Anna, 9 jaar, moet de tafel dekkken voor 5 personen. Maar hoeveel borden heeft ze nog nodig? Anna heeft moeilijkheden met tellen. Artsen noemen dat dyscalculie Voor haar zijn woorden die 'bewegingruimte' moeten voorstellen, gewone woorden, ze weet niet wat ze er mee aan moet. Tot en met het cijfer 5 heeft ze moeite zich voor te stellen om welke hoeveelheid het gaat. Met getallen die nog hoger zijn, worden de dingen wel erg ingewikkeld. Anna: Onder het getal 100 lukt het me nog om te tellen. Daarna tel ik 10 per 10, of 5 per 5. Maar met getallen boven de 100, zoals 245, heb ik grote moeite. In de klas van Anna kunnen haar klasgenoten al tot 1000 tellen. Ongeveel 4% van de kinderen lijden aan dyscalculie. Deze kinderen slagen redelijk in hun school; ze hebben alleen problemen met wiskunde. Dit heeft helemaal niets te maken met een te lage intelligentie. Hun moeilijkheden verschijnen vanaf de basisschool. In het begin leren ze uit hun hoofd de makkelijke sommen als "1+1", op dezelfde manier als ze nieuwe woorden leren. Ze tellen vaak op hun vingers, maar de sommen worden snel moeilijker, waardoor dit niet meer lukt. De ouders van de kinderen zouden niet moeten wachten met hulp in te schakelen. Jasmin Göbel UIteraard, hoe eerder je met een hulpvraag komt, hoe beter je een kind kunt helpen. Om onze diagnose te kunnen stellen gebruiken we testen die kennis testen, en informele gestandaardiseerde tests. De anamnese, het verhaal van de patient, stelt de ouders in de gelegenheid om belangrijke gegevens aan de hulpverlener te geven. Het is belangrijk te ontdekken hoe een kind rekent. Heel vaak eigenen kinderen hun eigen rekensysteem aan. Dyscalculie kan in verscheidene vormen voorkomen. De redenen van dyscalculie zijn eveneens verschillend. Zij kunnen een neurologische basis hebben, genetisch, of gelieerd aan een psychologische ontwikkeling Domweg herhalen haalt meestal niet veel uit. Anna volgt speciale hulplessen in de stad Rastatt. De les is gratis. De therapeut geeft in een speciale school 'les'. Jasmin Göbel Het is belangrijk dat de kinderen niet in een te grote groep zitten, zodat je met ze kunt discusiëren en individueel kunt helpen. Het is de enige manier om progressie te boeken. We kunnen niet baseren op wat ze in de klas aan het doen zijn. We moeten ons 'schikken' in hun niveau, zelfs als dat een heel andere is dan op school gevraagd wordt. De taaiheid van dyscalculie is fundamenteel. De problemen verdwijnen niet van de dag op morgen. Sterker nog, kinderen met dyscalculie hebben de tendens om te verslechteren wat heel veel geduld van de leerkrachten, de ouders en vooral het kind zelf vergen. Maar na 6 maanden therapie gevolgd te hebben, beseft Anna dat ze vorderingen maakt. Anna Ja, het is echt heel leuk. Je zegt jezelf: super, het lukt me! Maar ik zou het leuk vinden om 'dit' ook te kunnen. Ik kijk dan naar het getal en weet niet aan welke kant ik moet beginnen. Om uiteindelijk beter te worden oefent Anna rustig thuis samen met haar tweelingzus, eveneens iemand met dyscalculie. De 2 meisjes houden van ontspannende rekenspelletjes. Gezelschapspelletjes geschikt voor kinderen met dyscalculie verplicht hen om te rekenen. Met de hulp van een kleurpotlood, herhaalt ze de verschillende cijfers. Kinderen met dyscalculie leren makkelijker als je gebruikmaakt van meerdere zintuigen. Je moet dus zowel de ogen als de oren prikkelen. Het is dus belangrijk om hardop te praten en een symbool te gebruiken voor elk getal, bijvoorbeeld kubussen. Anna is inmiddels niet bang meer voor cijfers. De therapie is helaas langdurig maar, maar het blijven oefenen en haar doorzettingsvermogen, betaald zich langzaam uit.