoernooi in Mierlo. Het is voor de 22e keer dat voetbalvereniging Mifano en de commissie straatvoetbal het toernooi op sportpark De Ark houden.Woensdag om 19.10 uur start de eerste wedstrijd. De finale wordt gespeeld op zaterdag 27 mei.Naast het straatvoetbaltoernooi zijn ook enkele nevenactiviteiten georganiseerd. Zo staat voor zaterdag 20 mei 14.30 uur een veteranen-straatvoetbaltoernooi (42 -plussers) op het programma. Vrijdag 26 mei vanaf 19.00 uur wordt gestreden om de 'penalty straatvoetbalcup'. Penaltyspecialisten van de deelnemende teams zullen de doelmannen Wilburt Need (Volendam) en Harrie van Hout (oud-doelman Mifano 1) onder vuur nemen.


LOAD-DATE: May 15, 2000



81 of 87 DOCUMENTS


© 2000 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


February 25, 2000


SECTION: cicero; Pg. 27


LENGTH: 1638 words


HEADLINE: De broer die nooit kwam ; 'DE TWEEDE MAN' IS EEN BEWIJS VAN GROOTMEESTERSCHAP.


BYLINE: ALEID TRUIJENS


BODY:

FAMILIE is lastig, maar zonder familie gaat het niet. Broers en zussen met wie je genen en vroege herinneringen deelt, kunnen een tiranniek beroep doen op aandacht en liefde. Dat mag, want je bent familie. Maar eenmaal volwassen kunnen ze je net zo makkelijk als een vlieg van hun schouder vegen - dat mag ook, want tot vriendschap zijn ze niet verplicht. Ze bieden een hinderlijk voorbeeld, van hoe het niet moet, of hoe het ook had gekund. Ze zijn ongevraagd spiegel en graadmeter. Maar zonder knellende bloedbanden is een mens weerloos. Dan is hij is overgeleverd aan liefde en haat van mensen die hem daartoe als speelbal hebben uitverkoren. Afhankelijk van de luimen van het lot.

Daarover gaat De tweede man, de langverwachte grote roman van Doeschka Meijsing. Het is de geschiedenis van een ondergang. Het verhaal van een geboren tweede man, dat eindigt in drankzucht en eenzaamheid.

Robert Martin is classicus, bijna vijftig, gescheiden en niet ongelukkig. Hij leidt een geritualiseerd bestaan van lesgeven, joggen, eten en drinken. Zo nu en dan schrijft hij een gedicht; hij publiceerde een paar bundels, kreeg eens een literaire prijs. Maar Robert Martin is een wachtende. Hij, een wees die op tweejarige leeftijd door zijn moeder werd verlaten, snakt al een halve eeuw naar de terugkeer van zijn twintig jaar oudere broer Alexander. Alexander de soldaat, de avonturier, de sjacheraar, de rentenier op Cyprus, maar voor hem altijd Alexander de Grote, de onbereikbare.

Drie keer heeft hij hem gezien, en het waren de gelukkigste weken in zijn leven. Maar het kleine broertje wordt als een vlieg van de sterke schouder geveegd. Hij moet het doen met vage beloften op ansichtkaarten. Als Alexander sterft, wordt hij kaltgestellt met een paar miljoen, en een geheimzinnige steen. Die erfenis luidt zijn einde in.

Roberts ondergang voltrekt zich niet in een loodrechte daling. Onderweg opent zich telkens een lokkend verschiet.

Er is een grote liefde in Rome, Anna, en een grote vriendschap in Oxford, met Isaak, een joodse geleerde die broedt op de grote ontmaskering van het christendom, waarvoor de Dode-Zeerollen bewijzen leveren. Er is een zeereis, en een alcoholisch, maar louterend verblijf in Dakar, aan de zijde van de stervende, ontgoochelde liedjesschrijver Sam Smart. Er zijn nieuwe vrienden, een schijnfamilie, in Alexanders villa op Cyprus, die hij deelde met zijn minnaar Chaim, een mooie bedoe ienenjongen, en vijf verlopen intellectuelen. En er gloort zelfs een schrijverschap. Robert krijgt een prachtig onderwerp in de schoot geworpen voor een roman: het verhaal van de vriendschap tussen Alexander de Grote en Hefaistion, van de godgelijke veroveraar en zijn schaduw, de tweede man zonder wie de eerste nooit groot had kunnen worden.

Al die verhaallijnen komen samen in het verbluffende slot van De tweede man. Dat einde, een tragisch demasque, doet zich na alle reddingspogingen waarin je vierhonderd pagina's lang, soms met tegenzin, bent meegesleurd, voor als onontkoombaar. Die dwingende kracht is niet het noodlot dat nu eenmaal toehapt waar het wil, maar de ijzeren hand van Doeschka Meijsing. De tweede man is een meesterlijke roman. Geen volmaakte roman, geen proza dat op iedere pagina schittert, maar letterlijk een bewijs van grootmeesterschap. Een roman die de waarheid in het gezicht slingert, op de illusoire wijze waarop literatuur waar kan zijn. Een gebouw dat staat en dat, als je eenmaal aan de eigenzinnige architectuur bent gewend, nog tijden meekan.

Tijdens het lezen van De tweede man zijn er momenten van twijfel aan dat meesterschap. Op eenderde, halverwege, op tweederde van het boek, maar dan niet meer. De 'vondst' waarop het verhaal aanvankelijk lijkt te drijven, is al te wonderbaarlijk. De rare steen die Robert erfde, blijkt een wonder te verbergen. Ooit nam Chaim, behorend tot de Ta'amireh-familie die de Dode-Zee rollen ontdekte - en die met een schijntje door de westerlingen werd afgepoeierd, waarna de dominicanen de ontluisterende informatie bewaakten 'als een kloek haar eieren' - de steen mee; hij ook een jongensschat. Maar als Robert jaren later aan de steen peutert, blijkt het een blok leem. In zijn binnenste zit een kokertje. En in dat kokertje zit een brief. Robert, de classicus, ontcijfert en identificeert de krabbels als een brief van Aristoteles aan zijn vroegere leerling Hefaistion, de boezemvriend, helper en minnaar van Alexander de Grote. Robert deelt zijn geheim met zijn boezemvriend, de geleerde Izaak.

Die vondst opent de deur naar een nieuwe vondst: Roberts verbeelding wordt in gang gezet, hij identificeert zich met Hefaistion, de man die alles kon, maar nergens de beste in was; een eeuwige tweede, net als hij. Een vriend die, toen zijn minnaar zich alleen nog met de goden kon meten, luchtig aan de kant werd gezet. En op dat moment vrees je dat de aanzetten tot die historische roman, Roberts manuscript, het boek met een voorspelbare plot en een voorspelbare parallellie met het verhaal van de broers Robert en Alexander, in een dreunende regelmaat de helft van deze roman gaan beheersen. Een roman in een roman, zoals de spelregels van De Revisor het voorschreven.

Daar gaan we weer, denk je dan, weer zo'n passage die klinkt als een keurige gymnasiale vertaling: 'Ook hij schreeuwde, woest, ontembaar en hij voelde hoe hij een werd met zijn paard, hoe zijn paard bijna met een eigen wil keer op keer doel trof en hoe geweldig gezang in hem opkwam dat hij hoog en rauw zong, terwijl hij links en rechts paarden in de flank trof. . .'

Dat gebeurt niet. Gelukkig niet. Robert mist de bevlogenheid van een schrijver. Hij droomt te veel en hij drinkt te veel. En hij is gewoon te rijk. Maar ook dat motief bungelt losjes aan een draad. Robert kan niet met geld omgaan, denk je, en dat zal hem ten val brengen. Hij kan immers niet rekenen, sterker, hij is blind voor getallen. 'Dyslexie' heet zijn kwaal hier vreemd genoeg, waarmee 'dyscalculie' bedoeld zal zijn, want lezen kan hij als de beste, voor iedere situatie heeft hij beroemde dichtregels paraat. Maar afgezien van die vergissing, de kwaal speelt geen enkele rol: Robert wordt slechts een keer bestolen, in een bordeel in Tanger, en zijn geld wordt keurig beheerd. Hij zal alleen niet lang genoeg leven om het op te drinken.

Ook dat thema, de makkelijke overwinning van Koning Alcohol, dreigt even de overhand te krijgen. In Dakar ontmoet Robert Sam Smart. Sinds niemand zijn liedjes wilde spelen en zijn vrouw hem verliet, is hij een 'Labbekak'. En om dat te bezegelen drinkt hij zich dood in, waarom niet, de Totobar in Dakar. Robert, verlaten door Anna, bedrogen door Izaak, schuift bij hem aan - 'Ik behoorde tot de wereldwijde gemeenschap van broeders in het leed' - en dan begint het grote zwelgen en slempen. Het is een prachtig, melancholiek personage, deze Sam met zijn verhalen over zijn zingende moeder in het huishoudelijke-artikelenwinkeltje in Baltimore, over de bandleider die, omdat hij zijn succes niet aankon, zijn bandleden belasterde. Om het uiteenvallen voor te zijn: 'Zoals alles uit elkaar valt', zei Sam, 'begrijp je.'

Robert begrijpt het. Zoals hij ook begrijpt dat in een wereld waarin mensen tevreden hun pitrieten lampenkapjes vlechten, voor een rijke drinkebroer geen plaats is. En dat zijn broer Alexander zich dood heeft gedronken. En dat ook die andere halfgod Alexander, om de val voor te zijn, zich dood heeft gedronken. Zodat Robert geen andere keuze rest. Maar na een intermezzo van vijftig pagina's in de Totobar met zijn pitrieten lampenkapjes, de grote, begrijpende neger achter de tap die geduldig bijschenkt, wordt het voor de roman hoog tijd om Dakar te verlaten. Robert vertrekt naar de enige plek die hij kan bedenken, Alexanders huis op Cyprus, het huis van de verloren mannen.

De laatste honderd pagina's van De tweede man zijn van een grote schoonheid. Alles valt op z'n plaats, maar alles valt op een andere plaats dan leek voorbestemd. In de epiloog van een mislukt leven knoopt Doeschka Meijsing niet plichtmatig de eindjes aan elkaar. Ze heeft de moed iedere verwachting krachtig onderuit te halen. Met pijnlijk inzicht toont ze hoe in Robert kortstondig, in een laatste oprisping, Alexanders macht herleeft. Hij laat de vervallen boel opknappen, zet een hoge borst op, houdt de apathische mannen eronder. Even denkt hij zelfs dat de ondoorgrondelijke, ontwortelde Chaim bij de erfenis hoort en voortaan hem zal dienen. Maar het is dronkemansmacht. Roberts leven is zelfs in zijn neergang een parodie op dat van zijn broer; hij is niet slecht genoeg. Als Izaak, zijn enige vriend, op het eiland arriveert is een mededeling genoeg om al zijn illusies te vernietigen.

Uiteindelijk is De tweede man geen elegante vertelling met driedubbele bodem, geen ode aan de klassieken, de poezie en de vriendschap, ook al is het dat allemaal een beetje. De roman gaat over drinken. Zorgen dat er genoeg drank in de kast staat, is laatste ambitie van een man die nooit iemands eerste keus was. Wat Robert ontbreekt is niet de kracht om te stoppen met drinken, maar de noodzaak het te willen. Niemand wil hem tegenhouden. Dat bodemloze verdriet maakt Doeschka Meijsing op hartverscheurende wijze voelbaar. Haar nieuwe roman combineert het beste van haar twee werelden: de tomeloze, maar naar pathos neigende emoties in een roman als De beproeving en de cerebrale vormbeheersing van Utopia, of Tijger, tijger!. Beide stadia zijn voorbij. Het is nu liefde, of geen liefde. De rest is omweg, afleiding of domweg tijdverspilling.

Doeschka Meijsing: De tweede man.

Querido; 398 pagina's; fl 42,50 (paperback); fl 55,- (gebonden).

ISBN 90 214 7513 8.

ISBN 90 214 7512 X.

Doeschka Meijsing FOTO TESSA POSTHUMA DE BOER

Kunst en Cultuur ; Kunst ; Taal- en Letterkunde ; Literatuur


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



82 of 87 DOCUMENTS


Copyright 2000 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


January 18, 2000


LENGTH: 442 words


HEADLINE: Column onderwijs: Inhaalslag dyslexie


Door Emmanuale Naaijkens


BODY:

Albert Einstein had het en toch werd hij misschien wel de belangrijkste wetenschapper van de vorige eeuw: dyslexie. Het is een vaak aangehaald voorbeeld om te laten zien dat mensen die dyslectisch zijn het toch ver kunnen schoppen. In het spraakgebruik wordt dyslexie vaak omschreven als 'woordblind', een wat bedriegelijke benaming, want het heeft niets met de kwaliteit van de ogen te maken. Deskundigen spreken liever van lees- en spellingsproblemen, veroorzaakt door een 'foutje' in de hersenen.

Tot voor enkele jaren was er in het gewone onderwijs niet zoveel aandacht voor dyslexie bij leerlingen, maar inmiddels buitelen de deskundigen over elkaar om het verschijnsel aan te pakken. Remedial teachers (leerkrachten gespecialiseerd in de aanpak van leerproblemen van kinderen) zijn kind aan huis in de scholen. Particuliere instituten bieden nu ook via internet hun diensten aan. Een zelfs met een zelftest (75 gulden) en een dure vervolgtest (1275 gulden). De Tweede Kamer heeft in een motie vastgelegd dat ondersteuning bij dyslexie (maar ook ADHD en autisme) verbeterd moet worden. Brugklassers worden vrijwel standaard getoetst op dyslexie en dyscalculie (rekenprobleem). Er zijn mensen in het onderwijs die menen dat de inhaalslag nu naar de andere kant dreigt door te slaan. Dyslexie is namelijk een erkende handicap en leerlingen of studenten die dyslectisch zijn, mogen langer over hun examen doen. Van deze voorziening zou echter in toenemende mate oneigenlijk gebruik worden gemaakt.Of dat inderdaad zo is, valt niet te achterhalen. Vast staat wel dat het aantal examenkandidaten in het voortgezet onderwijs dat vorig jaar een beroep deed op de faciliteiten (3572 leerlingen) aanzienlijk hoger lag dan in 1996 (2682 leerlingen). In 1999 betrof het ongeveer 1,5 procent van alle kandidaten. De onderwijsinspectie staat voor een raadsel. Om oneigenlijk gebruik tegen te gaan, moet namelijk sinds twee jaar een verklaring van een psycholoog of orthopedagoog overlegd worden. De inspectie ging er vanuit dat het aantal dyslectische examenkandidaten daardoor zou afnemen.Het is nog maar de vraag of dat aantal inderdaad zo hoog is. Volgens de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) komt dyslexie bij vijf procent van alle kinderen tussen 6 en 12 jaar voor. (Bij jongens driemaal zoveel als bij meisjes). Onder de vlag van het NWO is inmiddels een grootschalig onderzoek gestart naar de erfelijkheidsfactoren. Maar ook iemand als drs. L. Merkelbach uit Sprang-Capelle doet al jarenlang (internationaal) onderzoek naar de oorzaken van dyslexie en de behandelmethoden.Remedial teacher Marijke van der Meer uit Moergestel trok enkele jaren geleden de aandacht met de ontwikkeling van een kwartetspel dat kinderen leert omgaan met dyslexie. De reacties op haar vinding waren overweldigend. Uit het hele land hingen scholen en ouders aan de lijn. Daaruit kwam ook naar voren dat veel kinderen een hele lijdensweg achter de rug hadden, simpelweg omdat niet tijdig onderkend was dat problemen op school het gevolg waren van dyslexie. In dat opzicht is er met een meer alerte houding in ieder geval vooruitgang geboekt.


LOAD-DATE: January 19, 2000



83 of 87 DOCUMENTS


Copyright 1999 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


September 21, 1999


LENGTH: 333 words


HEADLINE: 'Ouders investeren in hun kinderen'


BODY:

emedial teacher Elly Herfst opent praktijk in Sprang-Capelle
 
  Na achttien jaar les geven op een basisschool sloot Elly Herfst-Van Andel zich aan bij de Landelijke Beroepsvereniging voor Remedial Teachers en startte zij onlangs een eigen praktijk in Sprang-Capelle. Achttien jaar lang was Elly Herfst-Van Andel Remedial Teacher aan een basisschool. Met veel plezier. Toch had zij de laatste jaren steeds meer last van tijdsdruk. Er waren simpelweg te weinig uren om kinderen met leerproblemen adequate hulp te bieden. De meeste scholen spannen zich in tot het uiterste", vertelt mevrouw Herfst. Remedial teaching ofwel R.T. is wel verplicht in het basisonderwijs omdat elk kind recht heeft op leren lezen. Maar de school moet zelf voor de financiele middelen zorgen. En er zijn meer aandachtsgebieden die geld kosten. Uit ervaring weet ik dat ouders graag in hun kinderen investeren. Mensen rijden zelfs van Den Bosch naar Gouda voor een goede remedial teacher."Dus zegde Herfst haar baan op en begon een eigen praktijk. Ze werd lid van de Landelijke Beroepsvereniging voor Remedial Teachers. Behalve haar diploma R.T. moest ze nog heel wat meer inbrengen om Geregistreerd Remedial Teacher LBRT te worden.DyslexieBijlessen, die Herfst ook best wil geven, zijn duidelijk iets anders dan R.T. Remedial teaching wordt gegeven bij hardnekkige problemen. Er is altijd een flinke achterstand op school. Ernstige dyslexie bijvoorbeeld, gaat nooit over. Bijles kan volstaan als er een klein stukje van de leerstof niet goed opgenomen is of als een gedeelte van het fundament ontbreekt." Dyslexie is een veel voorkomend probleem. Ongeveer zes procent van de Nederlandse bevolking lijdt eraan. Het is bijna altijd erfelijk. Het komt meer voor bij jongens dan bij meisjes, vier tegen een. Door middel van R.T. leert een dyslectisch kind met zijn zwakke kanten om te gaan. Bijvoorbeeld door compensatie, maar bovenal wordt er gewerkt aan het lezen.Er wordt veel onderzoek verricht naar dyslexie. Het kan op verschillende manieren worden aangepakt. Mevrouw Herfst vertelt er enthousiast over. Ze trekt de ene na de andere studiemap van de plank in haar sfeervolle werkkamer. Dyslexie bestaat in allerlei gradaties. En in twee vormen. De P-dyslecticus blijft ondanks veel oefenen langzaam en spellend lezen. De L-dyslecticus leest snel, maar erg slordig. Omdat hij veel raadt, leest hij woorden die er niet staan."Behalve dyslexie bestaan er nog meer specifieke leerproblemen. Herfst biedt ook hulp aan kinderen met lees- of taalzwakte, spellingsproblemen en
dyscalculie ofwel rekenzwakte.HekelAls mevrouw Herfst vertelt over haar werk spreekt haar gezicht boekdelen. Ze houdt van haar vak. Je kunt zoveel bereiken", vindt ze. Ook al ben je bezig met een materie waar een kind een hekel aan heeft omdat hij er slecht in is. Daarom is goed contact met de leerling zo essentieel. Het kind moet de wil krijgen het probleem te overwinnen."Ook in het voortgezet onderwijs is veel behoefte aan R.T. maar binnen dit schooltype is dat niet mogelijk. Middelbare scholieren kunnen eveneens bij Herfst terecht. Bij een officieel vastgestelde dyslexie is zelfs examentijdverlenging mogelijk. In het algemeen kunnen mensen een tegemoetkoming in de kosten voor RT aanvragen. Daarover heeft Herfst informatie beschikbaar.Wat Herfst nu het allerleukste vindt? Een kind met een specifiek probleem", zegt zij vrolijk. Want bij zo'n kind gaat de rest van de toekomst zo lekker door."FOTO: Elly Herfst-Van Andel opende onlangs een eigen praktijk voor remedial teaching in Sprang -Capelle.Foto Frank Trommelen


LOAD-DATE: September 22, 1999



84 of 87 DOCUMENTS


© 1999 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
NRC Handelsblad


June 5, 1999


SECTION: Economie / Geld telt; Pg. 21


LENGTH: 857 words


HEADLINE: studiebegeleiding ; De prijs van...


BYLINE: DOOR DANIELLE PINEDO


BODY:

Stel uw kind wil of kan niet leren. Het heeft een gebrek aan motivatie of doorzettingsvermogen. Beschikt niet over de juiste studievaardigheden. Heeft een leerachterstand, afwijking, of lage intelligentie. Wat te doen? De ervaring leert dat leerkrachten weinig tijd en energie steken in studiebegeleiding. Een aantal scholen huurt een student, docent-in-opleiding of extern bureau in - tegen betaling uiteraard. Leerlingen die geen gebruik van hun diensten willen maken kunnen terecht bij een particulier instituut of orthopedagoog.

Er zijn, grofweg, vier soorten studiebegeleiding: vakinhoudelijke ondersteuning, studievaardigheidstraining, begeleiding bij motivatieproblemen of specifieke stoornissen zoals dyslexie. Nederland telt zo'n driehonderd particuliere begeleidingsinstituten: waar de school tekort schiet, springen zij in. Een goed maar kostbaar alternatief. Drie jaar geleden bond de Amsterdamse K. Schaapman de strijd aan met de basisschool van haar zoon, toen bleek dat hij een grote leerachterstand had opgelopen. Tom was volgens de schoolleiding geschikt voor de Mavo of het beroepsonderwijs; uit een intelligentietest bleek dat hij naar het Havo/VWO kon. Schaapman spendeerde maandelijks 380 gulden aan bijlessen van een orthopedagoog. Die kosten, zo bepaalde de rechter, mogen op de school worden verhaald.

Tom kon op zijn tiende nog geen klok kijken en had op zijn twaalfde bepaalde basisschoolvakken nog niet onder de knie. Dat kan geen toeval zijn, dacht zijn moeder. Maar er zijn ook kinderen die - om uiteenlopende redenen - thuis geen rust en regelmaat vinden; zij kunnen terecht bij een 'huiswerkhuis'. Volgens het grote arsenaal folders bieden deze instituten 'een ordelijk, doch ontspannen leerklimaat', waar scholieren 'gerust kauwgom mogen kauwen, achterover hangen of dwars op de stoel zitten'. In Huiswerkhuis Van Hest te Kaatsheuvel bereiden leerlingen zich in groepen van zeven voor op een proefwerk, examen of presentatie. Er staat een computer met Internet aansluiting, er zijn naslagwerken, woordenboeken en een atlas. Een vakdocent beantwoordt vragen, overhoort, kijkt na, prijst en moedigt aan. De kosten varieren van 137, 85 tot 205,65 per maand, afhankelijk van het aantal zittingen. Een zitting duurt een uur en drie kwartier.

Sommige huiswerkinstituten bieden ook bijlessen. Het Huiswerkinstituut NHI (hoofdkantoor Beetsterzwaag) rekent 430 gulden voor 10 individuele bijlessen van een uur voor onderbouwleerlingen en 450 gulden voor bovenbouwleerlingen. In uitzonderingsgevallen is 'thuisbegeleiding' mogelijk, tegen hetzelfde tarief plus reistoeslag van 0,60 cent per kilometer. Toch zal dat in de meeste gevallen niet nodig zijn; het NHI beschikt over eigen klaslokalen in diverse middelbare scholen in Friesland en Amstelveen. Kosten en reistijd blijven zo beperkt, aldus een woordvoerder. Een ander alternatief is het Huiswerk Instituut Loosduinen in Den Haag dat specifieke studiehuisbegeleiding voor leerlingen uit de bovenbouw van het Havo/VWO heeft ontwikkeld, op basis van het tweede fase model. Kosten: 350 tot 450 gulden per maand, afhankelijk van het aantal lessen per week. Het Instituut La Grange in Zeist biedt schoolonderzoek- en examentraining, vanaf 20 gulden per uur.

Huiswerkbegeleiding is meestal niet meer dan vakinhoudelijke ondersteuning. Bij studievaardigheidstraining daarentegen, draait het veel meer om het 'leren leren'. Bij de landelijke organisatie Studywatchers moeten ze van bijlessen niets hebben, die zouden contraproductief werken. 'Studywatchers wil het vakinhoudelijke gedeelte zoveel mogelijk laten waar het hoort: bij de betreffende vakdocent op school', meldt de brochure streng. In plaats daarvan richt de organisatie zich op het vooruit werken, plannen en indelen. De activiteiten van leerlingen worden vastgelegd in een gecomputeriseerd 'leerlingvolgsysteem'. Om de twee maanden wordt een rapportage uitgebracht, die zowel hun prestaties als 'concentratie- en probleemoplossend vermogen' belicht. De kosten varieren van 280 tot 480 gulden per maand, inclusief koffie en thee. Ook het Amsterdamse Instituut de Leeuw zweert bij het 'leren leren', al doet de aanpak - het stimuleren van de motivatie, concentratie en het verantwoordelijkheidsgevoel van leerlingen - veel milder aan.

Jonge kinderen met leesblindheid (dyslexie), dyscalculie (rekenproblemen) of faalangst kunnen zich wenden tot een onafhankelijk orthopedagoog (uurtarief: 75 gulden ) of een advies- cq. onderzoeksbureau.

Veel kinderen met dyslexie schrijven zich in bij het Amsterdamse De Feyter & Partners; ze werken er met woorden en letters van verschillend formaat, waardoor een beroep op de rechter (visueel-ruimtelijke) hersenhelft wordt gedaan. De tarieven voor behandeling en onderzoek zijn inkomensafhankelijk. Het landelijke bureau Ergoselect test tevens de taalvaardigheid en de uitspraak van allochtone leerlingen. Het uitspraakonderzoek kost 225 gulden, het taalvaardigheidsonderzoek minimaal 25 gulden. Ook staat er een individuele faalangstreductietraining op het programma (75 gulden).

Scholieren en studenten ; Onderwijs ; Financien ; Economie


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



85 of 87 DOCUMENTS


© 1998 PCM Uitgevers B.V. All rights reserved.  
de Volkskrant


September 26, 1998


SECTION: WETENSCHAP; Pg. 1


LENGTH: 1200 words


HEADLINE: De tel kwijt


BYLINE: MAARTEN EVENBLIJ


BODY:

Wie handen en voeten nodig heeft om 4 en 7 op te tellen en 2 plus 2 een breinbreker vindt, lijdt aan dyscalculie. Volgens sommige onderzoekers is dat vergelijkbaar met leesblindheid, maar een Engelse neuropsycholoog denkt dat het probleem dieper zit.

EEN JONGEMAN kwam een aantal jaar geleden terecht in het neuropsychologisch laboratorium van prof. Brian Butterworth aan het University College in Londen. Charles, die een postdoctorale opleiding psychologie volgde, was altijd slecht geweest in rekenen, maar met studeren had hij geen moeite. Butterworth liet hem een aantal testjes doen en dat was het begin van iens theorie over dyscalculie, het numerieke broertje van leesblindheid, dyslexie.

Charles bleek ongehoord slecht een willekeurig aantal stippen te kunnen tellen. Als het er niet meer dan vier zijn, doen gewone proefpersonen dat in een oogopslag. Daarna wordt het moeilijker.

Een stip zag de onfortuinlijke psychologiestudent net zo snel als andere proefpersonen, maar met twee of meer stippen had hij veel moeite. Zelfs twee stippen telde hij een voor een. Vier seconden had Charles nodig voor acht stippen, zelfs als deze keurig in rijtjes gerangschikt stonden. Gewoonlijk kan iemand dat binnen een seconde.

En ook had Charles geen flauw benul of 6 meer is dan 3 of 8 groter dan 9. Op z'n vingers telde hij het verschil uit en boven de 25 kwam hij handen te kort om de tel bij te houden. Naarmate het verschil tussen de twee cijfers groter werd, duurde het dus langer voor hij met een juist antwoord kwam. Met het lezen van cijfers had hij geen moeite, maar wel met de grootheden.

Butterworth was in zijn neurologische praktijk al eerder patienten tegengekomen die niet met getallen overweg konden, maar dat was dan een gevolg van beschadiging van hun hersenen op latere leeftijd, meestal door een beroerte. Met name de parietaalkwab in de linker hersenhelft bleek dan aangetast.

Butterworth denkt dat, hoewel dyscalculie lijkt op dyslexie, er fundamentele verschillen zijn. Afgezien nog van de definitie van dyscalculie, waartoe sommigen alleen een gestoorde omgang met cijfers rekenen, terwijl anderen er het hele veld van rekenstoornissen bij betrekken. 'Lezen en schrijven zijn veel te recent ontstaan om te hebben geleid tot de ontwikkeling van speciale circuits daarvoor in onze hersenen, terwijl het vermogen om met aantallen om te gaan juist oud is', stelt Butterworth.

Er zijn merktekens op botten en in grotten gevonden die erop wijzen dat de mens al dertigduizend jaar geleden 'de tel' bijhield; waarvan is overigens onduidelijk. Butterworth wijst erop dat dit fenomeen evolutionair gezien, veel ouder is dan lezen, want ook primaten en zelfs een aantal vogels hebben het vermogen om met aantallen om te gaan: ze herkennen aantallen tot ongeveer vier en kunnen van twee groepjes voorwerpen aangeven welk het grootste is.

Niet verwonderlijk, stelt Butterworth, want omgaan met aantallen stelt eekhoorns in staat om de tak met de meeste nootjes uit te kiezen, doet vogels besluiten om al haar jongen te voeden of er enkele op te eten en laat de leeuwin op de vlucht slaan als zij en haar groep een numeriek overwicht ontmoeten.

Butterworth: 'Dat betekent dat dit vermogen bij de geboorte al klaar ligt in onze hersenen, zonder dat we het hoeven te leren.' Onderzoek aan pasgeborenen wijst erop dat deze hetzelfde kunnen als vogels en apen, ook al zijn de bewijzen daarvoor nog niet hard.

Butterworth vreest dat er onder schoolkinderen een aantal is dat lijdt aan dyscalculie, terwijl deze leerlingen beschouwd worden als te dom of te ongeinteresseerd.

'We gaan ervan uit dat kinderen die niet kunnen rekenen te dom zijn of dat het ze slecht is uitgelegd. Een kleine groep valt daarbuiten. Wellicht zijn dat kinderen die een fundamentele stoornis hebben, zodat ze geen positie op een getallenlijn kunnen bepalen. Een interessante gedachte die het verdient om onderzocht te worden', zegt prof. dr. Arjan van der Leij, hoogleraar speciale pedagogiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Onduidelijk is hoeveel mensen met dyscalculie er rondlopen. Vijf procent is dyslectisch en laat een op de tien daarvan dyscalculie hebben, schatten sommigen. Anderen constateren dat tien tot vijftien procent van de schoolkinderen in Nederland rekenproblemen heeft, waarvan de helft zo ernstig dat het onder een - brede - definitie van dyscalculie valt.

Veel rekenproblemen hebben te maken met het (on)vermogen van de hersenen om te automatiseren: het korte tijd onthouden en bewerken van informatie. Dat is een verschijnsel dat ook dyslectici parten speelt wanneer ze de klank van bijvoorbeeld de 'b' niet aan het teken 'b' kunnen koppelen. Veel onderzoekers geloven daarom niet, zoals Butterworth, in grote verschillen tussen dyscalculie en dyslexie.

'Er zijn ook geen aanwijzingen dat de stoornissen in een andere hersenhelft zouden zitten, hoewel dyslectici wat vaker een afwijkend elektro-encefalogram laten zien dan mensen met dyscalculi', zegt dr. Hans van Luit die bij de Universiteit Utrecht rekenstoornissen onderzoekt. 'Als ik aan een kind met een rekenstoornis vraag: hoeveel is 3 plus 5?, dan komt het er wel, maar het gaat tellen. Het is een automatiseringsprobleem, waarvoor oefenen de oplossing is.'

Toch ziet Van Luit ook dat veel van zijn klantjes geen idee hebben waar het rekenen voor staat; dat ze niet begrijpen dat 13+5 eigenlijk hetzelfde is als 3+5. Het inzicht bij rekenstoornissen ontbreekt vaak volledig, constateert ook drs. Karin Berndsen die als neuropsychologe aan de Katholieke Universiteit Brabant promotie-onderzoek doet aan dyscalculie. 'Ze geven op de vraag 13+9 niet alleen een fout antwoord van bijvoorbeeld 318, maar hebben ook geen flauw idee dat dat zelfs bij benadering niet klopt. Ze hebben vaak geen idee van maten, hoeveelheden, grootheden.'

Berndsen ziet een verband tussen dyscalculi en stoornissen in andere vaardigheden zoals klokkijken en links-rechts bepaling en ruimtelijke vaardigheden, zoals tekenen. Vaardigheden zijn dat, die vooral in de rechter hersenhelft zijn gelokaliseerd. Maar even zo vaak ontbreken zulke stoornissen.

Van dyslexie wordt vermoed dat kinderen na de fase van het beginnend lezen de overschakeling van de rechter naar de linker hersenhelft niet goed maken en dat de automatisering daardoor achterwege blijft. Wellicht is dat bij dyscalculi ook het geval. Butterworth betwijfelt het. 'Ik denk dat het omgaan met aantallen een fundamenteel ander systeem in de hersenen aanspreekt. We zijn nu begonnen met onderzoek naar het functioneren van de hersenen van dyscalculi, zodat we wellicht meer over een eventuele lokalisatie kunnen zeggen.'

Bij dyslexie wordt voorzichtig geexperimenteerd met middelen die het korte-termijngeheugen stimuleren om zo de automatisering van het lezen te verbeteren. Voor dyscalculi gebeurt dat (nog) niet, maar wellicht dat de ideeen van Butterworth een nieuwe richting aan de ontwikkeling daarvan kunnen geven.

Berndsen ziet er wel wat in: 'Kinderen met dyscalculi zijn via de huidige methoden van vooral oefenen en inzicht verwerven, moeilijker te behandelen dan dyslectici.'

Maarten Evenblij

FOTO MICHAEL FERRON


LANGUAGE: DUTCH


LOAD-DATE: May 8, 2003



86 of 87 DOCUMENTS


Copyright 1998 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


March 20, 1998


LENGTH: 542 words


HEADLINE: Waalwijkse kerngroep Balans houdt avond ADHD


Door Hetty Dekkers


BODY:

Waalwijkse kerngroep Balans houdt in Kaatsheuvel avond over ADHD en dyslexie

'Alsof er geen rem op haar hersens zit'
 
  Kinderen met de hersenstoornis ADHD zijn druk, lastig en ongehoorzaam. Thuis en op school zorgen ze voor onmogelijke situaties. Veel ouders blijven er jaren mee sukkelen, zonder te weten wat hun kind mankeert.

De kerngroep Waalwijk van de vereniging
 
  Balans biedt hulp.

Een kind dat nooit stilzit, steeds aandacht moet hebben en zich nergens op kan concentreren, wordt door de omgeving al snel aangeduid als een ettertje. Vroeger werden deze lastpakken zonder aarzeling naar het speciaal onderwijs gedirigeerd. Tegenwoordig weet men dat deze kinderen een hersenstoornis kunnen hebben: ADHD. In Waalwijk is sinds kort een afdeling van de landelijke vereniging Balans.

"Er zijn zelfs huisartsen die niet weten wat ADHD is", zegt Riet Sprangers, Zij is voorzitter van de Waalwijkse afdeling van Balans, een belangenvereniging voor kinderen (en vooral hun ouders) die met gedrags- en leerproblemen kampen. Dyslexie (leesblindheid) en ADHD zijn de meest voorkomende. Ze gaan vaak gekoppeld aan dyscalculie, wat zoveel betekent als moeite hebben met rekenen. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. De ouderwetse naam luidde MBD, Minimal Brain Dysfunction. De Amerikanen hebben de hersenstoornis in de jaren tachtig ontdekt. Sindsdien is de aandacht voor de handicap (want dat is het volgens Sprangers) toegenomen, maar nog lang niet voldoende.

Sukkelen
 
  "Scholen en hulpverlenende instanties herkennen de symptomen vaak niet. Om de eenvoudige reden dat ze er niet bekend mee zijn. Veel ouders blijven daarom maar wat aan sukkelen, zonder te weten wat hun kind mankeert. Ze schamen zich er zelfs voor", zegt Sprangers. "Ze denken dat ze iets verkeerd doen in de opvoeding en voelen zich schuldig."

Ze heeft zelf een 9-jarige dochter met ADHD en weet dus van de hoed en de rand. "Een kind met ADHD is hyperactief, snel afgeleid, eist veel aandacht op en luistert slecht", zegt ze. "Dat legt een enorme druk op je gezinsleven. Op school staat zo'n kind meer op de gang dan dat het in de klas zit. Gebeurt er niets, dan wordt het van de ene school naar de andere gestuurd. In het ergste geval eindigt het in het criminele circuit."

Sprangers merkte al snel dat haar kind anders was. "Ze was impulsief, sliep weinig, kon zelfs nooit rustig zitten spelen met iets. Het was en is alsof er geen rem op haar hersenen zit. Ze kan gewoon niet rustig worden." ADHD of dyslexie gaan nooit helemaal over. Het kind en de ouders moeten ermee zien te leren leven. Er zijn wel behandelingen die verlichting geven. Met medicijnen, gedragstherapie en orthopedagogische begeleiding kan het leven voor zowel het kind als zijn omgeving een stuk draaglijker worden. Sprangers: "Kinderen met ADHD hebben een structurele aanpak nodig, zowel thuis als op school. Een vaste dagindeling thuis en remedial teaching op school kunnen goed helpen. Maar ook wat extra begrip en geduld van de leerkracht is onmisbaar." Marjan van Lit heeft twee dyslectische kinderen die inmiddels beroepsonderwijs volgen. "Elk schooljaar weer moest ik elke leraar apart benaderen en uitleggen dat mijn kinderen meer tijd nodig hebben om de lessen te kunnen volgen", vertelt zij. "Kinderen met dyslexie en ADHD zijn wat trager dan de gemiddelde leerlingen. Wat overigens niets zegt over hun intelligentie. Er zijn kinderen met ADHD en dyslexie die op het gymnasium zitten." Informatie over Balans bij Riet Sprangers, tel. 0416-334003 en Marjan van Lit, tel. 0416-380772.


GRAPHIC: Links Marjan van Lit, rechts Riet Sprangers van de Waalwijkse kerngroep van Balans. Foto Frank Trommelen --(c)BPbv1998


LOAD-DATE: September 4, 1998



87 of 87 DOCUMENTS


Copyright 1998 Brabants Dagblad  
Brabants Dagblad


March 18, 1998


LENGTH: 578 words


HEADLINE: Kerngroep Balans houdt avond over ADHD en dyslexie


Door Hetty Dekkers


BODY:

Waalwijkse kerngroep Balans houdt in Kaatsheuvel avond over ADHD en dyslexie

'Alsof er geen rem op haar hersens zit'
 
  Kinderen met de hersenstoornis ADHD zijn vaak druk, lastig en ongehoorzaam. Thuis en op school zorgen ze voor onmogelijke situaties. Veel ouders blijven er jaren mee sukkelen, zonder te weten wat hun kind mankeert. De kerngroep Waalwijk van de vereniging Balans biedt hulp.

Een kind dat nooit stilzit, steeds aandacht moet hebben en zich nergens op kan concentreren, wordt door de omgeving al snel aangeduid als een ettertje. Vroeger werden deze lastpakken zonder aarzelen naar het speciaal onderwijs gedirigeerd. Tegenwoordig weet men dat deze kinderen een hersenstoornis kunnen hebben: ADHD. In Waalwijk is sinds kort een afdeling van de landelijke vereniging Balans. Morgenhoudt de Waalwijkse kerngroep een thema-avond over dyslexie en ADHD in de Werft in Kaatsheuvel.

"Er zijn zelfs huisartsen die niet weten wat ADHD is", zegt Riet Sprangers, Zij is voorzitter van de Waalwijkse afdeling van Balans, een belangenvereniging voor kinderen (en vooral hun ouders) die met gedrags- en leerproblemen kampen. Dyslexie (leesblindheid) en ADHD zijn de meest voorkomende. Ze gaan vaak gekoppeld aan dyscalculie, wat zoveel betekent als moeite hebben met rekenen. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. De ouderwetse naam luidde MBD, Minimal Brain Dysfunction. De Amerikanen hebben de hersenstoornis in de jaren tachtig ontdekt. Sindsdien is de aandacht voor de handicap (want dat is het volgens Sprangers) toegenomen, maar nog lang niet voldoende.

Sukkelen
 
  "Scholen en hulpverlenende instanties herkennen de symptomen vaak niet. Om de eenvoudige reden dat ze er niet bekend mee zijn. Veel ouders blijven daarom maar wat aansukkelen, zonder te weten wat hun kind mankeert. Ze schamen zich er zelfs voor", zegt Sprangers. "Ze denken dat ze iets verkeerd doen in de opvoeding en voelen zich schuldig."

Ze heeft zelf een 9-jarige dochter met ADHD en weet dus van de hoed en de rand. "Een kind met ADHD is hyperactief, snel afgeleid, eist veel aandacht op en luistert slecht", zegt ze. "Dat legt een enorme druk op je gezinsleven. Op school staat zo'n kind meer op de gang dan dat het in de klas zit. Gebeurt er niets, dan wordt het van de ene school naar de andere gestuurd. In het ergste geval eindigt het in het criminele circuit."

Sprangers merkte al snel dat haar kind anders was. "Ze was impulsief, sliep weinig, kon nooit rustig zitten spelen met iets. Het was en is alsof er geen rem op haar hersenen zit. Ze kan gewoon niet rustig worden."

Nooit over
 
  ADHD en dyslexie gaan nooit helemaal over. Het kind en de ouders moeten ermee zien te leren leven. Er zijn wel behandelingen die verlichting geven. Met medicijnen, gedragstherapie en orthopedagogische begeleiding kan het leven voor zowel het kind als zijn omgeving een stuk draaglijker worden. Sprangers: "Kinderen met ADHD hebben een structurele aanpak nodig, zowel thuis als op school. Een vaste dagindeling thuis en remedial teaching op school kunnen goed helpen. Maar ook wat extra begrip en geduld van de leerkracht is onmisbaar." Marjan van Lit heeft twee dyslectische kinderen die inmiddels beroepsonderwijs volgen. "Elk schooljaar weer moest ik elke leraar apart benaderen en uitleggen dat mijn kinderen meer tijd nodig hebben om de lessen te kunnen volgen", vertelt zij. "Kinderen met dyslexie en ADHD zijn wat trager dan de gemiddelde leerlingen. Wat overigens niets zegt over hun intelligentie. Er zijn kinderen met ADHD en dyslexie die op het gymnasium zitten." Informatie over Balans bij Riet Sprangers, tel. 0416-334003 en Marjan van Lit, tel. 0416-380772. De thema-avond morgen in de Werft begint om 20.00 uur. Gastspreker is orthopedagoog drs. L. Merkelbach. Entree voor leden 2,50 gulden, niet-leden betalen 5 gulden.


GRAPHIC: Links Marjan van Lit, rechts Riet Sprangers van de Waalwijkse kerngroep van Balans. Foto Frank Trommelen


LOAD-DATE: September 4, 1998