De belangrijkste leerlijnen voor het onderwerp rekenen/wiskunde op het VWO een rij

Onderbouwwiskunde Cwiskunde Awiskunde B
Leerdomein1e klas2e klas3e klas4e klas5e klas6e klas4e klas5e klas6e klas4e klas5e klas6e klas
Meetkunde
Goniometrie
Kansrekening
Statistiek
Vergelijkingen
Ongelijkheden
Differentiëren
Formules en rekenregels


Ongelijkheden


1e klas
Hoofdstuk 3Schrijf over en vul <, > of = in: -9 ... -8.


2e klas
Hoofdstuk 7x2 = c, geeft voor c < 0 twee oplossingen, voor c = 0 één oplossing en voor c > 0 geen oplossingen


3e klas
Hoofdstuk 1Lineaire ongelijkheden oplossen
Hoofdstuk 3dalparabool als a > 0, bergparabool als a < 0
D < 0 (geen snijpunten), D = 0 (één snijpunt), D > 0 (twee snijpunten)
Hoofdstuk 7Lineaire ongelijkheden oplossen

Kwadratische ongelijkheden oplossen
1) los een vergelijking op
2) maak een schets
3) geef antwoord op de ongelijkheid

  • a < x < b
  • x < a v x > b


  • 4e klas (wisA/C)
    Hoofdstuk 2Als er staat 'los op', mag de schets m.b.v. de Grafiesche Rekenmachine
    Hoofdstuk 5Hogere machtsongelijkheden exact oplossen


    4e klas (wisB)
    Hoofdstuk 1
  • D > 0 (twee oplossingen)
  • D < 0 (geen oplossingen)

  • xn = p (twee oplossingen als n = even en p ≥ 0)
  • xn = p (geen oplossingen als n = even en p < 0)

  • |x| = x als x ≥ 0
  • |x| = -x als x < 0

    Oplossen van
  • kwadratische ongelijkheden
  • hogere machtsongelijkheden
  • modulusongelijkheden
  • Hoofdstuk 2Bij f(x) = ax + bx + c
  • a > 0 (dalparabool)
  • a < 0 (bergparabool)

  • opstellen van ogelijkheid bij positief/negatief minimum/maximum
  • bepalen van domein bij wortelfunctie

    Oplossen van
  • wortelongelijkheden
  • gebroken ongelijkheden
  • Hoofdstuk 5De grafiek van f(x) = gx en f(x) = glog(x)
  • 0 < g < 1 (dalend)
  • g > 1 (stijgend)

  • bepalen van domein bij logaritmische functie

    Oplossen van
  • exponentiële ongelijkheden
  • logaritmische ongelijkheden

  • vb. welke waarden neemt f(x) aan voor x < 3
  • Hoofdstuk 6
  • ongelijkheden bij sinusoïden

    Bij y = a + b sin(c(x - d)) en y = a + b cos(c(x - d))
    b > 0b < 0
    sinstijgend door het beginpuntdalend door het beginpunt
    coshet beginpunt is het hoogste punthet beginpunt is het laagste punt
  • Hoofdstuk 8Bewijs van omgekeerde koordenvierhoekstelling gaat met ogelijkheden


    5e klas (wisA/wisC)
    Hoofdstuk 10
    Hoofdstuk 11
  • Bij het bepalen van het domein bij wortelvergelijkingen moet je een ongelijkheid oplossen
  • Machtsongelijkheden
  • Wortelongelijkheden
  • Exponentiële ongelijkheden
  • vb. welke waarden neemt f(x) aan voor x < 3
  • Hoofdstuk 11
    Hoofdstuk 10
    Bij binomiale verdeling
  • P(X < k) = P(X ≤ k-1) =
  • P(X ≤ k) = binomcdf(n, p, k)
  • P(X ≥ k) = 1 - P(X ≤ k-1)
  • P(X > k) = 1 - P(X ≤ k)

    Bij normale verdeling
  • P(X < g) = P(X ≤ g) = normalcdf(-1099, g, mu, sigma)
  • P(X > g) = P(X ≥ g) = normalcdf(g, 1099, mu, sigma)


  • 5e klas (wisB)
    Hoofdstuk 9De grafiek van f(x) = gx en f(x) = glog(x)
  • 0 < g < 1 (dalend)
  • g > 1 (stijgend)

    Logaritmen (log en ln)
    g^(glog(x)) = xwaarbij g > 0, g ≠ 1 en x > 0
    glog(a) + glog(b) = glog(ab)waarbij g > 0, g ≠ 1, a > 0 en b > 0
    glog(a) - glog(b) = glog(a/b)waarbij g > 0, g ≠ 1, a > 0 en b > 0
    n . log(a) = glog(an)waarbij g > 0, g ≠ 1, a > 0 en b > 0

  • vb. "De grafiek van fa heeft twee toppen, A en B met xA < xB"
  • Hoofdstuk 11
  • goniometrische ongelijkheden


  • 6e klas (wisA/wisC)
    Hoofdstuk 13
  • f(x) > g(x), oplossen van logaritmische vergelijkingen m.b.v. GR
  • Hoofdstuk 13
    Hoofdstuk 14
    Bij binomiale verdeling
  • P(X < k) = P(X ≤ k-1) =
  • P(X ≤ k) = binomcdf(n, p, k)
  • P(X ≥ k) = 1 - P(X ≤ k-1)
  • P(X > k) = 1 - P(X ≤ k)

    Bij normale verdeling
  • P(X < g) = P(X ≤ g) = normalcdf(-1099, g, mu, sigma)
  • P(X > g) = P(X ≥ g) = normalcdf(g, 1099, mu, sigma)
  • Hoofdstuk 15Bij hypothesetoetsen
  • beslissingsvoorschrift opstellen
  • overschrijdingskans
  • links-, rechts of tweezijdige toets


  • 6e klas (wisB)
    Hoofdstuk 12
  • driehoeksongelijkheid
  • Hoofdstuk 13Soorten van stijgen en dalen
  • f '(x) > 0 en f"(x) > 0 (toenemend stijgend)
  • f '(x) > 0 en f"(x) < 0 (afnemend stijgend)
  • f '(x) < 0 en f"(x) < 0 (toenemend dalend)
  • f '(x) < 0 en f"(x) > 0 (afnemend dalend)
  • Hoofdstuk 14
  • √(A) = B geeft A = B2 met B ≥ 0
  • √(A) . √(B) = √(AB) met A ≥ 0 en B ≥ 0
  • √(A)/√(B) = √(A/B) met A ≥ 0 en B > 0
  • xp = a geeft x = a^(1/p) met a > 0 en x > 0